Muziek

Organist Bart Jacobs pendelt tussen Brussel en „den boerenbuiten”

In Nederland krijgen zijn orgel-cd’s lovende recensies. In België mag hij zich vaste bespeler van een van de belangrijkste instrumenten van het land noemen. Toch blijft de Vlaming Bart Jacobs (39) bescheiden. „Ik ben maar een eenvoudige organist van den boerenbuiten.”

29 January 2016 16:39Gewijzigd op 16 November 2020 01:05
Bart Jacobs aan de klavieren van het Grenzingorgel in de kathedraal van Brussel. Beeld RD
Bart Jacobs aan de klavieren van het Grenzingorgel in de kathedraal van Brussel. Beeld RD

Hij woont inderdaad in „den boerenbuiten”: in het gehucht Eikevliet (gemeente Bornem) aan het riviertje De Vliet, ten zuiden van Antwerpen. Het huis van de familie Jacobs –de musicus en zijn vrouw hebben drie kinderen– staat aan de rand van het dorp, met vrij uitzicht over de weilanden. In zo’n omgeving is Jacobs ook opgegroeid, vertelt hij. „In het dorpje Sint-Amands, een stukje verderop in de bocht van de Schelde.”

Vanuit Eikevliet is het een halfuur rijden naar Brussel. Sinds 2012 is Jacobs daar organist van de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele. In deze kathedraal hangt sinds 2000 een vierklaviers orgel van de Duitse bouwer Gerhard Grenzing. Samen met de Waalse musicus Xavier Deprez is Jacobs verantwoordelijk voor het orgelspel in de diensten van de kathedraal.

„Dat betekent om de week een druk weekend: vijf diensten in Brussel spelen. Zaterdagmiddag twee: eerst een Nederlandstalige dienst, en vervolgens een Franstalige. En dan zondags drie: om tien uur een tweetalige dienst, om halftwaalf een Franstalige en om halfeen nog een keer een Franstalige. Al die verschillende liturgieën, dat is nog weleens complex.” Met een glimlach: „M’n Frans is ook niet zo goed.”

Naast zijn functie in de kathedraal van Brussel is Jacobs ook organist van de rooms-katholieke OLV-kerk van Bornem. Daar staat sinds 2013 een gloednieuw instrument van de Belgische orgelmaker Thomas, gebouwd in stijl van de 18e-eeuwse Saksische orgelmaker Gottfried Silbermann. De cd die Jacobs twee jaar geleden op ‘zijn’ orgel in Bornem maakte, met muziek van leerlingen van Bach, werd in deze krant door Sietze de Vries uiterst lovend besproken. De recensent sprak van „het briljante spel” van een „uitmuntende organist.”

Synthesizer

In de plaatselijke parochie van Sint-Amands is op een „natuurlijke manier” zijn liefde voor de muziek ontstaan, zegt Jacobs. „Ik speelde als kind dwarsfluit, deed mee in de fanfare en zong in het knapenkoor van de kerk. Ik kreeg een kleine synthesizer, waarmee ik in popgroepjes speelde en waarop ik de koorliedjes oefende. Alle soorten muziek vond ik interessant.”

De pastoor had al snel door dat de jonge Bart handig was met het klavier. Op z’n 13e werd hij kerkorganist. „Ik had nog steeds geen orgelles gehad. Maar dat was geen probleem. Ik deed een heleboel ervaring op. Dat mis je weleens als kinderen vroeg op les gaan. Juist dat zelf proberen is heel belangrijk. Kennis kan ook een hoop creativiteit kapotmaken.”

De lessen kwamen er intussen ook bij Jacobs. „Een paar keer per jaar, op feestdagen, speelde in onze kerk een professionele organist uit Bornem. Bij hem kwam ik terecht. Van m’n 14e tot m’n 17e heb ik les van hem gehad.” In die jaren raakte Bart gepassioneerd voor het orgel. Zodanig, dat hij naar het conservatorium in Leuven wilde. Lachend: „Ik was nog geen groot virtuoos, hoor. Ik deed toelatingsexamen met onder andere de Fanfare van Lemmens.”

De tijd op het Leuvense conservatorium –het Lemmensinstituut– was voor Jacobs een „fantastische leerschool”, die hem ook op het spoor van de oude muziek zette. Hij noemt dirigent Erik Van Nevel, die hem de liefde voor de vocale oude muziek bijbracht. Een tweede belangrijke figuur was de klaveciniste Kris Verhelst, die hem inwijdde in de wereld van de klavecimbel (zie ”Klavecimbel”).

Maar zijn „grote voorbeeld” was en is nog altijd de Nederlandse organist Reitze Smits, die al jaren in Leuven doceert. Jacobs: „Na mijn vrouw is hij de belangrijkste persoon in mijn leven geweest. Reitze heeft me de ogen geopend voor een bepaalde manier van spelen: heel perfectionistisch, tegelijk creatief en stimulerend. Als ik les van hem had gehad, ging ik met een bonkend hart van opwinding naar huis. En nog steeds staat hij voor mij op nummer één. Als ik op de site van het project ”All of Bach” naar zijn interpretatie luister, dan denk ik nog steeds: er bestaat niks beters.”

Alkmaar

In 2000 rondde Jacobs zijn orgelstudie af met een concert waarop hij naast muziek van Bach en Weckmann ook Regers ”Wachet auf” uitvoerde. Een periode van „heel veel concerten geven” volgde. Met name op klavecimbel, als basso continuospeler in kamermuziek. „Ik studeerde bijna geen orgel meer, en dat begon ik te missen.”

Hij besloot mee te gaan doen aan belangrijke orgelwedstrijden. „Dé manier om weer met serieuze concertprogramma’s aan het werk te gaan.” In vijf jaar tijd gooide hij op vier internationale concoursen hoge ogen, met als hoogtepunt in 2009 de eerste prijs op het vermaarde Schnitgerconcours in Alkmaar.

Toen volgde een soort ontgoocheling. „Na ”Alkmaar” verwacht je dat de aanvragen voor concerten binnen zullen komen. Maar behalve uit Alkmaar kreeg ik alleen vanuit Beverwijk een uitnodiging. Dan merk je dat Vlaanderen in de orgelwereld niet zo veel betekent. We zijn maar een heel klein landje.”

Zelf had hij zich gespecialiseerd in de oude muziek. „Maar hier in Vlaanderen heb je niet de Schnitgerorgels zoals je die in Groningen hebt. Hooguit wat kleinere instrumenten van Van Peteghem. Of nagebouwde instrumenten zoals van Thomas. De muziek die ik speel past dus eigenlijk niet zo bij de streek waarin ik woon. Mooi is dat ik deze zomer voor het eerst in de Martinikerk in Groningen speel. En weer in Beverwijk.”

Intussen hekelt hij het gebruik waarbij organisten met mooie orgels concerten met elkaar uitwisselen. „Vreselijk, dat circuit. Als ik voor de kathedraal in Brussel een concertserie moet bedenken, staat kwaliteit voor mij bovenaan. Ik ga toch niet iemand vragen omdat ik dan op zijn orgel mag komen concerteren? Als ik lees wat sommige jonge Nederlandse organisten allemaal doen, dan denk ik: die moeten in de kathedraal komen spelen. Het maakt me niks uit dat ze dan geen mooi orgel in de aanbieding hebben.”

Zwaluwnest

Zelf is hij in Brussel met zijn neus in de boter gevallen. Toen hij in 2000 was afgestudeerd, kwam Jacobs via zijn leermeester Van Nevel als begeleider bij het kathedraalkoor terecht. In 2010 werd Jozef Sluys, die al decennialang als organist aan de kathedraal was verbonden, ziek. In 2012 nam hij noodgedwongen afscheid. Jacobs was toen al een jaar als een van de vervangers opgetreden. „Zonder sollicitatie ben ik er ingerold, samen met Xavier Deprez. Een mooie post. Wat mij betreft de beste van België.”

In de kathedraal heeft Jacobs de beschikking over drie orgels: een groot koororgel, een positief en –de blikvanger– het grote orgel van Grenzing uit 2000. Hoewel de organist over de plaatsing van het majestueuze instrument –als een zwaluwnest aan de zijmuur van het middenschip– zijn bedenkingen heeft, is hij in zijn sas met het vierklaviers orgel. „Je kunt er alles op kwijt. En ik speel graag alles. Bach kan ik erop spelen, maar ook Belgische romantiek en Messiaen. Alles klinkt erop, maar niet alles klinkt even fantastisch. Dat is juist kenmerkend aan een compromisorgel.” Het is wel zaak met wijsheid te registreren. „Minder is beter. Anders worden de mensen die beneden tegenover het orgel zitten, weggeblazen.”

Doordeweeks studeren op het grote orgel kan wel, maar dan moet Jacobs voor lief nemen dat toeristen hem opwachten en op de gevoelige plaat vastleggen. Dat vindt de boerenzoon duidelijk minder leuk. „Hoe vaak ik al niet op de foto gezet ben! Vooral Japanners hebben daar een handje van. Wat is er nu bijzonder aan als ik m’n schoenen verwissel?”

Niet alleen tijdens concerten maar ook tijdens de diensten op zaterdag en zondag zit de organist hoog boven de gemeente in het ‘zwaluwnest’. „Alles vanaf het koororgel begeleiden gaat niet, want dat staat helemaal achter in het koor. Wisselen van orgel kan ook niet, want ik ben vijf minuten onderweg om boven bij het grote orgel te komen. Dus ik begeleid zowel het koor als de gemeente vanaf het Grenzingorgel. Dat is niet altijd eenvoudig.”

Ten diepste is musiceren in de liturgie mooier dan het geven van concerten, stelt Jacobs. „Een koraalbewerking van Bach kun je prima op een concert spelen. Maar in de dienst klinkt zo’n stuk in de eigenlijke setting, zoals het bedoeld is. Eigenlijk vind ik dat het mooist.”


Klavecimbel

Bart Jacobs noemt zich organist-klavecinist. „Zo is het gelopen, dat het orgel op de eerste plaats kwam te staan. Maar ook het klavecimbel neemt een grote plaats in in mijn leven. Die studie vormde voor mij een tweede leerschool. Vooral basso continuo of het begeleiden van andere instrumenten vind ik fantastisch. Als ik hier thuis zit te studeren, doe ik dat met name op klavecimbel.”

In zijn werkkamer staan behalve een Johannusorgel twee klavecimbels. Het kleinste is een eenklaviers instrument naar een 17e-eeuws Italiaans model, in 1990 door Jan Boon gebouwd. „Voor de Engelse en Italiaanse middeleeuwse muziek.”

Het tweeklaviers klavecimbel dat ernaast staat, werd in 2009 door de Zweedse bouwer Kilström gemaakt naar het voorbeeld van een 17e-eeuws instrument van de Antwerpse bouwer Couchet. „Voor de 17e- en 18e-eeuwse Franse en Duitse werken.” Het is een prijzig ding: „Het heeft 30.000 euro gekost. Ik kan het meenemen in mijn auto voor concerten. In 2011 heeft Gustav Leonhardt er tijdens het slotconcert van de Vlaamse Klavecimbeldag nog op gespeeld. Dat was de een na laatste bespeling voor zijn overlijden.”

Leonhardt is voor Jacobs op klavecimbelgebied nog altijd een ijkpunt. „Hij was een van de grootste klavecinisten. Bijna dagelijks draai ik zijn opnames in mijn auto.”

In 2006 stond Jacobs met anderen aan de wieg van de Vlaamse Klavecimbel Vereniging. Deze vereniging heeft als doel om door middel van onder andere workshops en studiedagen de interesse voor het klavecimbel in Vlaanderen te vergroten.


Cd’s Bart Jacobs

Als organist en continuospeler werkte Bart Jacobs aan meer dan tien cd’s mee, onder andere met het barokorkest Les Muffatti en als begeleider van het vroegere Brusselse kathedraalkoor.

Zijn eerste solo orgel-cd verscheen in 2014, opgenomen op zijn eigen orgel in de OLV-kerk van Bornem. Hij speelt op het Thomasorgel uit 2013 aldaar werken van leerlingen van Bach.

Vorig jaar maakte Jacobs op het Thomasorgel uit 2004 in het Belgische Hoogstraten een cd met vroege werken van Bach.

Deze zomer gaat de organist zijn eerste cd maken op het Grenzingorgel van de kathedraal in Brussel. Op het „compromisorgel” wil hij een breed palet aan kerstmuziek presenteren: van Buxtehude en Bach via Widor, Karg-Elert en Dupré tot Messiaen.

Meer informatie: www.bartjacobs.eu

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer