Recensie: De geschiedenis van Händels meesterwerk
De ”Messiah” van Händel veroverde na de eerste uitvoering in Dublin in 1742 de wereld. Nog altijd betovert het stuk velen. De Britse auteur Jonathan Keates probeert hiervoor een verklaring te vinden.
Hij vertelt boeiend over de inhoudelijke aspecten van het werk en geeft een grote hoeveelheid informatie. Na enkele inleidende hoofdstukken neemt Keates ons mee naar Dublin in 1741. Händel werd daar positief ontvangen, na letterlijk te zijn weggekeken in Londen. Op 13 april 1742 was de eerste uitvoering van de ”Messiah”. De recensent van het Faulkner’s Dublin Journal schrijft de ongetwijfeld fraaiste samenvatting van wat het oratorium heeft gedaan: „Het sublieme, het grandioze en het tedere, aangepast aan de meest verheven, majestueuze en ontroerende woorden, werkten samen om het verrukte hart en oor mee te voeren en te betoveren.”
Händel had een goede relatie met tekstschrijver Charles Jennens. Deze maakte voor Händel een compilatie van Bijbelse teksten als libretto van de ”Messiah”. De tekstkeuze was volstrekt vernieuwend, voor zowel Britse als Europese begrippen. Oratoria waren vaak gebaseerd op het leven van Bijbelse figuren. Tekstschrijvers zochten dramatische tegenstellingen: afgunst en jaloezie tegenover goddelijke liefde en barmhartigheid. De ”Messiah” is volstrekt anders: de tekst is uitsluitend niet-dramatisch. Keates gaat in op Händels kennis van de Bijbel en zijn religieuze achtergronden. De componist had eerbied voor de Heilige Schrift en kennis van de christelijke boodschap.
De vergelijking tussen Händel en Bach is mij uit het hart gegrepen. Keates: „Er is niet de geringste aanwijzing dat Händel ooit is afgedwaald van het protestantse christendom dat hij in zijn jeugd had meegekregen. (...) Hij stierf als een luthers avondmaalsganger binnen de Anglicaanse Kerk.” Even verderop: „De opvatting overheerst dat Bach in zijn werken aan diepdoorvoelde spirituele inzichten raakte, die Händel niet bereikte of nastreefde. Maar een vergelijking in dit opzicht tussen twee componisten die zo verschilden in karakter en stijl, en al helemaal in de manier waarop zij ieder voor zich bepaalden waarvoor ze hun talenten gebruikten, lijkt vruchteloos en is geen van beiden tot nut.”
De ”Messiah” heeft volgens Keates te lijden gehad van „de neiging Händel in een hokje te plaatsen als cynische opportunist, een listige entertainer die de markt in de gaten hield, en Bach als een soort visionaire kluizenaar die met God communiceerde via het medium van notenbalken, sleutels en zestiende noten.” Het is volgens de auteur echter niet zo simpel. Händel en Jennens, beiden oprechte christenen, schiepen de ”Messiah” voor een christelijk publiek, „maar het werk overstijgt aldoor de grenzen van het religieuze en confessionele dogma.” Het oratorium is volgens Keates „een onvergelijkelijk universeel kunstwerk.” Het „weet wie wij zijn en spreekt tot ons allemaal.”
---
Messiah. Over de geschiedenis van Händels meesterwerk, Jonathan Keates; uitg. Ambo/Anthos, Amsterdam 2017; ISBN 978 90 263 4088 8; 214 blz.; € 20,-.