Dr. H. Klink
Dr. H. Klink, hervormd predikant in Hoornaar, pleit nog steeds voor een federatie. „Dan is de kou uit de lucht.”
Wat hebt u met SoW?
„Niets! Als vicaris in Putten in 1986 maakte ik de intentieverklaring mee. In de classis Bommel, waar mijn eerste gemeente was, was ik betrokken bij een commissie die zich verdiepte in de problematiek van SoW in de provincie. Je overwegingen groeien in de tijd en ik ging ook meer de achtergronden van het hele gebeuren zien. In 1992 werd ik als secundus van de classis Gorinchem naar de synode afgevaardigd. Het was een cruciaal jaar, waarin de kerkorde in eerste lezing aan de orde kwam. De kwestie van de volkskerk aan de ene kant en de vrijekeuzekerk van de gereformeerden aan de andere kant is echter nooit echt onderwerp van onderzoek geweest. Later kwamen de kwesties van de goederen, de doop en het huwelijk aan de orde. SoW is mogelijk geworden door de opkomst van de middenorthodoxie, ook in de Gereformeerde Kerken, die op deze wijze in het vaarwater van de Hervormde Kerk zijn gekomen.”
Noem hoogtepunten van het SoW-proces die u persoonlijk hebt meegemaakt.
„Dat was wel de bekendwording van de consideraties van de classicale vergaderingen in 1995. Een journalist bracht de uitkomst vroegtijdig naar buiten. Hij berichtte dat meer dan de helft van de classes tegen fusie was. Het betrof die classes waar de kerkelijke meelevendheid het grootst was. Zij pleitten voor een federatie van de kerken. Als synodeleden zorgden we ervoor dat dit punt op de agenda van de synode kwam. Dat gebeurde ook, in november 1995.”
En dieptepunten.
„Het resultaat van deze bespreking. De KOA bracht een advies uit dat niet spoorde met de uitkomst van de classes. Ze wilden wel federatieve elementen inbouwen, die er overigens al waren, maar de fúsie moest doorgaan. In één uur tijd werd het advies van de KOA aanvaard en alle bezwaren van de classes waren in één keer weggevaagd. Sprekers kregen niet meer dan anderhalve minuut spreektijd. Veel leden hadden de consideraties niet gelezen en gingen te goeder trouw af op het advies van de KOA. Het was onthutsend om te zien dat de KOA zo veel gezag had, terwijl deze commissie geen enkele kerkelijke status heeft. Ik heb toen gewezen op de weduwe die klaagde bij de rechter omdat haar geen recht gedaan was. Ik sprak ook de verwachting uit dat deze klacht het moderamen nog vele hoofdbrekens zou kosten, wat ook is gebeurd. Om die reden ben ik uit de synode gegaan. De KOA erkende later dat haar weergave niet helemaal klopte, maar toen was het kwaad reeds geschied. Dieptepunt is voor mij ook dat de gemeenten binnen de Gereformeerde Bond verdeeld raakten over het vervolgtraject.”
Stelling 1: SoW heeft zich ontwikkeld als een van bovenaf opgelegd proces.
„Ja, dat is nog zo. Ik pleit nog steeds voor een federatie, met de mogelijkheid om naar elkaar toe te groeien. Dan is de kou uit de lucht. Ik vind het ook onpastoraal wat er nu gebeurt. De synode is over de hele delen van de kerk gaan heersen en dringt aan velen een huwelijk op, met de oproep om na het huwelijk aan elkaar te wennen. Dat het proces te lang duurt, kan geen argument zijn. Als je constateert dat het proces zo lang duurt, kun je ook zeggen dat de tijd er niet naar is. Ik honoreer het argument van ”de Achttien” die destijds het SoW-proces in gang zetten om zich te beraden op de secularisatie en de roeping van de kerk daartegenover. Maar het is nu juist mijn bezwaar dat er geen kerkelijke en theologische visie is ontwikkeld. Wat voor theologie heeft de verenigde kerk eigenlijk? SoW is een zichzelf versterkend proces geworden.”
Stelling 2: De hervormde synode en de beide SoW-partners peilen onvoldoende hoe diep de bezwaren zijn van verontruste hervormden.
„Dat lijkt er zeker op. Men is niet verder gekomen dan het bij elkaar komen en begrip voor elkaar te kweken. Tegelijkertijd is er vervreemding van het grondvlak. Je moet er rekening mee houden dat veel ’gewone gemeenteleden’ de Nederlandse Hervormde Kerk zien verdwijnen, iets dat zij niet willen. Daarbij zijn velen jarenlang tegen de haren ingestreken en zijn er besluiten gevallen die ver afstaan van de bijbelse geloofsbeleving. Ik wijs op het homohuwelijk, dat in feite een verankering heeft gekregen in de kerkorde. Ik wijs op de naam van de toekomstige kerk. Ik geef toe dat het moderamen heel wat kerkenraden heeft bezocht, maar ik denk dat het synodebestuur de bezwaarden eigenlijk ziet als een achterhoede die nu eenmaal moeilijk over de streep is te krijgen - mensen die het niet goed genoeg zien. Ik heb tegen ds. Beekman meer dan eens gezegd: Jij denkt dat velen die nu ondanks alles nog loyaal zijn tegenover de Hervormde Kerk dat ook zullen zijn tegenover de PKN. Daar vergis je je in. Die loyaliteit, of beter: die liefde tot de kerk zal er bij zeer velen niet zijn, ook als men noodgedwongen meegaat. En die situatie is ernstig.”
Stelling 3: Als lokaal scheuren en breuken optreden, moet het proces als mislukt worden beschouwd.
„Het proces is voor mij mislukt als de Hervormde Kerk verdwijnt. Dat is de kerk die eeuwen heeft bestaan en waarvan de historische grondslag al gelegd werd door Willem van Oranje. Die komt nu tot een eind en dat vind ik zeer, zeer ingrijpend.”
Hoe vult u de dag van 12 december in?
„Ik zal me op die dag innerlijk verweren en afschermen tegen alles wat dan besproken wordt. Ik zal eerder wat verstrooiing zoeken in dingen die me afleiden. Ik vind het een zwarte dag in de geschiedenis van de kerk als deze vereniging zó doorgaat. Het proces lijkt op het feest rond de ark die in de tijd van Samuël uit het heiligdom gehaald werd en die wonderen zou moeten doen. Maar als het feestgedruis voorbij is, wat hebben we dan?”
Uw grootste wens, aan de vooravond van het besluit.
„Dat we alsnog worden verlost van de kramp om geen federatie te willen. Want dan houd je de hele kerk op het oog. Dat zegt het moderamen ook, maar tegelijkertijd weet het dat er scheuren zullen komen. Verder hoop ik dat men een andere insteek kiest en zich bezint op de roeping van de kerk in deze tijd van secularisatie om langs die weg aan te sluiten bij het Réveil en de Reformatie. Dat komt ook dichter bij de oproep zoals ”de Achttien” die ooit deden.”