Muziek

Jan Wijn: Saaie mensen moeten geen Liszt spelen

Franz Liszt staat in de schijnwerpers. De Hongaarse pianovirtuoos zag 200 jaar geleden het levenslicht. Én het naar hem vernoemde concours viert zijn zilveren jubileum. Pianopedagoog Jan Wijn: „Saaie mensen moet je geen Liszt laten spelen.”

19 March 2011 07:54Gewijzigd op 14 November 2020 14:09
Franz Liszt. Foto RD
Franz Liszt. Foto RD

Jan Wijn kan het weten. De 76-jarige pianist-pedagoog uit Soest loopt al decennialang mee in de pianowereld. Als concertpianist – tot zijn rechterhand hem rond 1975 in de steek liet. Als pianodocent aan het Amsterdams conservatorium – in welke functie hij menig beroemd geworden pianist onderwees en coachte. Als jurylid van concoursen als het Internationaal Franz Liszt Concours – waardoor hij meemaakte hoe in de achterliggende decennia het niveau van het pianospel steeg.

Onderwerp van gesprek is de componist Franz Liszt (1811-1886) en het pianoconcours dat in 1986 in Utrecht van start ging. Maar het gaat als vanzelf ook over al die jonge pianisten die Wijn als leerling kreeg en krijgt toevertrouwd. Over Hannes Minnaar, die vorig jaar in Brussel derde werd bij de prestigieuze Koningin Elisabethwedstrijd. „Daar zit Hannes”, wijst Wijn op een foto op zijn deur, „hier in de achtertuin, tijdens het jaarlijkse avondje met mijn leerlingen. Hij is héél goed, maar hij heeft ook geboft dat hij in Brussel derde werd. Nu ligt de wereld voor hem open. Gelukkig blijft hij heel bescheiden.”

Over de bekende Ronald Brautigam. „Toen Ronald 17 was, belde zijn lerares. Of hij les van mij kon krijgen. Dat gebeurde. Een talentvolle leerling, die na zijn studie bij mij in Londen en de Verenigde Staten verderging, de wereld overtrok en beroemd werd. Van zijn succes heb ik geprofiteerd. Andere talentvolle pianisten kwamen bij mij omdat Ronald bij mij had gestudeerd. Ik heb gewoon geluk gehad. Je moet de rol van een pianodocent niet overschatten.”

Over Wibi Soerjadi. Over de broertjes Lucas en Arthur Jussen, die vorig jaar bij Deutsche Grammophon hun eerste cd met Beethovensonates maakten en nog altijd bij Wijn lessen.

De pianodocent geniet van het werken met dergelijke talenten. Ondanks zijn leeftijd reist hij nog altijd twee dagen in de week naar Amsterdam voor zijn zeven conservatoriumstudenten. En thuis ontvangt hij menig pianist die nog eens een paar lessen komt halen. „Leerlingen geven energie. Je blijft er jong van geest door. Het is een leuk soort.”

Als hij over pianisten spreekt, maakt Wijn onderscheid tussen muzikaal begaafden en artistiek begaafden. „Als je een muzikaal talent hebt, maak je een mooie klank, gebruik je het pedaal op de juiste manier, zit het ritmisch goed. Dat is mooi. Maar pas iets verder begint de kunst. Als je alleen muzikaal speelt, blijft het saai. Ben je artistiek begaafd, dan heb je gevoel voor wat er achter de noten zit, intuïtief.”

Dat is ook waar een jurylid bij een concours altijd naar op zoek is, zegt Wijn. „Wie onderscheidt zich? Wie heeft er wat te vertellen? Ik herinner me een concours waar een verplicht stuk acht keer achter elkaar klonk: muzikaal, prima. Maar bij de negende kandidaat keken we elkaar als vanzelf aan: dit was anders. Dat is moeilijk uit te leggen. Het heeft ermee te maken dat je enerzijds merkt dat er gespééld wordt, letterlijk: met plezier. Maar dat je anderzijds proeft dat er bewondering is voor de muziek. Dat een pianist zelf verrukt is door de muziek en daarom de muziek wil dienen, in plaats van op allerlei manieren uit te willen stralen: kijk mij eens.”

