Twaalf doden bij aanval op hulpkonvooi Aleppo
Bij een bombardement op een hulpkonvooi in Syrië zijn maandag twaalf mensen om het leven gekomen, waaronder verschillende hulpverleners van de hulporganisatie Rode Halve Maan en chauffeurs van de vrachtwagens met hulpgoederen. Dat meldt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten.
Hulpkonvooien grepen de wapenstilstand die afgelopen dagen van kracht was aan om voedsel naar de burgers te brengen. Het Syrische leger zegde het bestand maandag echter op en hervatte de strijd. De vrachtwagens met hulpgoederen werden daarna vanuit de lucht bestookt in de buurt van Aleppo. De trucks zouden geraakt zijn door vijf raketten, terwijl ze op een terrein van een hulpcentrum van de Rode Halve Maan in Urm al-Kubra geparkeerd stonden. Onder meer het hoofd van het centrum vond de dood. Het konvooi had meel en medische hulpgoederen voor 78.000 mensen aan boord.
De speciale VN-gezant voor Syrië, Staffan de Mistura, heeft woedend gereageerd op de aanval. Hij noemt de aanval „schandalig”. Volgens hem had het hulpkonvooi na lang onderhandelen en na en lange voorbereiding toestemming gekregen om hulpgoederen te brengen naar de geïsoleerde burgers van Aleppo. Hulpkonvooien gaan regulier pas op pad als afgesproken is dat de hulpverleners veilig zijn.
Het Nederlandse Rode Kruis spreekt in een reactie over een „afschuwelijke aanval.” ,Onze gedachten gaan uit naar de families van de dappere hulpverleners van het lokale Rode Kruis die werden gedood tijdens de afschuwelijke aanval op het hulpkonvooi in de buurt van Aleppo. Het Rode Kruis is geschokt dat hulpverleners opnieuw slachtoffer worden van de bruutheid van het conflict in Syrië.
Sinds de wapenstilstand is opgeheven, registreerde het Observatorium zeker 35 aanvallen op doelen van rebellen in en rond Aleppo. Daarbij zouden 32 mensen zijn omgekomen.