Paleisdeuren Noordeinde zwaaien open
In een mum van tijd waren de 9240 toegangskaarten voor de bezichtiging van Paleis Noordeinde uitverkocht. Vanaf zaterdag worden –vier zaterdagen lang– ruimten in het koninklijk werkpaleis opengesteld die tot nu toe hermetisch gesloten waren. De stallen zijn op zestien middagen te bezichtigen.
De bezoekers komen aan de voorkant van het Haagse paleis binnen. Daar vormen modern beschilderde glazen deuren hun eerste aanblik. Gelukkig maakt de rest van het paleis veel goed. „Iedere generatie voegt iets aan het gebouw toe”, zegt drs. Ph. C. B. Maarschalkerweerd, directeur Koninklijke Verzamelingen. En iedere bezoeker mag daar een mening over hebben.
Brede trappen leiden van de voorvestibule naar de balkonzaal, waaruit de koninklijke familie na de rijtoer op Prinsjesdag tevoorschijn komt om het volk toe te zwaaien. In die zaal hebben ook veel beëdigingen en ontvangsten plaats.
Die ene stoel
Om de gordijnen zijn plexiglas kappen geplaatst en over het tapijt ligt een tijdelijke loopmat. „Een van de lessen die we uit de proefopenstelling hebben getrokken, is dat het publiek alles wil voelen”, zegt Maarschalkerweerd. En daar worden oude materialen niet beter van.
Ook zonder betastingen is een bezoek aan het paleis een belevenis. „Mensen voelen zich hier fysiek nabij de monarchie”, vindt Maarschalkerweerd. „In de Puttikamer vragen ze waar de koning tijdens zijn wekelijks werkoverleg zit, en vervolgens gaan ze met die stoel –niet de identieke stoel er pal naast– op de foto.”
Een van de eerste gasten die tijdens de proefopenstelling naar binnen wandelden, was de ijscoman die altijd pal tegenover het paleis staat. Ook andere omwonenden maakten gretig gebruik van de gelegenheid om de altijd ontoegankelijke ruimten te bewonderen.
Bijzonder groot is Noordeinde niet. „Toen hier gebouwen tot paleis werden samengevoegd, was er al omliggende bebouwing. Dus je kunt maar niet even een groot exercitieplein aanleggen.”
Vanaf het achterplein gezien liggen de gastenverblijven links, de werkkamers rechts. Die blijven dicht. Het middengedeelte kan de komende vier zaterdagen grotendeels betreden worden. De Indische Zaal –„prins Claus ontving daar altijd de leerlingen van het diplomatenklasje”– en de Rode Salon zijn vanwege hun kwetsbaarheid alleen vanuit de hal te zien.
Juliana
De hoge tussendeuren zijn bedekt met grote spiegels. In de antichambre –wachtkamer– achter de Puttizaal hangt een portret van prinses Juliana als jong kind. In de kamer ernaast is ze geboren. Sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is het paleis niet meer door de koninklijke familie bewoond.
De route gaat door het midden van de Grote Balzaal, bekend van Koninginnedagconcerten –vroeger–, staatsbanketten –toen het Paleis op de Dam in Amsterdam wegens restauratie niet gebruikt kon worden– en de jaarlijkse uitreiking van de Appeltjes van Oranje. Het interieur van de zaal was eigenlijk voor een Brussels paleis bestemd, maar dat ging vanwege de Belgische afscheiding (1830-1839) niet door.
Ook de eetzaal, de Kleine Balzaal en andere ruimten kunnen worden bezichtigd door de gelukkige bezitters van toegangskaarten. Op andere dagen wordt het Koninklijk Staldepartement aan de Hogewal opengesteld. Daarvoor is 20 procent van de 10.600 toegangskaarten nog te koop.
Stallen
De persrondleiding begon gistermiddag in het Staldepartement, waarna de mediavertegenwoordigers via de binnentuin, langs het Koninklijk Huisarchief, naar de achterkant van het paleis wandelden. Net achter het hek luieren Hagenezen in de tuin die koningin Juliana in 1948 voor het publiek openstelde.
Marechaussees houden de wacht bij de toegang tot het binnenplein van de stallen. Daar staan de koninklijke auto’s, de koninklijke bus en de wagen waarmee de koninklijke paarden worden vervoerd.
”Je Maintiendrai” –ik zal handhaven–, staat er boven de ingang van de binnenmanege. Het ruikt er naar stro. Op het zand staat een scherm waarop een video wordt getoond.
Paarden laten zich gewillig borstelen, terwijl ze vanuit hun ooghoeken het publiek in het vizier houden. Even verderop staat de koets waarmee ambassadeurs worden opgehaald die de koning hun geloofsbrieven komen aanbieden. En de glazen koets, die op Prinsjesdag de gouden koets zal vervangen omdat die wordt gerestaureerd. Het betekent voor koning en koningin een hogere op- en afstap.
Drie koninklijke auto’s staan er te pronken: de Minerva uit 1925, geflankeerd door de Ford Scorpio uit 1992 en de Mercedes-Benz uit 1985. Bezoekers krijgen die informatie in een boekje voorgeschoteld, en voor kinderen is er een vereenvoudigde uitgave.
Koning Willem-Alexander bracht de zomeropenstelling al snel na zijn inhuldiging ter sprake. Wat hem betreft wordt die elk jaar herhaald.
>>tickets2.paleis-noordeinde.nl