Dat brengt bij Franz Liszt. Juist ook zijn muziek leent zich er in de lessituatie voor om die artistieke begaafdheid naar boven te laten komen. Wijn: „Liszt was betrokken bij het leven, sociaal zeer bewogen, een fantastische man. Hij was het prototype van de romantische kunstenaar. Hij stelde dan ook dat de kunstenaars de nieuwe aristocratie vormden. Zijn muziek is heel mooi bruikbaar om moeilijke, virtuoze dingen te leren spelen. Maar tegelijk prikkelt Liszt altijd de fantasie. Alle facetten van het leven –verliefdheid, beschouwing, verstilling– zitten erin. En dat pikt iemand die artistiek begaafd is feilloos op. Die heeft daar een antenne voor. Heb je die affiniteit niet, dan wordt het lastig. Saaie mensen moet je geen Liszt laten spelen.”

Wat maakt Liszt tot een groot pianist en componist? Wijn: „Hij was opvallend virtuoos. Een fenomeen. Hij reisde Europa door met zijn recitals, waarbij hij alleen op het podium zat. Dat was nieuw. En daarbij deed hij spectaculaire dingen op de piano. Zelfs zo gevoelig en verleidelijk dat de vrouwen flauwvielen tijdens de concerten.”

Echt vernieuwend qua techniek was Liszt niet. „Dat was zijn Poolse collega Chopin wel. Maar wat Liszt bijzonder maakt, is dat hij een heel orkest wilde nadoen op de piano. Hij schreef ook op een orkestrale manier voor piano. Dat was voor die tijd bijzonder.”

In de bloei van zijn leven was Liszt de grootste van zijn tijd, zegt Wijn. „Later werd hij door zijn schoonzoon Richard Wagner overschaduwd. Liszt trok zich ook terug toen hij zich in 1848 in Weimar vestigde. Hij liet zich zelfs tot priester wijden en deed afstand van alle bravoure en glamour. Zijn muziek werd soberder en hij experimenteerde met het loslaten van de tonaliteit. Velen vinden dat baanbrekend; hij zou zijn tijd vooruit zijn. Maar ik geloof daar niets van. Compositorisch zijn die stukken zwak en vertonen ze verschijnselen van muzikale aderverkalking, doordat vaak hetzelfde nog eens gezegd wordt.”

Hoogtepunt voor Wijn is Liszts sonate in b-mineur, het langste pianostuk van zijn hand. „Dat is echt top. Een heel ingenieus bouwwerk rond drie thema’s, die gaandeweg het stuk terugkomen. Het is moeilijke muziek, maar speelbaar. Ik heb het vaak gespeeld op mijn recitals.”

Een pianistenconcours alleen gewijd aan de muziek van Liszt, dat riep 25 jaar geleden bij sommigen de nodige twijfel op. Toch werd het driejaarlijkse Utrechtse evenement internationaal een van de belangrijkste concoursen. Wijn: „Je hebt twee toppers: het Chopinconcours in Warschau en de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. Maar direct daaronder komt het Lisztconcours, overigens samen met vele andere goede competities.”

Hij zat destijds in de jury van de eerste editie en later menig keer opnieuw. In deze speciale negende aflevering is Wijn het enige Nederlandse jurylid. Hij geniet van dergelijke evenementen. „Het is buitengewoon gezellig als kunstbroeders onder elkaar. En het is heel leerzaam om de jongere generatie te leren kennen.”

Dat er dit jaar geen Nederlanders zijn geselecteerd voor het concours is geen kwestie van gebrek aan kwaliteit. Integendeel: „De pianowereld is overvoerd met goede pianisten. Maar voor veel Nederlanders trekt het niet zo: een concours rond één componist. We houden hier niet zo heel veel van Liszt.”

