Zorg om geweld tegen Duitse christenen
In Duitsland zijn afgelopen jaar bijna honderd gevallen van gericht geweld tegen christenen geregistreerd. Daarbij viel zeker één dode.
Dat meldden Duitse media donderdag, op basis van cijfers van het Bundeskriminalamt. Volgens de federale recherchedienst was er sprake van één moord, zeker negen mishandelingen en een geval van brandstichting. De moordzaak wordt momenteel door de rechter behandeld.
Het ging om een 38-jarige Afghaanse christin die op 29 april vorig jaar op een parkeerplaats voor een supermarkt in Prien zestien keer door een moslim met een mes werd gestoken. De moord had plaats voor de ogen van de twee kinderen van de vrouw.
Volgens de dader had de Afghaanse vrouw zich tot het christelijk geloof bekeerd en wilde ze hem overhalen om dat voorbeeld te volgen. Tegenover de rechter verklaarde hij dat hij in dit geval „het volste recht had om een mens te doden.”
In een kwart van de gevallen was het geweld tegen christelijke symbolen gericht. Daarbij werden kettingen met kruisjes bij slachtoffers afgerukt. Ook werden diverse kerken beklad. In veertien gevallen ging het volgens het Bundeskriminalamt om geweld tussen vluchtelingen.
Overigens ging het alleen om incidenten die officieel bij de politie zijn geregistreerd. Het werkelijke aantal ligt vermoedelijk fors hoger. Volgens de organisatie Open Doors hadden er in 2016 alleen al in Duitse asielzoekerscentra 743 gevallen van geweld tegen christenen plaats.
Alarmerend
De Beierse minister van Binnenlandse Zaken, Joachim Herrmann (CSU), reageerde fel op de cijfers van het Bundeskriminalamt. „Wie hier wil leven, moet beslist afscheid nemen van een vijandige houding jegens christenen. Dat is niet alleen maar een wens richting vluchtelingen, maar een dwingende eis.”
Ook de justitiewoordvoerder van de CDU in de Bondsdag, Ansgar Heveling, maakt zich zorgen over het geweld tegen christenen. Hij noemt het aantal incidenten „alarmerend.” Volgens hem is het belangrijk alles te doen om christenen en christelijke instellingen te beschermen. Als er op dat gebied leemten in de strafrechtwetgeving zijn, „moeten die net zo opgevuld als dat destijds met antisemitische aanvallen is aangepakt.”