Dat de evangelicals in groten getale op Mitt Romney zouden stemmen, was al snel duidelijk. Vooral de blanke evangelicaal schaarde zich achter hem. Bijna 80 procent stemde op Romney, zo bleek uit een exitpoll van CBS News. Met die score doet hij weinig onder voor zijn Republikeinse voorgangers. Maar anders dan bij voorbeeld bij Reagan en Bush geven de evangelicalen niet meer de doorslag.

Een factor is dat de evangelicals als groep meer tegen zichzelf verdeeld zijn dan voorheen. De oudere generaties zijn het gewend om Republikeins te stemmen omdat zij de grote ethische thema’s daar veilig weten. Jongeren vinden abortus en euthanasie niet onbelangrijk, maar kiezen vaker voor Democraten omdat die meer oog hebben voor waarden op gebied van milieu, zorg en minderheden. Bovendien hebben zij in toenemende mate vragen bij de uitgesproken standpunten van de Tea Party, de strikt conservatieve factie binnen de Republikeinse Partij.

Tweede reden is dat de orthodoxe evangelicals in aantal slinken. Juist ook onder de jongeren is de binding aan de Bijbel afgenomen en is er minder trouw in de kerkgang. Dat vertaalt zich ook in minder conservatieve opvattingen onder hen.

Dat die doorslaggevende invloed van de evangelicalen minder wordt, is met name zichtbaar in de zogenoemde ”swing states”. Daarbij is de stem van de niet-blanke evangelicaal vooral belangrijk. De blanke evangelicaal woont vooral in staten die sowieso naar de Republikeinen gaan. Niet voor niets worden staten zoals Tennessee en Oklahoma vrijwel direct aan de Republikeinse kandidaat gegeven als de stembussen sluiten.

Anders is dat in de swing states. Behaalde George W. Bush in 2004 in Ohio de overwinning dankzij evangelicale kiezers, in 2012 scoorde Obama juist in deze staat relatief goed onder de behoudende christenen. De industriestaat herbergt veel evangelicals uit minderheden, zoals de zwarte kiezer of de hispanics (Amerikanen met een Spaanse achtergrond). Deze evangelicals voelen zich in meerderheid verbonden aan Barack Obama. Daarbij spelen de gemeenschappelijke niet-blanke afkomst en de hulp aan de auto-industrie van Obama zeker een rol.

In andere swing states, zoals Florida en Colorado, zijn er echter minder verschuivingen zichtbaar. Hoewel met name in Colorado de invloed van de secularisatie zichtbaar wordt. Het aandeel van de evangelicals daalde met ruim 2 procent, terwijl het percentage onkerkelijken navenant groeide. Dat gaf net de doorslag voor de Democraten om er te winnen. In staten zoals Michigan en Wisconsin scoorde Romney wel beter onder de evangelicals, maar niet voldoende om daar een overwinning te behalen.

Het is een harde les voor de behoudende christenen dat hun invloed terugloopt, maar dat was al zichtbaar bij de Republikeinse voorverkiezingen. Zij konden geen eigen kandidaat naar voren schuiven om de mormoonse Romney van de nominatie af te houden. Dat noopt hen tot nederigheid.

Bijkomend probleem is dat het de evangelicale beweging momenteel aan echte leiders ontbreekt. Het gat dat voormannen als de inmiddels overleden Jerry Falwell en Pat Robertson hebben achtergelaten, is tot op heden niet opgevuld.

De uitdaging voor zowel Republikeinen als evangelicals is de komende vier jaar het aanspreken van de minderheden. Daarbij zijn de hispanics cruciaal. Meer dan 7,5 miljoen evangelicals behoort tot deze bevolkingsgroep. Aangezien zij vooral in swing states wonen, kunnen zij namens de evangelicalen de doorslag geven bij een volgende verkiezing.