Consument

Hoera, hoedjesdag

Het is weer hoedjesdag, of nou ja, Prinsjesdag. De Haagse hoofddeksels blijven boeiend. De hoed staat de komende maanden ook centraal op een tentoonstelling in Museum Lunteren.

Fija Nijenhuis
19 September 2017 21:31Gewijzigd op 16 November 2020 11:31
Binnenhoed. beeld RD, Anton Dommerholt
Binnenhoed. beeld RD, Anton Dommerholt

„Ik draag altijd iets in m’n haar”

Een van de exposanten op de tentoonstelling ”De hoed als verrassende topper” in Lunteren is de Arnhemse Elisabeth de Meulmeester: zij viert in 2017 haar 25-jarig jubileum als hoedenontwerper. Als het aan haar ligt, dragen we allemaal elke dag iets in ons haar.

„Sinds de vijfde klas van de lagere school ben ik gefascineerd door hoeden”, zegt De Meulmeester (61). „Ik merkte bij verkleedspelletjes dat je door een hoed op te zetten heel iemand anders werd. Mijn ouders gingen een keer naar Amerika en namen daarvandaan een grote witte flaphoed voor mij mee, het was in de flowerpowertijd. Maar die paste niet, want ik heb een vrij klein hoofd. Toen heb ik daar iets op verzonnen. Ik was dus al vroeg met hoeden aan het knutselen.

Mijn moeder en ik pasten vaak hoedjes bij V&D. Dat was lachen natuurlijk. Hoedjes passen is voor veel mensen een vrolijke bezigheid. Hoe dat komt? Tja, het zijn toch prikkelende objecten. Ze vallen immers op.

Na mijn opleiding aan de Sociale Academie ben ik in de leer gegaan bij een hoedenontwerpster. Hoeden ontwerpen en verkopen doe ik naast mijn werk als begeleider van mensen die beschermd wonen. Ik heb thuis een atelier.

Tussen 2008 en 2012 had ik een winkel in het Arnhemse modekwartier. Helaas begon ik net in de verkeerde periode met die zaak; door de economische recessie ging bij steeds meer mensen de hand op de knip. Een aantal hoeden wordt nu in een couturesalon van een bekende van mij aangeboden, ook in het modekwartier. Volgend jaar stop ik met werken en dan wil ik me volledig gaan richten op het ontwerpen.

Een bijzondere hoed die ik ooit ontworpen heb, is een middeleeuwse Zeeuwse kap. Die was voor het 600-jarig bestaan van Goes. Ik heb er het beeldmerk van de stad in verwerkt en ben er best trots op. De kap heb ik opgedragen aan een geëmancipeerde inwoonster van Goes: de 18e-eeuwse Jeanne Louise Morisse. Zij wilde na haar huwelijk blijven werken als onderwijzers, wat in die tijd niet de gewoonte was. Na veel strijd is het haar gelukt.

Het leukste vind ik ’t om setjes te maken: voor man en vrouw. En ik ben gek op het maken van regenhoeden. Ik ben van plan om vanaf volgend jaar kleine voorjaars- en najaarscollecties te gaan ontwerpen.

Zelf heb ik altijd iets in mijn haar, behalve als ik werk. Ik draag graag een turban, een soort open hoed.”

Elisabeth de Meulmeester over vier thema’s

Prinsjesdag: „Van het koningshuis heb ik niemand ‘gehoed’, wel politici: de voormalige ministers Ella Vogelaar en Jacqueline Cramer en de Kamerleden Marieke van der Werf en Stientje van Veldhoven. Als de hoeden op Prinsjesdag gedragen worden, wil ik er het liefst naartoe om ze zelf bij de mensen op te zetten. Jammer genoeg kan dat niet altijd.

Sommige politici gebruiken op Prinsjesdag hun hoed om een statement te maken of een boodschap over te brengen. Ik vind dat wel leuk. Non-verbale communicatie.”

Multifunctionele regenhoed: „Er zijn regenkapjes en ook eenvoudige regenhoedjes. Maar wat heb ik ontdekt? Dames willen best geld uitgeven voor een elegante regenhoed. Als die maar functioneel is. Want zo zijn we dan ook wel weer, als Nederlandse vrouwen. En dus vertel ik overal dat je de regenhoed die ik heb ontworpen gewoon binnen kunt ophouden, bijvoorbeeld in een restaurant. Ook volgens de etiquette mag dat. Mijn regenhoeden zijn van vilt, skai-leer en leer. Ze kosten tussen de 225 en 325 euro per stuk en ik maak ze uiteraard op maat. Je kunt ze in één handomdraai veranderen van regenhoed (rand omlaag) tot elegant hoofddeksel (rand omhoog).”

Flamboyante herenhoed

„Tegenwoordig maak ik meer herenhoeden dan 25 jaar geleden. In mijn winkel had ik er altijd een paar op voorraad liggen. Mannen kopen makkelijk, heb ik ontdekt. Ja, het is vaak een flamboyant type dat een hoed draagt. Maar er zijn er ook die dun haar krijgen of kaal zijn en daarom een hoed opzetten. En inderdaad, er zijn daarnaast mannen die in een bepaalde levensfase zitten en eens wat heel anders willen.”

De kerkhoed

„Ik heb weleens klanten uit de reformatorische hoek. Ik vind dat zij er erg goed bij lopen, ze besteden veel aandacht aan hun kleding. Hun hoeden zijn mooi, hoor! O, lopen ze soms met de hoed in de hand naar de kerk? Wat jammer, als ze ’m zouden opzetten, verlevendigen ze het straatbeeld. Je maakt er anderen blij mee.”

Tips van de ontwerper

- Heb je nooit een hoed gedragen en wil je hierin verandering brengen? Begin dan met een heel eenvoudig exemplaar. Je moet er tenslotte aan wennen om iets op je hoofd te hebben, want uiteraard word je op straat bekeken. Kies bijvoorbeeld een kleine baret en speld er een mooie broche op. Ben je hieraan gewend, koop dan eens een hoed met een rand.

- Een hoed mag niet te strak en niet te los zitten. Desnoods naai je er een stukje schuimrubber in, aan de achterkant, dat je met een bandje erover vastmaakt. Doe je er niets overheen, dan loopt je kans dat er stukjes schuimrubber losraken… dat is niet de bedoeling.

- Een kleine aanpassing doet veel met een hoed. Wil je een hoed verlevendigen? Bevestig er dan een hoedenspeld op, een zijden bloem of een broche.

- Bij een lang, smal gezicht is het goed om een golvende rand te kiezen. Die legt het accent op de zijkant van het hoofd. Je kunt ook een asymmetrische rand gebruiken, die doorbreekt de lange lijn van het gezicht.

- Heb je een wat grotere neus, zorg dan voor een hoed met een grotere rand. De rand valt dan over de neus en leidt zo af van iets waar je misschien geen aandacht op wilt vestigen.

- Wil je als hoeddrager een goede uitstraling hebben, dan is het heel belangrijk dat je je goed en prettig voelt bij je hoofddeksel. Maar dat wil niet zeggen dat je altijd dezelfde soort hoed moet dragen. Variëren kan voor iedereen. Stel, je bent klein van stuk, en hebt een klein hoofd. Misschien voel je je dan happy bij een klein hoedje en heb je nooit naar een ander model gekeken. Dat is prima natuurlijk, maar om nou áltijd een kleine hoed te dragen? Waarom niet eens stapje voor stapje iets veranderen? Laat je gewoon eens adviseren.

Verrassende topper

Onder het motto ”De hoed als verrassende topper” is in Museum Lunteren de komende maanden een grote verzameling kunstzinnige en prominente hoofddeksels te bewonderen. Verschillende Kamerleden hebben hun Prinsjesdaghoeden voor de tentoonstelling beschikbaar gesteld.

Nederlandse ontwerpers als Elisabeth de Meulmeester en Berry Rutjes, die in 2008 de Prinsjesdaghoed van koningin Máxima ontwierp, tonen een selectie van hun werk, variërend van turbans, fascinators, mannenhoeden, baretten en cocktailhats.

Gedurende de expositie, van 16 september tot en met 6 januari 2018, zijn er verschillende evenementen. Zo presenteren Berry Rutjes en Elisabeth de Meulmeester allebei een ”ladies’ night”, met als thema: ”Hoeden passen als uitje”. De eerste bijeenkomst is op maandagmiddag 25 september, met Rutjes als presentator. De tweede is op donderdagavond 12 oktober, met De Meulmeester.

Wie zelf aan de slag wil, kan op vrijdagavond 3 november de workshop ”Maak je eigen turban” van Elisabeth de Meulmeester volgen. Reserveren voor deze evenementen in Museum Lunteren (Dorpsstraat 55) is noodzakelijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer