Dodental door aanslag op buskonvooi stijgt
Het dodental door de bomaanslag op een wachtend konvooi in een voorstad van Aleppo is opgelopen tot zeker 43. Dat heeft het Syrisch Observatorium voor Mensenrechten bekendgemaakt. Er vielen ook tientallen gewonden, van wie verscheidene ernstig. Volgens de regeringsgetrouwe media in Damascus blies een zelfmoordterrorist zich op in een busje. De verantwoordelijkheid is nog niet opgeëist.
De slachtoffers behoorden tot de groep evacués uit de door rebellen belegerde steden al-Fouah en Kafraya. De karavaan van 75 bussen en ongeveer twintig ambulances, die vrijdag op gang kwam met in totaal zo’n 5000 vooral sjiitische passagiers, werd ten westen van Aleppo in al-Rashidin opgehouden. Dat kwam door vertraging en onenigheid over de deal tussen regeringsgezinden en opstandelingen. De afspraak was dat tegelijkertijd ook enkele duizenden soennitische inwoners van twee plaatsen die door troepen en bondgenoten van de Syrische president Assad werden belaagd in veiligheid zouden worden gebracht.
Het Observatorium meldde dat de evacués uit Zabadani, een stad niet ver van Damascus die betrokken was bij de uitwisseling, moesten wachten op toestemming voor hun aftocht. Ook burgers en militanten uit Madaya die weg mochten, kregen te maken met oponthoud. Zij strandden in al-Ramousah, ook bij Aleppo en maar enkele kilometers van de plek van de aanslag, op weg naar een verblijfplaats in de provincie Idlib. Daar maken de rebellen nog de dienst uit.
Zaterdagavond mochten, nadat de gewonden naar een ziekenhuis waren gebracht, bussen van de verzamelplaats die werd getroffen door de aanslag toch doorrijden naar gebied dat onder controle is van de regering. Dat meldden de Syrische staatsmedia. Ook de opstandelingen en hun familie konden hun reis vervolgen. De terreurdaad, de verwarring en het onderlinge wantrouwen maakten echter eens te meer duidelijk hoe gecompliceerd de situatie in het door oorlog verscheurde land is.