„Situatie in probleemwijk Ede te veel afhankelijk van tijdelijke subsidies”
De veiligheid en de leefbaarheid in de probleemwijk Veldhuizen A in Ede zijn volgens bewoners en ‘sleutelfiguren’ de afgelopen jaren verbeterd. Ze vinden wel dat de situatie in de wijk te veel afhankelijk is van tijdelijke projecten en subsidies.
“Als er bijvoorbeeld tijdelijk meer inzet van de politie is zie je dat het goed gaat, maar als de inzet vervolgens afgeschaald wordt gaat het snel weer slechter”, zo wordt opgemerkt in een onderzoeksrapport dat donderdag aan de gemeenteraad werd gepresenteerd. Het bureau DSP-groep polste daarvoor de mening in de wijk over de effectiviteit van het beleid ten aanzien van risicojongeren.
Vorig jaar rond de jaarwisseling en in mei was Veldhuizen A het toneel van rellen en autobranden. Behalve bewoners ondervroeg DSP-groep onder anderen schooldirecteuren, bestuurders van voelbalverenigingen en medewerkers van buurthuis en zwembad.
Velen gaven aan dat het in de wijk “nooit zo slecht was als de media vaak schetsten”. Veldhuizen A is “juist een heel prettige wijk om te wonen”. Toezicht op straat door politie, buitengewoon opsporingsambtenaren en camera’s hebben bijgedragen aan de verbetering, evenals de afsluiting van achterpaden. Daardoor kunnen jongeren zich niet meer ‘ongezien’ door de wijk verplaatsen.
Bij de incidenten waren volgens de respondenten veel jongeren van buiten de wijk betrokken. Ze adviseren dat “gezamenlijk krachtig wordt ingezet op het perspectief van in het bijzonder de Marokkaans-Nederlandse risicojongeren in de wijk”. Die hebben volgens hen nog vaak problemen bij het vinden van een goede stageplek en werk. Vaak beschikken ze niet over ‘kruiwagens’ in hun sociale omgeving om hen daarbij te helpen.
Bewoners willen “graag meer meedenken met de gemeente en betrokken worden bij plannen voor nieuwe projecten’’. Verschillende respondenten vinden dat “de gemeente onvoldoende gebruik maakt van de kennis en het netwerk van maatschappelijke partners die bekend zijn met de wijk, zoals verenigingen en scholen”. Zo zou de gemeente te weinig gedaan hebben met vanuit de wijk geuite signalen dat de sluiting van een theehuis, een ontmoetingsplek voor jongeren, problemen zou geven.
Ook is bij de gemeente niet algemeen bekend welke verschillende teams er werkzaam zijn rond risicojongeren. “Preventie krijgt een steeds belangrijkere rol in de aanpak van risicojongeren. Samenwerking op dat gebied moet wel beter. De regio wordt gemist.”
De onderzoekers dringen aan intensieve en langdurige maatwerktrajecten. “De verwachting is dat dit voor een (klein) deel van de gezinnen van risicojongeren nodig is om structurele gedragsverandering te bewerkstelligen en te voorkomen dat broertjes of zusjes het verkeerde pad op gaan.” Verder zou ervoor gezorgd moeten worden dat wijkbewoners meer met elkaar in contact komen.