Spagaat SGP geen dubbelhartigheid
Weer discussiëren SGP’ers, en mensen die zich met deze partij verwant weten, over de positie van vrouwen in de politiek. En weer liggen, zoals in het verleden vaker gebeurde, de partijlijn én de partijtop onder vuur.
Is dat vreemd? Niet direct. Afhankelijk van je eigen opvattingen over de plaats van vrouwen in de politiek kun je immers op het huidige beleid van de SGP gemakkelijk kritiek oefenen. Mogelijk vind je dat de partij in 2013, toen zij onder druk van de buitenwereld haar verzet tegen vrouwen op kandidatenlijsten opgaf, meteen een tweede stap had moeten zetten. Had zij toen niet óók uit het beginselprogramma moeten schrappen dat vrouwen het regeerambt niet toekomt?
Dan was de partij verlost geweest van een brok interne spanning en disbalans. Want zoals het er nu voorstaat, knarst en knerpt het. Een hoofdbestuur dat Paula Schot bewust níét feliciteert; een partijleider die zijn gelukwensen wél uitspreekt. Een beginselprogramma dat iets verbiedt, statuten die dat niet doen.
Nogmaals, op die situatie kun je en mag je kritiek hebben. Omgekeerd mogen ook zij kritisch zijn die vinden dat de SGP de stap van 2013 helemaal niet had moeten nemen. Die van mening zijn dat hun partij tegen de tijdgeest had moeten blijven in zwemmen, ook als dat eindeloos intern en extern getob had opgeleverd, met uiteindelijk subsidieverlies of nog vervelender overheidsmaatregelen als gevolg. Dat mag allemaal gedacht en gezegd worden.
Minder sterk is het om de opstelling van het SGP-partijbestuur (of van de hele partijtop) te bestempelen als „vals en farizeïstisch” (Bart-Jan Spruyt in het ND) of „dubbelhartig” (Arnold Huijgen in een open brief aan het partijbestuur). Wie dergelijke bewoordingen hanteert, schiet zijn doel al snel voorbij.
Om te beginnen betrekt hij onnodig de intenties van mensen in de discussie. Immers, wie farizeïstisch is, is schijnheilig; wie dubbelhartig is, zegt het een maar bedoelt (of doet) het ander. Een dergelijk zwaar normatief oordeel over je opponent moet je eigenlijk, als het even kan, niet van stal halen. Er zijn immers voldoende zákelijke argumenten om dit debat mee te voeren.
Dat brengt meteen op het tweede bezwaar tegen deze kritiek. Is hier sprake van dubbelhartigheid? Als wij het goed zien niet. Hoofdbestuursleden die Paula Schot niet willen feliciteren, huichelen toch niet? Een deel van hen is werkelijk tegen de participatie van vrouwen in de politiek.
Toegegeven, de SGP bevindt zich ten aanzien van vrouwen op lijsten in een enorme spagaat. En inderdaad dat is er een die zij –deels!– zelf veroorzaakte. Maar dat rechtvaardigt nog steeds niet de term dubbelhartigheid.
Hét grote probleem van de SGP is –althans op dit thema– de interne verdeeldheid. Maar het is lastig dát de partijtop te verwijten. En wie een betere manier weet om de eenheid in de SGP te bewaren dan het huidige tweesporenbeleid, mag het zeggen.