Kerk & religie

De tragiek van het kloosterleven

Nederland zou er heel anders hebben uitgezien als er geen kloosters waren geweest. Maar hoe anders, daar durft historicus Martin Hillenga geen uitspraak over te doen. „Je weet nooit wie er in het vacuüm zou zijn gesprongen. Maar dat de kloosterlingen een belangrijk stempel drukten op de wetenschap en de boekgeschiedenis in Nederland, dat is wel duidelijk.”

10 February 2012 14:24Gewijzigd op 14 November 2020 19:18
Hillenga: ,,Een klooster was geen spiritueel eiland.” Foto Sjaak Verboom
Hillenga: ,,Een klooster was geen spiritueel eiland.” Foto Sjaak Verboom

Een beetje tragisch is de klooster­geschiedenis wel, zegt Hillenga in het Groningse restaurant Huis de Beurs, waar de oud-predikant Domela Nieuwenhuis in 1885 de Sociaal Democratische Bond oprichtte. Aan het einde van de middel­eeuwen was het cisterciënzer klooster van Aduard een centrum van geleerdheid, vermaard in heel Europa. Een eeuw later, na de Reformatie, zijn de meeste kloostergebouwen verwoest en geplunderd. Alleen de ziekenzaal is nog in redelijke staat, en mag dienstdoen als kerk- en schoolgebouw voor het nieuwe dorp Aduard. Van de klooster­moppen en andere bouwmaterialen van het voormalige klooster verdwijnen de beste stenen naar de stad Groningen. Van het overige materiaal worden de eerste huizen van Aduard gebouwd.

Hillenga verdiepte zich in de kloosterorden in de huidige provincie Groningen. In het derde een laatste deel van de trilogie ”De middeleeuwse klooster­geschiedenis van de Nederlanden” (uitg. WBooks, Zwolle), waarvan afgelopen vrijdag het laatste deel verscheen, schrijft hij over benedictijnen, franciscanen, augustijner eremieten en johannieters.

„Voordat ik begon te schrijven”, zegt Hillenga, „heb ik me eerst grondig moeten verdiepen in het kloosterleven. Kerkelijk opgevoed ben ik niet; mijn familie is al generaties lang niet-confessioneel. Ik ben zelfs geen ietsist.” Hij ging een week in retraite in het veertiende-eeuwse kruisherenklooster van Sint-Agatha, bij het Brabantse Cuijk. Met zes broeders en drie novicen is dat het oudste nog bewoonde klooster van Nederland.”

Hoe beleefde u dat, een week in het klooster?

„Ik zie het kloosterleven, dat al eeuwen min of meer hetzelfde is gebleven, als iets historisch. Het is bijzonder om te ontdekken dat de band tussen het klooster en het dorp Sint-Agatha al 700 jaar oud is. Bepaalde waarden spreken me ook wel aan. Nee, niet de spiritualiteit; wel de verantwoordelijkheid die de kloosterlingen voelen voor de samenleving.”

En dan liggen er nu drie delen over de middeleeuwse klooster­geschiedenis van de Nederlanden op tafel. Wat is het belang van deze serie?

„Wetenschappers hebben hun eigen specialisme en schrijven daarover in vakliteratuur. Het aardige van deze serie is dat die een overzicht geeft van het kloosterleven in de Nederlanden, gericht op een breed publiek. Dat levert ook verrassende inzichten op, bijvoorbeeld in de eetcultuur van kloosterlingen. De klooster­wereld werpt bovendien licht op de middeleeuwse samenleving. Een klooster was geen spiritueel eiland in een seculier landschap.”

Het laatste deel gaat helemaal over kloosters in Groningen. Waarom niet Gelderland, of Limburg?

„Het Groningse klooster Ter Apel was een van de initiatiefnemers van de serie. Ik heb echter niet de indruk dat de situatie van de kloosters in Groningen bijzonder afweek van die in de rest van de Nederlanden. Misschien was het centrale gezag minder sterk dan elders, waardoor de kloosters een zekere mate van autonomie hadden. Ook was Groningen een ontginningsgebied, wat vooral weer veel cisterciënzers en premonstratenzers trok.”

Deed de Reformatie het middeleeuwse kloosterleven uiteindelijk de das om?

„Ja, maar wel met de kanttekening dat er al sprake was van een zekere terugloop in populariteit. Bij de benedictijnen zie je bijvoorbeeld dat kloosterlingen uittraden om te kunnen huwen. Ook hadden ze steeds meer moeite om abten uit hun eigen gelederen te kiezen. Van de veertien kloosteroversten die tussen 1493 en 1581 werden benoemd, kwamen er slechts drie uit de eigen gelederen.”

De Nederlandse Opstand in de zestiende eeuw zou het einde van het kloosterleven betekenen. Kloosters werden overvallen, geplunderd en in brand gestoken. Dat betekende niet dat alle abten automatisch de Spaanse zijde kozen. De oversten van Thesinge, Rottum en Feldwerd voegden zich bij de merendeels gereformeerde ballingen in Emden. Ze voelden zich Ommelander en keerden zich tegen de vooralsnog rooms-katholiek gebleven stad Groningen.

De bezittingen van de kloosters vielen na de zogeheten Reductie in 1594 toe aan de Staten. „Maar dat betekende geen abrupt einde van het kloosterleven. Tot halverwege de 17e eeuw blijken er in sommige kerken nog altaren te staan. Hier en daar werd zelfs de mis nog opgedragen. Als schooljongen leerde ik dat de protestanten overal de kerkinterieurs kapotsloegen en alle schilderingen met een dikke laag witte kalk bedekten, maar dat beeld klopt dus niet. Er bleven zelfs rooms-katholieke enclaves bestaan, zoals Kloosterburen.”

Steeds meer kloosters sluiten definitief hun deuren. Jammer?

„De maatschappelijke betekenis van de kloosters is duidelijk uitgehold. De gemiddelde kloosterling heeft de pensioenleeftijd al langgeleden bereikt, terwijl de aanwas van geestelijken gering is. Toch zie ik het kloosterleven nooit helemaal verdwijnen. Mensen die voor het klooster kiezen, doen dat heel bewust. Er zullen altijd kloosters blijven, maar dan in afgeslankte vorm.”


Hillenga

Martin Hillenga (39) studeerde geschiedenis in Groningen. Hij is zelfstandig uitgever, redacteur en schrijver en werkte mee aan een groot aantal publicaties over de geschiedenis en cultuur van Noord-Nederland, in het bijzonder Groningen. Zo was hij redacteur van de driedelige ”Geschiedenis van Groningen” (2008-2009), van de reeks Stad & Lande en van het Historisch Jaarboek Groningen.

Hillenga, redactie­secretaris van het tijdschrift Groninger Kerken, doet promotieonderzoek naar almanakken in Noord- en Oost-Nederland tussen 1600 en 1940. Tot vorig jaar was hij als streektaalfunctionaris Gronings verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hillenga woont in Veendam.


Meer interviews met spraakmakende personen nalezen? Ga naar ons dossier Kerkbreed.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer