Beide kampen hebben zich nog enkele malen aan geweld schuldig gemaakt, stelde het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten in Londen donderdagmorgen.

Volgens het observatorium, dat met hulp van activisten ter plaatse doorgaans betrouwbaar over het conflict in Syrië bericht, zijn er wel gewonden gevallen en is materiële schade aangericht. Een aantal rebellengroepen beschoot stellingen van regeringstroepen. Ook het leger en regeringsgezinde strijders voerden enkele bombardementen uit, constateerde het observatorium.

Eerder op de dag klaagde Rusland, een van de geestelijk vaders van het staakt-het-vuren, nog dat de rebellen zich niet aan het bestand houden. Het geweld zou wel zijn geluwd. Rusland sprak daarom met de Verenigde Staten een verlenging af van de wapenstilstand, waarvan de eerste termijn volgens het Kremlin woensdagavond zou aflopen. Het bestand duurt nog minstens 48 uur langer, aldus Moskou en Washington, 
respectievelijk beschermheer van de regering in Damascus en van een aantal rebellengroepen.

Over de exacte duur van het staakt-het-vuren en de partijen die zich eraan houden, is veel onduidelijk. Rusland en de Verenigde Staten houden de precieze afspraken tot dusver geheim.

Het Syrische leger heeft beloofd om de wapens zeven dagen te laten rusten. Als het bestand negen dagen stand houdt, dan nemen Rusland en de VS de strijd tegen terreurgroepen als Islamitische Staat en Jabhat Fateh al-Sham (voorheen al-Nusrafront) over en mag het Syrische regeringsleger nergens meer bombarderen.

Rusland zei woensdag zestig bestandsschendingen door de opstandelingen te hebben geteld. Moskou eiste opnieuw dat de VS, die door hun steun aan de opstandelingen invloed op hen zouden kunnen uitoefenen, hen in toom houden. De rebellen hebben niet officieel verklaard zich aan de wapenstilstand te houden, maar volgens ingewijden steunen ze het wel.

Intussen staan twee hulp­konvooien sinds woensdagochtend stil in een strook niemandsland in Syrië. De vrachtwagens waren vanuit Turkije onderweg naar de Syrische stad Aleppo. Ze kunnen niet verder. Zowel Damascus als de opstandige rebellenbeweging wil bepalen wie welke hulp naar de stad brengt.

De konvooien bestaan elk uit zo’n twintig vrachtwagens. Ze vervoeren voedsel en bloem. Nadat ze de grens bij de Turkse stad Cilvegozu waren overgetrokken, zijn ze op 40 kilometer ten westen van Aleppo tot stilstand gekomen. In de stad wachten duizenden hongerige bewoners. Die zitten klem in de verwoestende strijd tussen rebellen en het Syrische leger.