De kerk loopt risico
De kerk loopt allerlei risico’s, bijvoorbeeld die van brand en inbraak, maar is zich daar nauwelijks van bewust. De „kerkrisicocheck” moet de problemen helder maken.
Kerken hebben een hoge roeping, die van de verkondiging van het Woord van God. Risicomanagement hoort daar niet bij en dus is de beveiliging van de kerkelijke gebouwen het sluitstuk, zegt Simon Kadijk, directeur van Donatus Verzekeringen, verzekeraar van kerken, kloosters en monumenten in Nederland. Aan de hand van de nieuwe kerkrisicocheck (kerkrisicocheck.nl) wil Kadijk kerken bewust maken van de risico’s.
Kerkbestuurders zijn in de regel zorgvuldige mensen, weet Kadijk. „Het zijn mensen met veel verantwoordelijkheidsgevoel. Toch staan de risico’s van brand en diefstal zelden op hun vergaderagenda’s. De mogelijkheden van brand en inbraak zijn bij kerkbestuurders geen vaste agendapunten.”
Nalatigheid
Vier van de tien gevallen van kerkbrand waren te voorkomen geweest, stelt Kadijk. „In 40 procent is er sprake van menselijk toedoen, of beter gezegd, van menselijke nalatigheid. Het recentste geval van kerkbrand, vorige maand in de toren van de Sint-Laurentiuskerk in Weesp, was te wijten aan onzorgvuldig en slordig gedrag. Kennelijk was er boven in de toren, na werkzaamheden, een elektrisch kacheltje blijven aanstaan.”
Ander voorbeeld: „In 2013 was er een uitslaande kerkbrand in Rijsenhout, bij Schiphol. Daar hield een dakdekker zich niet aan de regels. Schade: 3 miljoen. Dat is toch jammer. Geen mens die zoiets wil.”
Met de kerkrisicocheck wil Donatus kerkbestuurders bewust maken van de risico’s. De check bestaat uit 21 vragen. Aan de hand van de antwoorden worden de risico’s geïnventariseerd, wordt bekeken of die te vermijden zijn, of dat ze wellicht beperkt kunnen worden.
Kadijk: „Iedereen kan de risico’s zelf bedenken. Weten we wie er allemaal sleutels hebben van de kerk, van het orgel, van de pastorie? Hebben de schoonmakers ook sleutels, en de bloemencommissie, de orgelstemmer, of alleen de kerkvoogdij of de koster?”
Kaarsen en waxinelichtjes
Brandschade wordt in een aantal gevallen veroorzaakt door elektrische bedrading. „Loopt er een afspraak met een elektriciteitsbedrijf om de elektrische installatie periodiek te laten nazien? En verder liggen vrijwel alle risico’s voor de hand: worden in rooms-katholieke kerken de kaarsrestanten ingezameld in een ijzeren emmer met een afsluitbaar deksel? Waar laat je de waxinelichtjes die net nog hebben gebrand? Waar hangen de blusmiddelen? Ergens in een donker hoekje, verstopt achter een gordijn?”
Stel, er wordt iemand tijdens de kerkdienst onwel. „Weet iedereen waar de brancard staat of waar een rolstoel te vinden is? Wordt er van tijd tot tijd een ontruimingsoefening gehouden? Wie heeft de sleutel van de nooduitgang? Het zijn allemaal risico’s die eenvoudig te verhelpen zijn.”
Maar de kerk is geen bedrijf. „Dat hoeft ook niet”, zegt Kadijk, „en dat verwachten we ook niet. Niemand zal een kerk verplichten een complete sprinklerinstallatie te installeren, of een dure alarminstallatie. Het gaat ons om risico’s die eenvoudig door kerkbestuurders uit te sluiten zijn. Wij maken wel mee dat de meterkast gebruikt wordt als opslagruimte. Dan zeggen wij: „Doe dat toch niet. Dat is vragen om problemen.”
Verzekeraar Donatus wordt gemiddeld eenmaal per jaar geconfronteerd met een kerkbrand met een schade die groter is dan een half miljoen euro. Dat is één kerkbrand te veel, vindt Kadijk. „Met de kerkrisicocheck proberen we dat beter onder de aandacht te brengen.”
Donatus is een kerkenverzekeraar. Het is dus eigenbelang.
„Natuurlijk, als verzekeraar willen we schades voorkomen, proberen we te bevorderen dat kerkbestuurders en kerkbezoekers als goede huisvaders met de kerkelijke spullen omgaan. Maar deze risicocheck is ook weer geen idee uit de hoed van Donatus alleen. Het zijn vier instanties die dit hebben bedacht: Donatus Verzekeringen, de Vereniging Beheerders Monumentale Kerken, ArtRisk Consult en het Mondriaanfonds. Het is in ieders belang dat we met elkaar schade proberen te voorkomen. Geen mens wordt gelukkig van brand en inbraak.”
Veiligheid bij gg Apeldoorn
In de gereformeerde gemeente te Apeldoorn is men zich „zonder meer” bewust van de risico’s die een kerkelijke gemeente loopt, zoals die van brand, inbraak en terroristische aanslagen, zegt koster A. van Beek. „Meer dan tien jaar geleden zijn we ons ervan bewust geworden dat de samenleving is veranderd, dat het niet langer vanzelfsprekend is dat een ander niet aan onze spullen zit. Voorheen overheerste wellicht het idee dat je er in een kerk op mag vertrouwen dat er niets ergs gebeurt. Dat vertrouwen is er nog steeds. Maar evengoed moeten we ons verstand gebruiken en voorbereid zijn op ongewenste gebeurtenissen.”
Er is een ontruimingsteam dat jaarlijks met de gemeente een ontruiming oefent. „Zeker met het oog op oud en nieuw is het van belang dat we weten wat we moeten doen als er vuurwerk naar binnen wordt gegooid of als er een steen door de ramen komt. We hebben een team van mensen in de gemeente die weten hoe er gehandeld moet worden. Dat is nodig voor de veiligheid van de gemeenteleden, zeker als er tijdens een kerkdienst 800 mensen binnen zijn.”
Ook is de Apeldoornse gemeente voorbereid op eventuele terreuraanslagen (zie kader ”Risico’s bij terreur”). „Recent is er nog overleg geweest met een calamiteitendeskundige. In januari is er een overleg om na te denken over cameratoezicht, zodat we binnen kunnen zien wat er buiten gebeurt.”
Op papier
Koster Van Beek loopt de kerkrisicocheck van Donatus langs. De score in Apeldoorn ligt hoog: het veiligheidszorgbeleid ligt vast op papier. Veiligheidszorg is weliswaar geen vast agendapunt op de vergaderingen van de kerkenraad, maar komt daar wel aan de orde als het ontruimingsteam om advies vraagt of vragen heeft. Het roerende religieuze erfgoed is niet geregistreerd of gefotografeerd, „maar zulke waardevolle spullen bevinden zich ook niet in het kerkgebouw. Hier valt geen buit weg te halen.” Ramen en deuren zijn allemaal voorzien van inbraakveilig hang- en sluitwerk. De lichtkoepels op de delen met een plat dak zijn voorzien van ijzeren staven, zodat daar niemand van buiten naar binnen kan. Er is geregistreerd wie er allemaal sleutels van het gebouw hebben. Op veel plaatsen in het gebouw hangen brandblussers en zijn er blusdekens, aangeduid met de gewenste pictogrammen. Er zijn meerdere EHBO-koffers aanwezig. In de hal achter de kerk staat de brancard.
Metalen afvalemmer
Worden kaarsresten wel verzameld in een metalen afvalemmer met een zelfsluitende metalen deksel, zoals Donatus wil? Van Beek: „We hebben de afspraak dat hier geen mens een kaars aansteekt. Dat is geen principieel punt, maar een veiligheidsmaatregel.”
Risico’s bij terreur
Het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) publiceerde eerder deze maand een overzicht van adviezen aan kerken als het gaat om risico’s bij terreuraanslagen. Reden om te veronderstellen dat kerken zich op dit punt bedreigd moeten voelen, is er niet, stelt het CIO gerust, maar veiligheid moet te allen tijde op de agenda van kerkbesturen staan.
Het CIO geeft kerkbesturen op het punt van veiligheid bij terreuraanslagen twintig adviezen, variërend van: „Maak een sleutelplan voor de gebouwen” en: „Maak een inventarisatie aan de hand van scenario’s (verward persoon, aanslag, bedreigingen) van wat de kerk (gebouwen en gemeenschap) kan bedreigen”, tot en met: „Kerkgebouw kan een ontmoetingsplek zijn na een aanslag elders”, of: „Zorg dat er duidelijkheid is over het deurbeleid. Zijn deze gesloten? Of juist niet? Als de achterdeur open is, heeft een welkomstcomité aan de voordeur minder nut.”
Ook adviseert het CIO kerken om de veiligheidssituatie te bespreken met de burgerlijke gemeente en de politie.