Veel deelnemers aan het concours hebben een Oost-Europese of Aziatische afkomst – Zuid-Korea, Japan, Rusland, Taiwan, China. „Inderdaad, een toevloed van Aziaten. Die hebben vaak zo’n technisch gemak. Dat zal met de volksaard te maken hebben, of dat de hersencellen anders zijn.”

Hij heeft het spelniveau van de deelnemers in de achterliggende jaren sowieso zien stijgen. „Wat dat precies is, is moeilijk te zeggen. Het meesterschap begint gewoon steeds eerder. Meisjes van 15 die de etudes van Chopin feilloos spelen, of een jongen van 10 die een Mozartconcert puntgaaf uitvoert. Dat was in mijn tijd anders.”

Wat zegt het als je prijswinnaar wordt op het Lisztconcours? Wijn: „Je moet altijd relativeren. Als je de lijst langskijkt, zie je soms namen van eersteprijswinnaars van wie je later nooit meer wat hebt gehoord. Daarbij zeg ik altijd tegen mijn leerlingen: Je moet je heel goed voorbereiden, maar het heeft ook iets van een lot uit de loterij. Zet een andere jury neer, en de uitkomst is anders.

De andere kant is: als je doordringt tot de finale heb je wel wat in je mars. Als jury zoek je naar pianisten die veel te vertellen hebben, iets persoonlijks. Liszt moet je niet als een Schriftgeleerde vertolken. Het moet levende kunst worden. Natuurlijk, je moet met respect voor de componist spelen. Maar het moet actueel worden, het museumstuk moet tot leven gebracht worden. Je moet spelen alsof de inkt van de partituur nog nat is.”


Franz Liszt

Franz Liszt werd op 22 oktober 1811 in het toenmalige Hongarije geboren. Op 6-jarige leeftijd bleek zijn muzikale begaafdheid, op z’n 9e gaf hij z’n eerste concert. Liszt studeerde in Wenen anderhalf jaar bij Carl Czerny. In 1823 verhuisde de familie Liszt naar Parijs, maar daar werd Franz niet toegelaten tot het conservatorium. Uiteindelijk was Liszt als pianist grotendeels autodidact. Hij werd in Parijs populair, zowel bij collega’s en in de hogere kringen als bij het publiek. Na Parijs vestigde Liszt zich in 1848 in het Duitse Weimar, waar hij actief was als componist en dirigent. In Rome liet hij zich in deze tijd wijden tot priester. In 1875 werd hij in Boedapest voorzitter van de landelijke muziekacademie. Tot het laatst van zijn leven bleef hij met tournees door Europa reizen. Op 31 juli 1886 overleed hij op 74-jarige leeftijd in Bayreuth (Beieren).


Concours

Het Internationaal Franz Liszt Concours voor jonge pianisten (17 tot 29 jaar) werd in 1986 voor het eerst in Utrecht georganiseerd. Sindsdien vond de competitie iedere drie jaar in de domstad plaats. Winnaars waren de afgelopen 25 jaar de Nederlander Martyn van den Hoek (1986), de Italiaan Enrico Pace (1989), de Rus Sergey Pashkevich (1992), de Italiaan Igor Roma (1996), de Japanner Masaru Okada (1999), de Fransman Jean Dubé (2002), de Chinees Yingdi Sun (2005) en de Rus Vitaly Pisarenko (2008).

De negende editie wordt van 25 maart tot en met 9 april in Vredenburg Leidsche Rijn gehouden. September vorig jaar zijn in Sjanghai, Moskou, Utrecht en New York de internationale selectieronden gehouden; 22 pianisten mochten door naar de kwartfinales in Utrecht. Vervolgens spelen zes kandidaten in de halve finale, waarna er drie finalisten overblijven. Geen van de deelnemers komt dit jaar uit Nederland.

Meer informatie: www.liszt.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer