Economie

Fruitteler Van Leeuwen: Je mag wel zorgen maar niet bezorgd zijn, zegt vader

BUREN – Hoe kun je bidden voor gewas en arbeid, terwijl je weet dat je oogst voor een deel al verloren is? Fruitteler Wim van Leeuwen uit Buren heeft zich die vraag eigenlijk niet gesteld. „We vragen Gods zegen op ons werk. Dat is voor mij niet anders dan andere jaren.”

14 March 2012 18:18Gewijzigd op 14 November 2020 19:55
Fruitteler W. Van Leeuwen in Buren toont de vorstschade aan zijn peren. Foto RD, Anton Dommerholt
Fruitteler W. Van Leeuwen in Buren toont de vorstschade aan zijn peren. Foto RD, Anton Dommerholt

Met een zakmes in de hand loopt Van Leeuwen tussen zijn perenbomen. Af en toe staat hij stil, pakt een tak in de hand en bekijkt de knoppen. „In deze zit nog leven, maar die daar is niet goed…” Hij plukt een verdachte knop en splijt die met zijn duimnagel open. „Kijk, helemaal zwart vanbinnen.”

Een ruwe schatting leert dat misschien wel de helft van de knoppen kapotgevroren is. En er hingen deze winter al zo weinig knoppen aan de bomen. Toch is dat het ergste nog niet. „Van bevroren knoppen heb je maar één keer schade. Ik ben veel banger voor de onderstammen, die moeten jaren mee”, zegt de Betuwse fruitteler.

De onderstam is de basis van de fruitboom. Hij is van een ander ras dan de cultuurboom, die op de onderstam is geënt. De onderstam zorgt voor groeikracht, het cultuurras voor een mooie, lekkere peer van goede kwaliteit.

Van Leeuwen bukt zich tussen rijen bomen die vorig jaar zijn aangeplant. Met het mes snijdt hij een stukje bast van een onderstam. Een bruin randje wordt zichtbaar. „Daar was ik al bang voor”, zucht hij.

In de nacht van 3 op 4 februari daalde de temperatuur tot on-Nederlandse waarden. Het weerstation van Van Leeuwen gaf op anderhalve meter hoogte -21 graden Celsius aan. Fruittelers in het hele land vrezen schade. Hoe groot die uitpakt, wordt pas duidelijk als de bomen straks in bloei komen.

Hoeveel kou een fruitboom kan verdragen, hangt af van de conditie van de boom. Perenbomen zijn gevoeliger dan appelbomen, omdat ze eerder uit de winterrust komen. Door het zachte winterweer was dat dit jaar extra vroeg het geval.

Tijdens het snoeien van de bomen, de jaarlijks terugkerende winterklus, was Van Leeuwen er al niet gerust op. „Ik zag veel knoppen werken. Er stonden soms vier, vijf bloemetjes omhoog. Dan weet je: áls het nu gaat vriezen, zullen die het niet redden.”

Minder knoppen en dus minder peren hoeft niet zo verkeerd te zijn. Vorig jaar hadden de Nederlandse telers een topoogst, maar daardoor klapte de prijs in elkaar. Van Leeuwen heeft nog 200 ton onverkochte conferenceperen in de koeling zitten. Voor het tweede achtereenvolgende seizoen teelt hij onder of net rond de kostprijs. Als daar nu een derde tegenvaller achteraan komt, moet hij investeringen in bijvoorbeeld nieuwe aanplant of vervanging van oude machines uitstellen.

Komende week maakt Van Leeuwen de beregeningsinstallatie klaar. De bloesem is straks heel gevoelig voor nachtvorst. Als die komt, moet een laagje water de peertjes in wording beschermen. Maar vandaag gaat Van Leeuwen, lid van de gereformeerde gemeente Tricht-Geldermalsen, naar de kerk. Daar wordt Gods zegen afgesmeekt over gewas en arbeid. Ook voor de fruitteelt. „We bidden om een goede oogst. Dat mag ook, als je maar beseft dat het niet het hoogste goed is. Je mag zorgen, maar niet bezorgd zijn, zegt mijn vader altijd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer