Koningin Beatrix lid van Orde van St. Christoph
Koningin Beatrix is lid van de Oostenrijkse Orde van St. Christoph, ontdekte deze krant. Het gaat om een aan de Rooms-Katholieke Kerk gelieerde vereniging voor naastenliefde in het Arlberggebied. De broederschap steunt onder anderen weeskinderen van omgekomen bergwerkers.
St. Christoph is een klein dorp hoog in de bergen. Het is niet ver rijden vanaf Lech, het skioord waar de koninklijke familie elke winter verblijft. Het gehucht ligt bij de 1800 meter hoge Arlbergpas.
In het dorp staat het grote Hospiz Hotel. Een chique en stijlvolle verblijfplaats voor vakantiegangers die van de bergen houden. De rijken van deze aarde weten het te vinden, vooral in de winter. Het grote hotel wordt in deze tijd omringd door bergen sneeuw. Skitochten kunnen voor de deur beginnen.
Gewisse dood
Het Hospiz is meer dan alleen een hotel. Het is ook de zetel van de ”Bruderschaft St. Christoph am Arlberg”. Een groot wapen van de orde bij de deur van het vijfsterrenhotel maakt dat direct duidelijk.
De geschiedenis van deze ”Bruderschaft” gaat terug tot in de veertiende eeuw, naar het jaar 1386, om precies te zijn. Toen besloot Heinrich Findelkind op de pas een herberg te bouwen voor reizigers door de bergen. In 1393 kreeg de monnik van de paus toestemming om een kapel te realiseren.
Al in de eerste winter redden Heinrich en zijn helpers zeven mensen van een gewisse dood in de sneeuw. De slachtoffers kregen onderdak in het Hospiz. Daar werden ze weer opgekalefaterd door de monniken en konden ze op krachten komen. Zo ontstond de broederschap van St. Christoph.
In de zes eeuwen daarna kende de orde tijden van bloei, maar ook perioden van een tanend bestaan. De aanleg van de Arlbergspoortunnel in 1884 –later volgde ook een autotunnel– zorgde ervoor dat steeds minder reizigers via de bergpas naar de andere kant van de bergketen reisden. Alleen de allerarmsten, die geen geld hadden om de tol voor de spoortunnel te betalen, reisden nog via St. Christoph. Juist deze mensen hadden het niet breed. Het Hospiz kreeg weer een rol.
Geen sportkleding
Na een paar tegenslagen besloot Arnold Ganahl, vader van de huidige eigenares, eind jaren vijftig van de vorige eeuw het Hospiz te herbouwen. Nu groter. In het nieuwe plan kwam de kapel van de Orde van St. Christoph meer in het zicht te staan.
Zijn ontwerp staat er nog steeds. Het gebouw heeft een kloosterachtige uitstraling. Binnen is het warm en gezellig. De grote haard brandt. Gasten genieten van een glaasje wijn. Straks schuiven ze aan bij een van de fraai gedekte tafels. Sportkleding is niet gewenst in het restaurant, zo melden de huisregels.
Bidden
Ganahl vernieuwde niet alleen het Hospiz, hij blies in 1961 ook de Orde van St. Christoph nieuw leven in. De kapel van het Hospiz werd het centrum van de orde. De bisschop van Innsbruck werd de voorzitter en is dat nog steeds.
De orde stelde zich een aantal doelen: onderhoud van de kapel bekostigen, zorgen voor kerkdiensten in de kapel, jaarlijks een autozegening, bidden voor verkeersslachtoffers en slachtoffers van bergongelukken, de naaste helpen en het onderhouden van de broederschapstradities.
Twee keer per jaar komt de raad van de orde samen. Dan bespreken ze deze punten in het Hospiz. Broederschapsmeester is Adolf Werner, eigenaar van het Hospiz Hotel. Zijn vrouw Gerda Werner –dochter van Ganahl– is de ”schatmeester”. Ook de burgemeester van Lech, Ludwig Muxel, zit in het bestuur.
