„Een gezin is een van de grootste geschenken van God”
Wie Mettie de Braal-Prins (53), moeder van negen kinderen (9-29 jaar); oma van twee kleinzoons en intern begeleider op een basisschool. Waarom Deze week verscheen het Gezinsrapport 2011. In een korte serie gaan (ervarings)deskundigen in op conclusies uit het rapport.
Er gaat tegenwoordig meer tijd naar de kinderen dan vroeger.
„Ja en nee. Omdat mijn man en ik allebei werken, ben ik minder vaak thuis. Maar als de kinderen thuis zijn, ben ik er wel voor ze. Ook op school wordt tegenwoordig veel van ouders gevraagd: je gaat mee naar gym of met een schoolreis. Of er nu in totaal meer tijd naar de kinderen gaat dan vroeger, is lastig te zeggen. Vroeger was ik gewoon bezig in het huishouden en de kinderen liepen om me heen. Mijn getrouwde kinderen zie ik heel bewust dingen met hun kinderen doen.”
Ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen leren zelfstandig te denken en te handelen.
„Helemaal mee eens. Kinderen moeten (later) zo veel kiezen zonder dat ik erbij ben, dat het nodig is dat ze zelf weten waarom ze iets doen. Zelfstandig denken is belangrijk, zodat we niet klakkeloos met de meute meelopen. Het moet wel een zelfstandigheid zijn die in overeenstemming is met de wet van God en in afhankelijkheid gebeurt van de Heere. Zonder puur zelfsturende en zelfbeslissende mensen te worden.”
De buurt en het sociale netwerk kunnen voor ouders een bron van steun vormen.
„Héél belangrijk. In onze kerkelijke gemeente hebben wij moeder- of opvoedmorgens, die daadwerkelijk een bron van steun zijn. Je herkent elkaar in veel dingen. De steun is ook praktisch van aard. Moeders brengen en halen elkaars kinderen naar en van school als dat nodig is. In sommige wijken wordt de eerste zes weken na een bevalling één keer per week de strijk door iemand opgehaald. Als het gaat om steun van de buurt zouden we als christenen de vraag ook kunnen stellen of wij klaarstaan voor onze onkerkelijke buurvrouw. Of zijn we alleen op ons eigen kleine kringetje gericht?”
Trouwe kerkgangers zijn met hun gezinsopvattingen een vreemde eend in de bijt.
„Ik hoop dat we ons blijven onderscheiden van niet-christenen. Niet zozeer door uiterlijkheden, maar vanwege een warm gezinsleven en grote betrokkenheid op elkaar. Laten we onze kinderen nemen zoals ze zijn en niet om wat ze presteren. Dat vraagt onbaatzuchtige liefde. Een gezin is een van de grootste geschenken van God. Dat verdient dus ook onze grootste prioriteit. De tijd die kinderen van ons afhankelijk zijn, kun je nooit meer overdoen. Laten we gáán voor het gezin!”