Aboutaleb en Van der Ham: Religie niet passé
Is religie passé? Nee, zegt de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb. Nee, meent ook Boris van der Ham, voorzitter van het Humanistisch Verbond. Om daar aan toe te voegen: „Georganiseerde religie wél.”
De twee gingen dinsdagavond, onder leiding van EO-presentator Tijs van den Brink, in de Pelgrimvaderskerk in Rotterdam met elkaar in debat over het thema ”Is religie passé?” De hervormde gemeente Delfshaven, onderdeel van de Protestantse Kerk in Nederland, viert dit jaar dat er in Delfshaven al zes eeuwen een christelijke gemeente samenkomt. Het jubileum vormde de aanleiding voor de oprichting van het Pelgrim Podium. Bedoelding is dat er drie keer per jaar een debatavond in de gemeente wordt georganiseerd. Dinsdagavond had in een overvolle kerk het eerste debat plaats.
Niet religievreemd
Voor burgemeester Aboutaleb, zelf praktiserend moslim, is het geen vraag of religie passé is – niet dus. „Zie de beweging hier in Delfshaven”, zegt hij. De toegevoegde waarde van religie in de maatschappij is voor hem overduidelijk. „In een seculiere samenleving is religie niet te verbergen.”
Religie noemt hij een inspiratiebron voor het burger-zijn in de samenleving. „Niet dat de burger religie voor zich moet claimen. Dat leidt tot intolerantie.”
Op de vraag of de overheid neutraal moet zijn ten opzichte van religie, wijst Aboutaleb op de Grondwet, overige wetgeving, de geest van de wet en lokale verordeningen. Alle burgers, alle ingezetenen zijn in dezelfde mate gelijk. „Religie moet mensen niet uitsluiten maar insluiten”, vindt hij. „Een neutrale overheid is geen religievreemde overheid.”
Voor de burgemeester is zijn geweten het kompas. „Religie inspireert me om mijn geweten te voeden. Ik wil nooit willens en wetens iemand kwaad doen, kwetsen of benadelen”, zegt hij. Wel vindt hij het vreemd dat hij soms wordt aangesproken op zijn moslim-zijn. „Is burgemeester Opstelten ooit aangesproken op het feit dat hij remonstrants is?”
U zij de glorie
Boris van der Ham, voorzitter van het Humanistisch Verbond, geeft aan niet echt religieus te zijn opgevoed. Wel stamt zijn familie uit „een bevindelijke christelijke gereformeerde kerk in Delfshaven. Ooit ben ik in deze Pelgrimvaderskerk geweest en heb er ”U zij de glorie” meegezongen. Ik kreeg er tranen van in de ogen.”
De voormalig D66-politicus zegt atheïst te zijn. Maar „religie is niet passé”, is hij van mening. De samenleving heeft volgens hem, bij wijze van noodzaak, georganiseerde religie mogelijk gemaakt.
Tegelijkertijd stelt hij vast dat een niet-religieuze levensbeschouwing in de samenleving geaccepteerd is. Daarom kan hij geen begrip opbrengen voor scholen die leerlingen of homoseksuele leraren afwijzen. Hij wijst er ook op dat er veel christenen zijn die weinig met religie hebben, zeker niet met religieuze instituten en hun „starre verhoudingen. Zij willen liever een beetje vrij zijn.”