Open Brief van 1966 vormde uitlaatklep voor onvrede bij vrijgemaakt gereformeerden
Het is begin jaren 60 van de vorige eeuw onrustig in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Verschillende stromingen profileren zich, terwijl de krachtsverhoudingen na het overlijden in 1952 van dr. K. Schilder, de voorman van de Vrijmaking van 1944, nog niet zijn uitgekristalliseerd.
De Open Brief van 31 oktober 1966, maandag vijftig jaar geleden, vormt een uitlaatklep voor onvrede. De brief bevat kritiek op het waarderen van de Vrijmaking van 1944. Binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) is er zo’n twintig jaar na deze scheuring in de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN), een stroming die de Vrijmaking als door God ingegeven ziet. De schrijvers van de Open Brief denken daarover genuanceerder.
Het debat over de vraag hoe de Vrijmaking moet worden gewaardeerd, speelt volop in de eerste twee decennia na 1944. De kwestie waar het destijds om draaide, het besluit van de GKN dat predikanten moeten instemmen met de visie dat kleine kinderen als wedergeboren worden beschouwd totdat het tegendeel blijkt, wordt in 1946 door de GKN afgezwakt met de zogeheten Vervangingsformule. Er volgen lijmpogingen. Onder leiding van ds. B. A. Bos keren zo’n 2500 vrijgemaakten terug naar de GKN.
De Vervangingsformule zelf wordt in 1959 door de GKN-synode weer terzijde geschoven. De GKV-synode van 1961 in Assen vat dat op als een signaal dat hereniging van beide kerken verder weg is dan ooit en besluit geen contacten met de GKN te onderhouden. De Groningse predikant ds. A. van der Ziel denkt daar echter anders over. Hij zoekt contact met de synodaal gereformeerde kerken in Groningen en wordt geschorst.
Synode
Een signaal dat er zaken mis dreigen te gaan, is de gang van zaken tijdens de generale synode van de GKV in Rotterdam-Delfshaven. Deze behandelt in 1964 en 1965 de kwestie-Van der Ziel. Ze ondersteunt met een meerderheid van één stem de schorsing van de predikant. De minderheid van de afgevaardigden verlaat daarop de vergadering.
In reactie op zijn schorsing belegt ds. Van der Ziel in 1965 met een groot deel van zijn gemeente eigen kerkdiensten. De zogeheten Tehuisgemeente, genoemd naar de vergaderlocatie, zalencentrum Het Tehuis in Groningen, is een feit. Naast ds. Van der Ziel gaan ook andere GKV-predikanten er voor. Een conflict dat lokaal begon, verspreidt zich op die manier.
De verdeeldheid wordt ook van een andere kant gevoed. De Bredase predikant ds. B. Telder ventileert in 1960 de opvatting dat Gods kinderen na hun sterven in een zielenslaap verkeren tot de oordeelsdag. Die visie wijkt af van zondag 22 van de Heidelbergse Catechismus. In 1965 scheurt de gkv-gemeente in Breda over de vraag of binding aan de belijdenis, als in alle opzichten overeenkomend met Gods Woord, noodzakelijk is. De meerderheid van de kerkenraad steunt ds. Telder in de opvatting dat dit niet hoeft. In de maanden daarna voltrekt de scheuring zich in de classis Noord-Brabant/Zuid-Limburg.
Ds. Schoep
En dan is er de Open Brief, opgesteld door ds. B. J. F. Schoep uit Nieuwer-Amstel. Op 31 oktober 1966 verklaren negentien predikanten en zes andere GKV-prominenten hierin ds. Van der Ziel te steunen. Ze zetten zich af tegen het warekerkdenken, dat in de GKV in opmars is. De kerkelijke visie op artikel 28 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, over de ware kerk, moet het ontgelden.
Directe aanleiding voor ds. Schoep om de brief op te stellen, is een gedenkboek over de Vrijmaking. Daarin schrijft ds. P. Lok uit Berkel en Rodenrijs: „Wil de zaak van Jezus Christus nog een toekomst hebben in ons land, dan zullen degenen die bij deze zaak betrokken zijn elkander vóór alles hebben te vinden in de benoeming en waardering van dat wat er in 1944 in Nederland is geschied binnen de Gereformeerde Kerken.” Die zinsnede schiet ds. Schoep in het verkeerde keelgat.
Twee weken later barst de bom in de Nieuwe Kerk in Kampen, een grote gkv-gemeente met zo’n 3000 zielen. In de gemeente zijn al liggingsverschillen. Twee van de vier predikanten, G. Visée en J. O. Mulder, stellen dat de Tien Geboden en zeker het sabbatsgebod, niet meer een-op-een toepasbaar zijn in de nieuwtestamentische tijd. Ds. Mulder is medeondertekenaar van de Open Brief.
Aan het einde van de tweede ochtenddienst op 27 november 1966 klinkt in de kerk protest tegen de preek van ds. Mulder. Een deel van de bezoekers verlaat de dienst. Kort daarop besluit een aantal leden zelfstandig diensten te beleggen. In De Reformatie, het landelijke kerkblad van de GKV, betitelt hoofdredacteur prof. J. Kamphuis ds. Mulder als een „wolf in schaapskleren.”
De gebeurtenissen in Kampen hebben landelijk impact, mede omdat de Theologische Hogeschool van de GKV ook in deze Overijsselse stad is gevestigd. Docenten en hoogleraren moeten kleur bekennen. De hoogleraren H. J. Schilder en vooral J. Kamphuis werpen zich op als hoeders van de Vrijmaking. Hun collega’s H. J. Jager en C. Veenhof zijn loyaal aan de openbriefschrijvers en verliezen uiteindelijk hun positie.
In de tijd die volgt, voltrekt zich een dramatische kerkscheuring. In de kerkelijke vergaderingen, uitmondend in de generale synodes van 1967 in Amersfoort-West en Hoogeveen in 1969, maakt iedere nuance plaats voor zwartwitdenken. Wie zich niet kan vinden in de lijn die onder meer doorklinkt in De Reformatie, komt buiten het kerkverband te staan. Zo ook ds. Schoep, afgevaardigde naar de synode van 1967. De kerkvergadering debatteert drie dagen over de vraag of de instemming die de predikant betuigt met de belijdenis, valt te rijmen met de Open Brief. Nee, zo is de conclusie. Het klimaat van het absolute overheerst, stelt dr. Ab van Langevelde in zijn vorig jaar verschenen dissertatie over C. Veenhof.
Buiten verband
De predikanten en gemeenten die buiten het verband van de GKV belanden, groeperen zich aanvankelijk niet. Ze gaan door het leven als Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (buiten verband). In 1979 wordt besloten de naam Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) aan te nemen. Drie jaar later wordt het Akkoord voor Kerkelijk Samenleven (AKS) gesloten, dat fungeert als een kerkorde. Drie Ngk-gemeenten (Oegstgeest, Utrecht en Groningen-Tehuis) ondertekenen dit niet, onder meer vanwege huiver voor van bovenaf opgelegde decreten van kerkelijke vergaderingen.
De laatste twintig jaar is er sprake van een toenemende ontspanning in de relatie tussen GKV en NGK. Bijna overal is het contact tussen de plaatselijke gemeenten hersteld. Veelal is er sprake van samenwerking, in enkele gevallen zelfs van samengaan. In 2006 brengen de kerkbladen De Reformatie en Opbouw een gezamenlijk themanummer uit over de Open Brief. In 2015 fuseerden beide titels tot het kerkelijk magazine Onderweg.
Ook op synodaal niveau tekent zich een veranderende koers af. De NGK deden de GKV in 2014 een verzoek om te streven naar hereniging. De GKV-synode besloot hier korte tijd later op in te gaan. Het feit dat in de NGK vrouwen ambtsdrager kunnen zijn, hoeft volgens de GKV geen beletsel te zijn voor nadere gesprekken.
Vorige week publiceerden de GKV-deputaten kerkelijke eenheid een vergaderstuk voor de volgende synode, in 2017 in Meppel. Wat de deputaten betreft wordt het mogelijk dat NGK-predikanten voorgaan in alle GKV-gemeenten. Het preken door GKV-predikanten is in vrijwel alle NGK-gemeenten al wat langer de praktijk. Het is aan de landelijke vergadering van de NGK, die op 12 november wordt geopend, en de GKV-synode, volgend jaar, om te bepalen hoe vervolgstappen richting hereniging kunnen worden gezet.
---
Zie ook:
Toelaten homoparen struikelblok bij toenadering gkv en ngk Kampen (Reformatorisch Dagblad, 5 februari 2016)
Prof. C. Veenhof afgeknapt op kerkelijke twisten (Reformatorisch Dagblad, 24 september 2015)
GKV besluiten tot samensprekingen met NGK (Reformatorisch Dagblad, 14 juni 2014)
NGK: Licht op groen voor hereniging met GKV (Reformatorisch Dagblad, 1 maart 2014)
NGK zetten hereniging met GKV op agenda (Reformatorisch Dagblad, 2 november 2013)
Rapport: Weg vrij voor eenwording GKV en NGK (Reformatorisch Dagblad, 22 oktober 2013)