Muziek

Leden ensemble Con Passione „durven muziek te maken”

„Begin zacht, maar wel trefzeker en intens. Alsof je prikjes uitdeelt.” De dirigent van instrumentaal ensemble Con Passione uit Veenendaal, Jan Hendrik van Schothorst, strooit kwistig met aanwijzingen én met complimenten. „Dat kwam er mooi strak uit.” Soms trekt hij het boetekleed aan. Tegen de koperblazers: „Het was mijn schuld dat het rafelig klonk. Ik ga jullie inzetten nu netjes aangeven.”

Gert de Looze

15 November 2014 20:41Gewijzigd op 15 November 2020 14:24
Con Passione. Beeld Con Passione
Con Passione. Beeld Con Passione

Na het lied ”Kroon Hem met gouden kroon” staat het ”Hallelujah” uit Händels ”Messiah” op de rol. Het valt niet voor iedereen mee om in de maat te blijven. „We komen in elk geval tegelijk aan het eind. Je hoort in deze ruimte alle oneffenheden. Daar worden we beter van. Dit is een briljant werk, wees daarom niet al te bescheiden.” Enthousiast sleept de dirigent de spelers door het stuk. Hij telt hardop, zingt passages mee en let op details. En dat heeft effect.

Con Passione, begin dit jaar over het hoofd gezien in de serie over kleine orkesten in de gereformeerde gezindte, startte in 2006 als een vriendenclub. „Het ensemble is ontstaan binnen de gereformeerde gemeente van Veenendaal en in augustus als een zelfstandig ensemble verder gegaan”, vertelt violiste en voorzitter Diana van der Sluys. „Het ensemble telt nu 25 leden, strijkers, hout- en koperblazers en een harpiste. De jongste is 15 en de oudste 53 jaar. Ons doel is verantwoorde christelijke en klassieke muziek in te studeren en uit te voeren. We leveren zo’n zes keer per jaar een bijdrage aan kooruitvoeringen en geven elke twee jaar een instrumentaal concert.”

Vanavond bereiden de musici zich tijdens de repetitie in een ruimte van het Computer Training Centrum in Veenendaal voor op het concert van 15 november in de Sionskerk in Veenendaal. Op het programma staan een mars van Mendelssohn, Händels ”Hallelujah” en bewerkingen van geestelijke liederen. De blazers weten goed raad met de snelle noten in het intro van ”Loof de Koning”. Er valt altijd iets te verbeteren: „Leg het hoofdaccent op tel één en een nevenaccent op tel drie. Vertel een verhaal, neem de luisteraars mee. Deze passage is melancholisch. Willen jullie haar zo spelen?”

De musici werken geconcentreerd en praten nauwelijks. Wat opvalt, is dat ze de dirigent niet laten kletsen en zijn aanwijzingen goed oppakken. Of het nu om het melodieuze ”Rust mijn ziel, uw God is Koning” of om een pittige mars gaat.

Diana van der Sluys geniet van de ongedwongen, gezellige sfeer onder de musici. „Verbeterpunten? Meer kijken naar de dirigent en werken aan de zuiverheid bij de strijkers.” Contrabassist en cellist Marnix Klooster noemt het samenspelen enorm stimu­lerend. „Ik vind het waardevol om luisteraars iets mee te geven door geestelijke werken te spelen.”

Van Schothorst noemt het werken aan expressie een aandachtspunt. Hij is hoopvol gestemd: „Deze mensen durven muziek te maken.”

Meer informatie: www.facebook.com/conpassioneveenendaal


Dit is het nagekomen laatste deel van een serie over kleine orkesten in de gereformeerde gezindte.

Meer over
Kleine orkesten

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer