Wandelen in Straatsburg in de voetsporen van Calvijn
Hij staat bekend als de Geneefse reformator. Maar Johannes Calvijn woonde zeker niet alleen in Genève. Ook in Straatsburg, onder andere, bracht hij een paar jaar van zijn leven door. Eigenlijk wilde hij er zelfs niet eens meer weg.
In Straatsburg heeft Calvijn de gelukkigste tijd van zijn leven gehad, zegt gids Annie Dumoulin, terwijl ze stilhoudt bij een pand aan de Rue du Bouclier. „Hij had hier, om maar wat te noemen, een eigen gemeente, de eerste protestantse gemeente van Frankrijk. En: hij trouwde hier, op 10 augustus 1540, met Idelette de Bure. Die hij karakteriseerde als een „rechtschapen en eerlijk” persoon, „et même jolie” – en zelfs knap.”
Toen Guillaume Farel hem in 1541 naar Genève (terug)riep, had Calvijn daar dan ook het liefst geen gevolg aan gegeven. Dumoulin: „Maar hij wist zich geroepen door God Zelf.” Ze pakt haar notities erbij, citeert dan uit Calvijns antwoord aan Farel: „Als ik de keus had, zou ik niets liever doen dan stoppen met deze zaak. Maar aangezien ik besef dat ik mezelf niet toebehoor, bied ik mijn verslagen hart aan als een offer aan de Heere.”
Laboratorium
Annie Dumoulin is adjunct-directeur van de VVV in Straatsburg. Met een zekere regelmaat leidt ze groepen rond door de hoofdstad van de Elzas. Een tocht in de voetsporen van Calvijn is echter alweer een paar jaar geleden, zegt ze. In 2009 misschien, het 500e geboortejaar van de kerkhervormer? „Dát zou kunnen ja.” Hoe dan ook, ze verdiepte zich grondig in de relatie Straatsburg en Calvijn.
Sporen blijken er zeker nog wel – maar ze zijn niet altijd even zichtbaar meer. In de Rue du Bouclier loopt de gids het terrein op van de ”église réformée du Bouclier”. De deuren van de kerk zijn gesloten. „Op deze plaats kwam ook Calvijn met zijn gemeente samen. Calvijn diende de gemeente, die uit zo’n 100, 200 Franstalige vluchtelingen bestond, van 1538 tot 1541. Je kunt zijn gemeente beschouwen als een laboratorium, een prototype, een model voor alle calvinistische gemeenten die vervolgens ontstonden – met een predikant, ouderlingen, doctoren, diakenen.”
Calvijn preekte hier elke dag van de week, zo blijkt uit een brief uit 1540. Dumoulin: „Jammer genoeg is niet een van zijn Straatsburgse preken op schrift overgeleverd.”
Op de muur van de kerk is een marmeren plaquette aangebracht, gewijd aan „de eerste predikanten van de Franse vluchtelingengemeente, Jean Calvin (1538-1541) en Pierre Brully (1541-1544). Hun werken volgen hen.” Volgt de huidige ”église reformée” nog altijd het door hen uitgezette spoor? Dumoulin, die zo’n beetje iedereen hier lijkt te kennen, wenkt naar een donkergeklede man die juist met zijn dochtertje achterop het terrein op komt fietsen.
„Bent u de dominee?”
„Een van de twee, ja.”
„Misschien kunt u wat vertellen over uw gemeente?”
De jonge predikant stelt zich voor als Fabian Clavairoly. „Je kunt onze gemeente beschouwen als een liberale gemeente”, zegt hij. „Op een doorsneezondag zitten hier tussen de vijftig en de honderd mensen, die overal vandaan komen. Uit Straatsburg zelf, maar ook wel uit Kehl bijvoorbeeld, aan de overkant van de Rijn. Nogal wat mensen zijn amper bekend met het christelijk geloof. Ook voor hen willen we er zijn.
Nadrukkelijk probeer ik wel aandacht te hebben voor de erfenis van Calvijn. Juist vanmorgen heb ik een groepje geleid waarin ik zijn werk en betekenis voor het voetlicht heb gehaald. Je merkt vaak dat mensen daar helemaal niet meer bekend mee zijn.
Maar wat ik zeg: we zijn een liberale, vrije gemeente. Kinderen mogen bij ons aan het avondmaal. En als een homoseksueel koppel ons vraagt zijn relatie te zegenen, zullen we dat zeker niet weigeren.”
Gids Dumoulin wijst op de –wat vervallen uitziende– panden bij de église réformée (foto). „Mógelijk heeft Calvijn hier gewoond.”
Bucer
Straatsburg is niet alleen de stad van Johannes Calvijn. De wandeltocht voert langs de plaats waar ooit de woning stond van Johannes Sturm (1507-1589), de eerste rector van het protestants gymnasium. En langs de église St.-Thomas, waar Martin Bucer van 1531 tot 1540 predikant was.
De fraaie Thomaskerk, die momenteel wordt gerestaureerd, bevindt zich aan de Rue Martin Luther. Een straatnaam die overigens nog maar dateert uit 1990, weet Dumoulin. „Daarvoor was dit de Rue St. Thomas. Maar men vond dat een Maarten Lutherstraat hier toch niet mocht ontbreken.”
Het was Bucer, de ”reformator van Straatsburg”, die Calvijn in 1538 bewoog om –vanuit Basel– naar zijn stad te komen. „Bucer, maar ook zijn collega Wolfgang Capito, vroeg hem dringend zich hier te ontfermen over de Franstalige vluchtelingen. Calvijn ging ten slotte akkoord, na sterk geaarzeld te hebben. Hij onderwierp zich aan wat hij dacht dat Gods wil was.” In juli 1538 kwam hij in de stad aan, 29 jaar oud.
Stempel
De Thomaskerk is open. Binnen staan wat mannen te praten. Een van hen wil wel iets zeggen over de kerk, en over Bucer – die ook een belangrijke rol speelde op het gebied van de kerkmuziek. Het grote Silbermannorgel trekt de aandacht. Dumoulin: „Een van de mooiste orgels van Straatsburg.”
Op 9 oktober 1988 bracht paus Johannes Paulus II een bezoek aan de Thomaskerk, wel de kathedraal van het protestantisme in de Elzas genoemd. „Religieuze persoonlijkheden als Johannes Calvijn, Martin Bucer en Johannes Sturm hebben een stempel op deze stad gedrukt”, zei hij bij deze gelegenheid. „En hun invloed beperkte zich niet tot het terrein van de theologie en het kerkelijk leven, maar strekte zich ook uit op cultureel, sociaal en politiek gebied.”
St.-Nicolaaskerk
Vanuit een steegje is ineens de majestueuze Notre Dame, met haar 142 meter hoge toren, weer te zien. Besteeg Calvijn ook de kansel van dit kerkgebouw weleens? Het zou kunnen, zegt Dumoulin, van 1529 tot 1548 was de kathedraal in protestantse handen. „Maar dat zal toch incidenteel geweest zijn. Calvijn preekte met name in de Ste-Madeleine, de St.-Nicolaaskerk en de Temple Neuf.”
Overigens liet de jonge Calvijn (ook) in Straatsburg zijn pen niet onberoerd. Uit deze tijd dateert bijvoorbeeld zijn commentaar op de Romeinenbrief. In een schrijven, gedateerd „Straatsburg, 18 oktober 1539”, draagt hij deze op aan Simon Grynaeus, als dank voor de hem verleende gastvrijheid tijdens zijn –gedwongen– verblijf in Basel. „Ik herinner mij een vertrouwelijk onderhoud dat wij drie jaar geleden met elkaar hadden over de beste methode van Schriftverklaring”, aldus Calvijn, „waarbij kwam vast te staan, dat de methode, die u het best beviel, ook mijns inziens de voorkeur verdiende boven andere. Beiden waren wij het erover eens, dat de voornaamste deugd van een exegeet bestaat in duidelijkheid en kortheid.”
Al wandelend gaat het richting de rivier de Ill. Een rondvaartboot vaart net onder de brug door. Dumoulin: „De kerk aan de overkant is de St.-Nicolaaskerk. Calvijn preekte hier op zondag 8 september 1538 voor het eerst.” Anno 2014 is het bedehuis eigenlijk niet meer als zodanig in gebruik. De ontkerkelijking gaat ook Straatsburg niet voorbij.
Standbeeld
Het ligt wat buiten de route, maar mag toch eigenlijk niet ontbreken, vindt Dumoulin: het Palais Universitaire. Op de voorgevel van het imposante gebouw bevinden zich 36 standbeelden: van theologen, juristen, natuurwetenschappers, artsen. Ook Calvijn kreeg er een, evenals onder anderen Luther, Melanchthon en Zwingli. „Calvijn is de enige Fransman onder al deze grootheden.”
Of de reformator, die de mens in zijn ”Institutie” omschreef als „slechts een aardworm”, er zelf blij mee geweest zou zijn, laat zich raden.
Met dank aan Hotel du Dragon in Straatsburg (dragon.fr).