Synode CGK spreekt over diaconaat
Kerken die het diaconaat in de gemeente goed willen laten functioneren, moeten het diaconaal bewustzijn van predikanten versterken.
Dat stellen deputaten diaconaat van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) in hun rapport, dat de generale synode dinsdag in Nunspeet bespreekt.
Het versterken van het diaconaal bewustzijn kan bijvoorbeeld door het onderhouden van goede contacten met de Theologische Universiteit Apeldoorn –waar aanstaande predikanten van de CGK hun opleiding krijgen– en door nascholing, het organiseren van symposia en het starten van een studiegroep diaconaat.
Het is deputaten diaconaat niet gelukt om tot nadere samenwerking met de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) te komen. Ze zullen voortaan „samenwerken waar het kan, maar apart gaan waar dat moet.” Deputaten diaconaat werken al samen met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK).
Synodelid dr. A. Versluis (Ouderkerk aan de Amstel) vroeg waarom de samenwerking met onder meer de HHK moeilijk op gang komt. Deputaat ds. M. Visser antwoordde dat de CGK zeker niet negatief tegenover samenwerking met andere kerken staan. „We zoeken die ook. Het lastige is dat de HHK geen diaconaal bureau kent, zoals de GKV en de NGK dat wel hebben. Er ligt geen concreet plan, maar we blijven waar mogelijk samenwerken.”
Gul
Uit de cijfers van deputaten diaconaat blijkt dat christelijke gereformeerde kerken „gul” aan diaconale projecten geven. Zo doneerden de 73.000 kerkleden vorig jaar alleen al ruim 664.000 euro aan noodhulp bij rampen.
Ds. J. G. Schenau (Goes) constateerde dat er weliswaar meer diaconaal geld binnenkomt, maar dat de opbrengsten van kerkelijke collecten teruglopen. Ds. Visser zei dat er inderdaad minder wordt gegeven bij algemeen-diaconale collecten, maar meer voor noodhulp en bij rampen.
Zorg voor de schepping
Op de synodetafel lag een voorstel om de tekst van artikel 24-27 (over de dienst van de diakenen) in de kerkorde te wijzigen. Dr. J. W. van Pelt (Oud-Beijerland) vroeg aandacht voor de taak van diakenen om niet alleen hulp te verlenen, maar ook om mensen vanuit de Schrift te bemoedigen. Hij ziet dat „aloude element” onvoldoende terug in de voorgestelde formulering.
Deputaat ds. Visser zegde toe de bemoediging vanuit de Schrift in de tekst meer „expliciet” te maken.
Dr. D. J. Steensma (Veenwouden) vroeg zich af of rentmeesterschap en zorg voor de schepping tot het eigene van het diakenambt hoort, zoals deputaten stellen. Hij wees erop dat dit in een eerder uitgegeven brochure over diaconaat niet aan de orde komt.
Ds. Visser: „We zijn geroepen om voor elkaar en voor de schepping te zorgen. Dat is de kern van diaconaat.”