Kerk & religie

Boeken van nonnen als stille getuigen

RAVENSTEIN – Stille getuigen zijn het, de boeken van klooster Soeterbeeck bij Ravenstein. De verzameling wordt momenteel als een archeologische vondst afgegraven. Langzamerhand komt de eeuwenlange geschiedenis van een vrouwengemeenschap tot leven.

4 November 2011 10:33Gewijzigd op 14 November 2020 17:29
Windesheim, bij Zwolle. Foto RD
Windesheim, bij Zwolle. Foto RD

In het voormalige klooster, dat nu dient als studiecentrum van de Radboud Universiteit Nijmegen, kwam donderdagavond een stukje geschiedenis van de zusters augustinessen tot leven in het kader van het Soeterbeeck Programma van de Nijmeegse universiteit.

Terwijl prof. dr. Peter J. A. Nissen, hoogleraar cultuurgeschiedenis van de religiositeit, kloosterteksten voordraagt, zingt een klein ensemble van vijf dames de middeleeuwse gezangen die de nonnen tijdens de hoogtijdagen vertolkten. ”Media vita in morte sumus” (Te midden van het leven zijn wij in de dood) klonk er als een zuster op sterven lag. Of ”Puer natus in Bethlehem” (Een Kind geboren in Bethlehem) in de kersttijd. Want het koorgebed in de kloosterkapel, liefst acht keer per dag, vormde eeuwenlang de belangrijkste bezigheid van de nonnen.

In 1997 ging het klooster in Ravenstein dicht. Een geschiedenis van 549 jaar gemeenschapsleven kwam ten einde. Was Soeterbeeck in de jaren 60 nog een bloeiende gemeenschap met tientallen zusters, zelfs een plaats waar nieuwe liturgische teksten en gezangen werden beproefd, in de jaren 90 waren er nog slechts een paar zusters over. Het gebouw, prachtig gelegen in het Oost-Brabantse landschap, werd overgedragen aan de Radboud Universiteit, compleet met de antieke inboedel. De universiteit verbouwde het complex tot studie- en conferentiecentrum, maar wilde nadrukkelijk de band met het verleden bewaren.

Ook de boekenverzameling van de zusters kwam in handen van de universiteit. Die was omvangrijker dan gedacht. Het blijkt de omvangrijkste verzameling liturgische boeken (meer dan 500) uit de middeleeuwen te zijn die in Nederland bewaard is gebleven.

Neerlandicus prof. dr. Johan Oosterman is vooral geboeid door de gezangboeken van de zusters. Samen met dr. Hans Kienhorst onderzoekt hij de collectie. Daarbij nemen ze de verzameling zoals die is. „Het heeft geen zin om bijvoorbeeld een middeleeuwse kern uit deze boeken te reconstrueren, want die is er niet. Er is heel veel zoek. Wij beschouwen deze collectie daarom als een archeologische vindplaats die we laag voor laag afgraven. Juist door al die lagen heen wordt duidelijk hoe het kloosterleven zich ontwikkeld heeft”, aldus prof. Oosterman.

Klooster Soeterbeeck gaat terug op de tijd van de Moderne Devotie. Vrouwen die zich verbonden voelden met de congregatie in Windesheim, stichtten in 1448 bij de Suetbeeck (bij Eindhoven) een religieuze gemeenschap, met de regel van Augustinus als uitgangspunt.

Pas in 1732 vestigden de vrouwen zich in Ravenstein. In de tussentijd was de gemeenschap meerdere keren verhuisd en samengegaan met andere vrouwenkloosters. Dat is te zien in de boekencollectie, aldus prof. Oosterman. „We komen sporen tegen uit de vrouwenkloosters in Helmond, Woensel en Rosmalen. De getijdenboeken van de verschillende gemeenschappen moesten bijvoorbeeld aan elkaar aangepast worden. Dat gebeurde door tekstbriefjes op de bewuste plaats bij te plakken.”

In de Franse tijd werden de liturgische boeken op grote schaal aangepast aan de tijd. Arnoldus Beckers, vanaf 1772 rector van Soeterbeeck, had daar de hand in. „Zijn naam komen we in veel boeken tegen. Zijn ingreep in de collectie bewijst dat de liturgische boeken toen gebruikt werden en bij de tijd gebracht moesten worden”, aldus prof. Oosterman. „Zo kreeg deze collectie telkens een nieuwe betekenis.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer