Nootdorper bouwt kerken in zijn achtertuin
Hij waant zich een ware kathedralenbouwer. Met monnikengeduld richt Chris van der Sman (76) kerken op in zijn achtertuin. Steentje voor steentje –allemaal zelfgemaakt– bouwt hij al meer dan vijftig jaar lang. Zijn laatste project: de Domtoren. „Die wil ik in vijftien jaar af hebben.”
Bijna verliefd is Chris van der Sman op de Nieuwe Kerk van Delft. Niet zijn eigen versie, van 5 meter 40 hoog; de echte natuurlijk: zo’n 4 kilometer van zijn huis in het Zuid-Hollandse Nootdorp. „Daar is het eigenlijk begonnen. Toen ik als jongen voor die Nieuwe Kerk stond en dacht: Hoe kregen ze dat toch voor elkaar vroeger? Wat ze toen konden bouwen, hè? Dat vind ik wel zo knap.”
Zijn eigen werk is er maar peanuts bij, vindt Van der Sman. Maar is dat zo? Hoeveel steentjes gingen er bijvoorbeeld in zijn Nieuwe Kerk? „Tweehonderdvijftigduizend, allemaal in cement uitgesneden met een aardappelschilmesje. Met handwerk krijg je dat mooie onregelmatige effect, zoals het hoort.” En vervolgens een voor een gemetseld.
Voor zijn replica van de Delftse Oude Kerk waren iets minder stenen nodig: 200.000. De Domtoren, zijn derde bouwwerk, schat Van der Sman op zo’n 25.000 stenen. Trots op zichzelf is hij niet. „Eerder op die bouwers uit de middeleeuwen. Wat die maakten, was uniek.”
Aan feitenkennis en structuur ontbreekt het de gepensioneerde huisschilder niet. Het werpt licht op hoe hij dit kerkenwerk zo lang vol kon houden, ’s avonds en het weekend. De eerste steen van de Nieuwe Kerk? „Gelegd op 21 juli 1962 door mijn vrouw. Ik was 27 jaar oud en we woonden hier net.” Op de dag af 25 jaar later was de kerk af, inclusief het uurwerk en de koperen torenklokken. „Die glommen toen nog. Inmiddels zijn ze net zo zwart als die van de echte kerk. Geweldig vind ik dat.
Toen de Nieuwe Kerk af was, kon mijn vrouw meteen de eerste steen voor de Oude Kerk leggen”, lacht Van der Sman. „Ik had de smaak te pakken gekregen, hè?”
Over deze monumentale kerk deed hij 23 jaar. „Iets korter, want ik ging toen met pensioen.” Nu is hij bezig met de Domtoren, waar de kleinkinderen op zijn vijfenzeventigste verjaardag de eerste steen voor legden. „Van dit werk krijg je nooit genoeg. Toen de Oude Kerk af kwam, was ik blij dat er nog 4 vierkante meter over was voor de Dom.”
Kerken nabouwen vraagt doorzettingsvermogen en geduld. Over de gebrandschilderde ramen van de Oude Kerk heeft hij acht jaar gedaan. „Mooi werk voor in de winter, als het te koud is om te metselen.” Hij vindt het noorderdwarsschip en het koor het mooiste deel van de kerk om te bouwen. „Ik heb er in Delft zo vaak naar gekeken: Hoe gaat me dat lukken? En die scheve toren natuurlijk.”
Van de kerken heeft Van der Sman nooit een tekening opgevraagd. „Ik had een paar luchtfoto’s. En verder was het meten, hè? Ter plekke. Delft is maar een minuutje of twintig fietsen voor ons. Op de torentransen bijvoorbeeld kon je een touwtje laten zakken tot op de grond. Dan wist ik hoe hoog het precies was. Sommige andere dingen moest je schatten.”
Van der Sman kreeg van huis uit een goede kijk op bouwconstructies mee. Al vanaf zijn veertiende stond hij op de steigers om te schilderen, zijn tweelingbroer Theo werd metselaar. Deze is gevraagd om de laatste steen van de Domtoren leggen. Maar is dertien jaar wachten wel reëel, op hun leeftijd? „Ja hoor”, lacht hij. „Ik zei tegen Theo: Dat is voor jou een mooi doel om voor te blijven leven.”
Als Van der Sman ooit moet verhuizen, dan kunnen de kerken helaas niet naar Madurodam, vanwege de grote schaal, 1 op 20. „Daar is alles kleiner, 1:25. Of ze moeten er een apart hoekje voor maken.”
Terwijl hij in 1962 eigenlijk nog groter wilde bouwen. „Maar toen liep er nog een sloot door de tuin. Breder dan dit kon ik de kerk niet maken.”
Toch groot genoeg: de top van de Nieuwe Kerk komt tot de dakgoot van het woonhuis, en de Domtoren gaat daar straks nog bovenuit. Ooit aan een bouwvergunning gedacht? „Nee hoor. En de buren hebben ook nooit geklaagd.”
En ziet zijn vrouw er de aardigheid wel van in? „Ach, er blijft in de tuin genoeg ruimte voor ons over om te zitten. En vroeger zat er verlichting in de kerken, tussen de pilaren. Dat zag er heel gezellig uit ’s avonds.”
Raar eigenlijk, maar met kerkbezoek heeft hij, de kathedralenbouwer van Nootdorp, nou net niks. Van der Sman is rooms-katholiek opgevoed, maar doet er niets meer mee. „Ik heb in geen vijftig jaar een kerkdienst bezocht”, zegt hij glimlachend. „Dit is mijn kerkgang, hierachter.”
Zingen daarentegen, daar is Van der Sman dol op. „Nederland Zingt, dat programma vinden mijn vrouw en ik prachtig.” En ook hierin houdt hij structuur. „We hebben in jaren geen uitzending gemist.”