Ds. G. Herwig slaapt twee tot drie uur per nacht
In de pastorie aan de Laan in Nunspeet gaat elke morgen tussen vijf en zes in de studeerkamer het licht aan. Ds. G. Herwig maakt steevast korte nachten.
De hervormde predikant (60) bleef studeren na zijn opleiding tot onderwijzer aan de Driestar in Gouda. Hij haalde –intussen getrouwd en vader geworden– zijn tweedegraads- en zijn eerstegraadsonderwijsbevoegdheid godsdienst. Daarna volgde, terwijl hij in Doornspijk fulltime voor de klas stond, een studie theologie. Het waren lange, volle dagen, herinnert hij zich. Dagen van topdrukte soms, zeker toen hij in het naburige stadje Elburg bijstand in het pastoraat verleende „’s Morgens om halfvijf zat ik Hebreeuws te leren in een steenkoude keuken om wakker te blijven. Het kwam wel voor dat ik ’s avonds laat nog naar het ziekenhuis in Zwolle reed vanwege een sterfgeval en pas om twee uur ’s nachts thuiskwam. Om halfvijf ging dan gewoon weer de wekker.”
En dat laatste gebeurt nog steeds. De gemeentepredikant is namelijk een slechte slaper, zo zegt hij. Nachten van twee tot drie uur zijn eerder regel dan uitzondering. Last van slaapgebrek heeft hij echter niet en stiekem gapen tijdens de kerkenraadsvergadering doet hij evenmin. „Ik ga wél op tijd naar huis. Na tienen moeten ze niet zeuren. En anders geef ik mezelf de vrijheid. Ik ga naar huis, zeg ik dan. Morgenochtend om kwart voor vijf ben je welkom. Er heeft nog nooit iemand zo vroeg aan de deur gestaan.”
Reden te meer om aan het werk te gaan voordat de dag gaat krieken. „Ik ben dan fris, ik neem veel op. De telefoon gaat niet. Heerlijk.” Bijkomend voordeel: in de vroege uurtjes is de stilte koning. „Overdag komt hier veel verkeer langs, waar ik slecht tegen kan.” Hij wijst naar de straatweg die naar het centrum van het dorp voert. „Dat zijn klinkers. Het dendert de hele dag door. Om kwart voor zeven begint de boel te razen.”
In alle vroegte houdt ds. Herwig stille tijd. Hij bidt en leest uit de Bijbel. „Maar eerst zit ik een paar minuten in mijn stoel bij het raam en probeer ik de nieuwe dag die ik krijg, te beleven. Niet: wat ga ik doen? Dat komt later pas.” Bidden doet hij trouwens niet alleen in de rust van de nieuwe morgen, maar ook ’s nachts, als hij niet kan slapen. „Zelfs in de nacht onderwijzen mij mijn nieren, staat er in de Bijbel. Dat woord nieren wijst op je diepste wezen. Ik bid ’s nachts voor heel wat gemeenteleden. Maar ook voor mijn gezin en onze beide oude moeders. In het donker kom je toe aan danken, aan lofprijzing. Dan voel ik me bevoorrecht.”
De predikant gebruikt de eerste uren van de dag verder voor het maken van zijn preken en het bezig zijn met de grondtalen, werk dat om concentratie vraagt. Daarnaast bereidt hij de lessen Nederlands voor die hij geeft aan het Hoornbeeck College in Kampen. Ook het beantwoorden van mail gebeurt als de rest van het dorp nog op één oor ligt.
Zelfs in de vakantietijd is uitslapen er voor ds. Herwig niet bij. „Dan zit ik ’s morgens vroeg op een boomstronk met een potloodje erbij een boek te lezen, terwijl mijn vrouw nog slaapt. Je ziet de zon opkomen. Er hoeft niks. Heerlijk. Dat is vakantie.”
zomerserie Ochtendgloren
Dit is het vierde deel in een serie over mensen die al vroeg op de dag aan het werk zijn.