„Anorexia verwoestte mijn lichaam”
Talloze meisjes en jonge vrouwen voeren de strijd tegen anorexia. Anne-Wil Vink (19) uit Sliedrecht was er een van. „Ik wil m’n verhaal vertellen. Om te waarschuwen én om meisjes die ermee kampen een hart onder de riem te steken.”
„Ik was zestien jaar en zou starten met een vervolgopleiding, in de verpleging. Dat was voor mij, als onzeker en faalangstig meisje, genoeg reden om zenuwachtig te zijn. Maar daar kwam nog iets bij. Ik was te dik en dat moest veranderen, vond ik. Dan kon ik ieder geval met zelfvertrouwen over m’n uiterlijk naar de nieuwe school gaan.
Ik startte in de zomer van 2007 met lijnen. Niet volgens een of ander dieet, nee, gewoon zo min mogelijk eten, en zo veel mogelijk drinken. Het werkte, de kilo’s vlogen eraf. Ik kreeg complimenten. „Zo, jij bent slank. Knap dat je dat voor elkaar krijgt.” Dat soort opmerkingen gaf me zelfvertrouwen.
Het viel thuis wel op, dat ik bijna niet at. Ik was degene die geregeld taarten bakte, maar nu nam ik er zelf nooit een grammetje meer van. Wat ook opviel, was dat ik liters water dronk. Zes liter per dag. Daardoor viel ik verschrikkelijk hard af.
Intussen besefte ik niet dat ik m’n lichaam aan het verwoesten was. Dat raakte helemaal van slag. Ik kreeg enorm haaruitval, menstrueerde niet meer en had het alleen maar koud. ’s Morgens om vijf uur ging ik beneden de kachel aan doen.
Mijn ouders zagen dat en maakten zich zorgen. Ze beseften dat er iets niet goed ging. Ik niet. Ik vond het wel best zo. Het was iets waar ík de regie over voerde. Dat pakte niemand mij meer af.
Ik wilde niet afvallen omdat ik naar een idool of model keek. Helemaal niet. Ik wilde gewoon trots zijn op mezelf. En ik denk dat ik onbewust wilde afrekenen met een negatief zelfbeeld dat in de achterliggende jaren was ontstaan. Ik was niet dik, wel stevig. Alles wat daarover ooit was gezegd, had zich in m’n gedachten vastgehaakt.
Eind november 2007, op een zaterdagmorgen, zaten we koffie te drinken. Ik weet het nog precies. M’n moeder zei regelrecht wat ze dacht: „Anne-Wil, jij hebt anorexia. We maken ons zorgen.” Ik begon te huilen. Ze raakte me met haar bezorgdheid, want ik voelde me erg eenzaam.
Toch zag ik tóén nog niet de heftigheid van het probleem in. Dat kwam een week later, toen we bij Eleos zaten voor de intake. Daar kreeg ik een arts, een diëtist en een psycholoog toegewezen. De arts onderzocht me en draaide er niet om heen. „Als je nog even zo doorgaat, ga je dood.” Zo zei ze het. Het begon tot me door te dringen hoe ver ik heen was. Dat ik anorexia had. Toen begon pas het gevecht ertegen.
Ik hoefde niet opgenomen te worden in het ziekenhuis, maar kwam onder strenge begeleiding. Vanaf dat moment was ik de regie over het afvallen kwijt. De arts zei hoeveel ik aan moest komen en controleerde wekelijks mijn gewicht, de diëtist zei wat ik moest eten. Dat vond ik eerst heel moeilijk. Anderzijds koesterde ik mijn situatie een beetje. Iedereen maakte zich zorgen, ik werd vertroeteld. Dat vond ik wel prima. Het was hoog tijd voor gesprekken met de psycholoog.
Zonder die gesprekken kom je niet van anorexia af. Daar ben ik van overtuigd. Er moet een wissel om in je bovenkamer. Je moet anders leren denken. Als dat niet gebeurt, ga je wel weer eten, maar heb je eigenlijk nog steeds anorexia.
In die tijd ben ik ook gestopt met m’n opleiding. Die paste niet bij mij. Dus moest ik op zoek naar werk. Ik heb Gods besturing ervaren toen ik in de thuiszorg aan de slag kon als verzorgende. ’s Morgens werken, ’s middags vrij om de therapie bij Eleos te volgen. Ik had zo gelegenheid om mezelf weer op de rails te krijgen, zonder thuis te hoeven zitten.
Dankzij de uitstekende begeleiding van Eleos ging het goed met mij. Ik had momenten van terugval, maar het belangrijkste gebeurde: ik ging anders naar mezelf kijken. Ik hoef niet perfect te zijn. Als ik iemand op straat tegenkom die me een keer niet groet, betekent dat niet dat hij me niet mag. Ik heb geleerd leerde niet alles negatief op mezelf te betrekken. En ik werd assertiever. Dat was ik veel te weinig. Ik hield alles altijd maar voor mezelf. Ik praat nu veel meer en veel opener over mezelf, vooral met m’n ouders.
Sinds een jaar heb ik geen gesprekken meer bij Eleos. Ik voel me goed, ik heb zelfvertrouwen en doe inmiddels het tweede jaar van de opleiding voor onderwijsassistent. Dat geeft me ontzettend veel voldoening en plezier. De band met m’n ouders is veel sterker geworden. We hebben samen gevochten tegen mijn anorexia en zijn er samen uit gekomen.
Zoals ik nu ben, is het prima. We hoeven voor God en mensen niet perfect te zijn. Dat is de les die ik geleerd heb.”
Proud2bme
Veel meisjes die kampen met anorexia, bezoeken pro-anasites. Dat zijn websites die eetstoornissen aanprijzen als een levensstijl. De sites roepen veel maatschappelijke weerstand op. Anne-Wil bezocht in haar anorexiatijd enkele pro-anasites. „Ik vond het weerzinwekkend. Ze zetten je aan om je lichaam te verwoesten. Hoewel ik daar zelf ook mee bezig was, achteraf bezien.”
Als tegenactie werd vorig jaar de site proud2bme.nl gelanceerd: een website, bemand door ervaringsdeskundigen, die meisjes met anorexia steunen in hun strijd tegen de eetstoornis. Voor veel bezoekers is proud2bme.nl de enige vorm van begeleiding én een belangrijke reden om geen pro-anasites meer te bezoeken. „Een mooi initiatief”, vindt Anne-Wil, „maar niet genoeg als je echt anorexia hebt. Dan moet je anders leren denken. En daar heb je gesprekken met een psycholoog voor nodig. Mijn advies: zoek professionele hulp om er écht van af te komen.”
Kijk op www.mindguide.nl voor informatie over eetstoornissen en hulp.