Adoptie buitenlandse kinderen daalt al 10 jaar
Het adopteren van kinderen uit het buitenland is in de afgelopen tien jaar flink afgenomen in Nederland, van 1185 buitenlandse adoptiekinderen in 2005, tot 304 vorig jaar, blijkt uit cijfers van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).
Een derde van deze kinderen (100) kwam het afgelopen jaar uit China, gevolgd door de Verenigde Staten (12 procent), Zuid-Afrika (9 procent), Nigeria en de Democratische Republiek Congo (beide 5 procent).
De adopties uit het buitenland tonen in de afgelopen vijftig jaar sterke fluctuaties. In 1965 ging het nog maar om 39 kinderen, maar tien jaar later waren het er al 1018. In 1985 steeg het aantal adoptiekinderen uit het buitenland tot bijna 1300. Tien jaar later waren het er nog maar 661.
Adoptie begon in ons land met de adoptie van Nederlandse kinderen. De eerste adoptiewet werd in 1956 aangenomen. In Nederland spelen particuliere bemiddelingsorganisaties van oudsher een grote rol bij het adopteren van kinderen uit het buitenland, overigens onder toezicht van de overheid. Aspirant-adoptieouders mogen ook pas adopteren na een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming en vervolgens na toestemming van het ministerie van Veiligheid en Justitie.