Dat blijkt uit de arbeidsvoorwaardennota voor 2017 die de vakorganisatie vandaag presenteerde. RMU-voorman Peter Schalk overhandigde in Den Haag het eerste exemplaar aan Michaël van Straalen, voorzitter van MKB-Nederland. In de nota zet de RMU de koers uit voor de onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden in het komende jaar.

De roep om de lonen relatief harder te laten stijgen, klonk de afgelopen tijd vaker. Onder anderen president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) stelde eerder al dat de achtergebleven koopkracht van werknemers een impuls nodig heeft. Uit een DNB-studie bleek dat Nederlandse werknemers de afgelopen jaren minder loonstijging kregen dan economisch verantwoord was. Dit kwam doordat de zogenoemde arbeidsinkomensquote (het aandeel van wat we met elkaar verdienen dat in de vorm van loon naar werknemers gaat) de afgelopen jaren te hoog is ingeschat. Hierdoor is de koopkracht onnodig onder druk gekomen, terwijl de bedrijfswinsten sterk opliepen.

„Al tientallen jaren verliest arbeid het, ook in Nederland, van kapitaal. De inkomensverdeling wordt daardoor steeds schever”, verwoordt Chris Baggerman, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de RMU, dit standpunt in de nota. „Een kleine fooi voor medewerkers, terwijl winsten stijgen en directies extra bonussen incasseren? Dan trek je verhoudingen scheef. Arbeiders zijn hun loon waard.”

De RMU becijfert de werkelijke loonruimte bij bedrijven aan de hand van de stijging van de arbeidsproductiviteit en de inflatie. Die optelsom komt voor 2016 uit op 2,1 procent. De maximale loonstijging die de RMU als „loonwens” bepleit –de RMU stelt nadrukkelijk geen looneis–, ligt daar met 2,5 procent duidelijk boven. Dit komt doordat de vakorganisatie alvast inspeelt op de onder meer door het Centraal Planbureau aangekondigde aanpassing van de arbeidsinkomensquote.

De reformatorische vakorganisatie maakt zich sowieso zorgen over de steeds groter wordende loonkloof in Nederland. Zo blijkt uit cijfers dat de vijf grootverdieners in een bedrijf vorig jaar zes keer meer salaris verdienden dan de gemiddelde werknemer. In 2010 was dat nog 5,5 keer zo veel.

Volgens Baggerman is „een te grote discrepantie” tussen de salarissen van de directie en de werkvloer niet goed voor de cohesie in de samenleving. De RMU wil daarom dat de gemiddelde loonstijging van de directie niet hoger mag zijn dan de gemiddelde loonstijging van werknemers.

De RMU gaf haar nota de titel ”Werk in balans” mee. Volgens de organisatie is die balans op veel terreinen zoek of verstoord.

Voor het eerst ontvouwt de RMU daarnaast een visie op de positie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt. „De Bijbel roept op tot liefde voor onze naaste”, stelt de vakorganisatie, die stelt dat vluchtelingen daarom de mogelijkheid moet worden geboden een plek te krijgen op de arbeidsmarkt, mede omdat dit de integratie bevordert.