St. Christophbeeld
De kapel van St. Christoph is klein en knus. Een metershoog beeld van St. Christoph of Christoffel –met een engel op zijn schouder– vult een hoek van de kapel. Christoph is beschermheilige van de reiziger, zegt de rooms-katholieke traditie.
Voor in het kerkje staat een altaar. Daarnaast een grote kaars met het symbool van de broederschap. Boven de boog die het koorgedeelte van de rest van de kapel scheidt, staat in het Duits het motto van de broeders, naar Psalm 133: „Ziet, hoe goed en verheugend het is met eendracht als broeders te vertoeven.”
Prins Claus
Het aantal leden van de orde groeide snel van 40 in 1961 naar bijna 20.000 in 2011. De leden van de orde komen vooral uit Oostenrijk, maar ook buitenlanders doen mee.
Onder hen niet de minsten. Verschillende leden hebben blauw bloed. De Nederlandse koninklijke familie –trouwe bezoekers van de regio en liefhebbers van de bergen– bleef niet achter. Koningin Juliana, prins Bernhard en prins Claus waren lid, zo laat het boek met gestorven ordeleden in de kapel zien. Bij 2002 staat in het overzicht: „Prinz der Niederlande Claus, Den Haag” en bij 2004: „Köningin der Niederlande Juliana, Baarn.” Even verder staat de naam van prins Bernhard.
Koningin Beatrix is ook lid van de broederschap, weet een hotelmanager. Zij wijst naar een muur in een trappenhuis van het hotel. Daar hangen foto’s van alle hoogwaardigheidsbekleders die het Broederschapshuis bezochten.
Een foto uit de jaren tachtig laat koningin Beatrix zien bij haar aanstelling als ”Schwester”, zuster van de orde. Ernaast hangt een foto van koningin Juliana en prins Bernhard in het Broederschapshuis. Binnenkort zal er ook wel een foto hangen van koning Willem-Alexander bij zijn toetreding, als hij niet al lid is.
Verder is de koninklijke familie van Spanje goed vertegenwoordigd, zo ook de Belgische. De Russische president Poetin ontbreekt niet. De vorst van Liechtenstein is lid en ook leden van de koninklijke familie van Saudi-Arabië zouden bij de broederschap horen.
Vader
Welke financiële bijdrage de koningin aan de charitatieve instelling levert, is niet openbaar. Jaarlijks komt er van de 20.000 leden ruim een miljoen euro binnen. Een flink bedrag.
Dat geld wordt volgens het jaarverslag gebruikt voor hulpverlening aan kinderen van boerengezinnen, gezinnen waarvan de vader bij bergwerkzaamheden is omgekomen en andere armlastige gezinnen. In 2011/2012 kon zo op ruim 1100 adressen geholpen worden met een totaalbedrag van 920.000 euro.
Porsche
De kok van het Hospiz laat heerlijke geuren door het hotel trekken. De eerste gasten keren terug van hun skitocht. Een Duitser laadt voor de deur de koffers uit zijn luxe Porsche Panamera.
De eigenaren Gerda Werner-Ganahl en haar man Adolf Werner zijn er niet. Ze hadden anders graag meer verteld over het hotel, zegt de manager. Dan was ook de deur naar een van de geheimen van het Hospiz opengegaan. Onder het gebouw ligt namelijk een enorme wijnkelder. Volgens sommige bronnen zelfs de grootste particuliere wijnkelder met bordeaux van Europa. Lange rijen wijnvaten vullen de ruimte, zo laat een foto zien.
De kelder heet de Bruderschaftskeller. De broederschap waakt er met zorg over. Slechts één man heeft de sleutel van de kelder, zegt de hotelmanager. Hij is er vandaag niet, daarom blijft de deur dicht. Het geeft de broederschap de bijpassende geheimzinnigheid.