Strijders en burgers zijn weg uit Oost-Aleppo
De laatste burgers en strijders hebben het oosten van de Syrische stad Aleppo verlaten. Het Rode Kruis, dat bij de evacuaties betrokken was, bevestigde donderdagavond dat „iedereen die dat wilde is geëvacueerd”. Eerder hadden zowel Syrische staatsmedia als het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten al gemeld dat de evacuatie was voltooid.
De afgelopen dagen konden tienduizenden mensen het belegerde en kapotgeschoten stadsdeel eindelijk uit. Het Syrische leger meldde dat Aleppo nu weer helemaal onder controle is en beloofde dat de veiligheid daarmee zal terugkeren. Ook alle inwoners die weg wilden uit twee dorpen in de provincie Idlib die juist door rebellen werden belegerd, zijn volgens het Rode Kruis geëvacueerd.
Oost-Aleppo was vier jaar lang in handen van diverse rebellengroepen, van min of meer gematigde islamisten tot extremistische jihadisten. Met steun van Rusland en Iran heeft het leger van president Assad de stad heroverd. Beelden van de vernietiging die de bombardementen en de strijd teweegbrachten schokten de wereld. Duizenden burgers lieten het leven door het oorlogsgeweld in de grootste stad van Syrië.
Met veel moeite kwam uiteindelijk een afspraak over evacuatie tot stand. Zeker 35.000 mensen werden volgens de VN met bussen naar elders gebracht. Strijders en hun familieleden zijn naar rebellengebied buiten de stad gebracht. De stad Idlib, zo’n 50 kilometer verderop, is het eerstvolgende bolwerk waar opstandelingen nog de dienst uitmaken.
VN-gezant Staffan de Mistura waarschuwde donderdag nogmaals dat Idlib „het volgende Aleppo” kan worden. Alleen een landelijk staakt-het-vuren kan meer bloedvergieten voorkomen, zei hij.
Strategisch is de herovering van Aleppo een belangrijke overwinning voor het regime.