Een Dordts klooster voor begaafde augustijnen
DORDRECHT – Het augustijnenklooster in Dordrecht was in de middeleeuwen een van de belangrijkste kloosters van de Nederlanden. Het is het enige klooster waarvan delen nog intact zijn, zoals de Augustijnenkerk en de beroemde Statenzaal.
De Dordtse historicus Herman A. van Duinen presenteerde gistermiddag in de Statenzaal van het augustijnenklooster het Jaarboek 2010 van de Historische Vereniging Oud-Dordrecht: ”Een augustijnenklooster van aanzien”. In het boek beschrijft hij de geschiedenis van het klooster van 1275 tot 1572.
Vanaf de Reformatie in 1572 is volgens Van Duinen genoeg over het klooster bekend. „In dat jaar mochten 200 geuzen Dordrecht innemen voor Willem van Oranje, op voorwaarde dat geen kerken, kloosters of kapellen zouden worden beschadigd. Burgers en geestelijken mochten ongehinderd de stad verlaten. Tijdens de vergadering van de Staten van Holland in de refter van het augustijnenklooster, de latere Statenzaal, werd besloten tot vrijheid van godsdienst voor zowel gereformeerden als roomsen.”
Een week later werd het verdrag geschonden en werden de beelden uit de kloosterkerk verwijderd. Zondag 27 juli 1572 vond in de Augustijnenkerk de eerste kerkdienst van de gereformeerde religie plaats en kwam er een einde aan 300 jaar kloosterleven in Dordrecht. „Zo werd Dordrecht het bolwerk van protestantse orthodoxie”, aldus de Utrechtse augustijner pater dr. Martijn Schrama, die als vertegenwoordiger van de Nederlandse augustijnen een exemplaar van het boek kreeg uitgereikt.
De interesse van Van Duinen ging uit naar de periode van het augustijnenklooster vóór 1572. Probleem is echter dat in 1572, toen Dordrecht de zijde koos van prins Willem van Oranje en de calvinistische godsdienst, de augustijnen de stad verlieten en waarschijnlijk hun archief hebben meegenomen. Daarvan is nooit iets teruggevonden. Gegevens over de Dordtse augustijnen moesten dus bij elkaar worden gezocht uit andere bronnen.
In het stadsarchief in Dordrecht vond Van Duinen een lezing van de in 2004 overleden augustijner pater dr. Albericus de Meijer, die hem op het spoor zette van het convent van de Nederlandse Provincie van de Orde der Augustijnen. Zo kwam hij in contact met de augustijner pater dr. Schrama, die hem leidde naar gegevens over het Dordtse klooster verzameld in de bibliotheek van het augustijnenklooster in Eindhoven.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat zich in de middeleeuwen in de Nederlanden zestien augustijnenkloosters bevonden. In dat van Dordrecht moesten begaafde augustijnen zich voorbereiden op een vervolgstudie aan beroemde kloosterscholen en universiteiten in het buitenland. Terug in Nederland waren deze monniken erg gezien vanwege hun grote geleerdheid en prediking in de volkstaal.
Uit het onderzoek van Van Duinen blijkt ook dat het Dordtse klooster nog het enige van de zestien kloosters uit de middeleeuwen is waarvan delen intact zijn. Reden waarom hij pleit om de huidige benaming van het klooster, het Hof, te veranderen in ”augustijnenklooster”. „Zeker nu in 2017 een van de bekendste augustijner monniken, Luther, internationaal zal worden herdacht.”