„Kerk wordt wakker geschud door tekenen der tijden”
De Heere schudt de kerk wakker door de tekenen der tijden. Calvijn had gelijk toen hij schreef dat God ons een kruis oplegt, opdat we niet te veel aan het tijdelijke leven hechten, maar gericht zijn op het eeuwige leven.
Ds. A. J. Mensink, voorzitter van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), sprak maandagochtend in Elspeet op de jaarlijkse studieweek die de Gereformeerde Bond voor theologiestudenten organiseert in Elspeet een openingswoord over het thema ”Leven in het licht van het eschaton”.
De predikant vroeg zich af of een studieweek over eschatologisch (gericht op de eindtijd, red.) leven en denken niet het meedoen was met een hype. „Omdat we een kans ruiken om weer eens te laten zien dat we als kerk ook relevant kunnen zijn? Eerlijk gezegd zit er een verzoeking in.
Wil je in de prediking mensen écht boeien, dan moet je het over de eindtijd hebben. De eindtijd als tegenwoordige tijd. Veel uit Openbaring preken. Ook voor jongeren. Daar kunnen ze wat mee. Het gevaar ligt soms op de loer om hiermee te scoren, om trendy te zijn, het veel te hebben over onze tijd die in toenemende mate eschatologisch geladen wordt. Maar historisch gezien past die hype meer bij de doperse theologie dan bij de theologie van Wittenberg en Genève. Die is veel nuchterder, denken wij.”
Wereldgeschiedenis
Ds. Mensink plaatste ook een theologische kanttekening bij het thema waar de theologiestudenten deze week bij stilstaan. „Wij leven en denken toch vanuit het midden? We leven toch niet uit het slot van de wereldgeschiedenis, maar uit haar hart, namelijk het kruis en de opstanding van Christus? Wij preken toch eerst over de dingen die geschied zijn, en daarná toch pas over de dingen die geschieden zullen en moeten?”
Laten we, zei ds. Mensink, hier geen valse tegenstellingen suggereren. „Leven uit het midden is eschatologisch leven. Niet alleen omdat de tijd van de laatste dingen is aangebroken op de dag van Jezus’ opstanding en hemelvaart. Maar ook omdat de wereld naar het einde toe geregeerd wordt vanúít dit midden. In de opstanding van Christus is het eeuwige leven doorgebroken, en dus zal het ook verder doorbreken.”
Kruis en opstanding
De God van het eschaton is de God van kruis en opstanding, zei de voorzitter van de Gereformeerde Bond. „Wie de God van Goede Vrijdag en Pasen kent, weet dat déze werkelijkheid, déze wereld niet het laatste kan zijn; hooguit het vóórlaatste. In de Petrusbrieven komt dat heel mooi samen. De opstanding van Christus is het steeds terugkerende thema en fundament. Dóór die opstanding is er wedergeboorte en hoop. En de doop is daarvan het hoopvolle teken. Een eschatologisch teken zelfs. Waarmee Petrus de aangevochten christenen bemoedigt: ze leven in een tijd en een wereld van een krom en verdraaid geslacht. Menselijkerwijs gesproken een tijd om met vrees en beven tegemoet te zien. Ware het niet dat deze christenen uit de dood en opstanding van Christus mogen leven, en dus hoopvol mogen volharden: leven vanuit het einde. Omdat ze leven vanuit het midden.”
Het thema ”Leven en denken vanuit het einde” is toch goed gekozen, zei ds. Mensink uiteindelijk. „Dit thema is nodig. Dit thema is heilzaam. Ook voor de theoloog zélf.”
Hartslag van het geloof
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, sprak over de plaats en roeping van de Gereformeerde Bond in de 21e eeuw. Hij formuleerde als missie van de GB: „Het bevorderen dat de Protestantse Kerk in Nederland zich gebonden weet aan de gereformeerde belijdenis.” „De vraag is of we hier warm voor lopen. Nu, laat ik zeggen: ík wel. Het raakt allereerst onze waardering voor de belijdenis, voor de inhoud daarvan. Daarin horen we de hartslag van het geloof, zien we de kernnoties uit de Heilige Schrift flonkeren. Als die belijdenis ontvouwd wordt in de prediking of de catechese ademen we op, omdat het werk van de drie-enige God aan de orde komt.”
Verlegenheid
Vanuit die belijdenis leren we wie God is, zei Vergunst. „Iemands godsbeeld bepaalt zijn godsdienst. We lezen en leren van het werk van de Vader, als onze Schepper, Die ons draagt door Zijn kracht; van het werk van de Zoon, onze Zaligmaker en Verlosser door Zijn bloed; van de Heilige Geest, Die de genade thuisbrengt, Die onze heiligmaking is door Zijn woning in onze harten. Dat bijeenhouden van het werk van de drie-enige God mag kenmerkend zijn voor de prediking in de Gereformeerde Bond, al wordt het ook elders gevonden en al is het zoals hier voorgesteld een ideaalbeeld. Dat betekent voor ons een verlegenheid, een verlangen om steeds weer op grond van de Schrift die werkingen van de Vader, van de Zoon, van de Geest in ons leven te ervaren, als geloofsbevinding naar het Woord.”