Kerken zien weinig in boycot Israël
In de Domkerk in Utrecht is dinsdagmiddag het document ”Uur van de waarheid. Een woord van geloof, hoop en liefde uit het hart van het Palestijnse lijden” overhandigd aan Nederlandse kerkleiders. Die voelen echter weinig voor de bepleite boycot tegen Israël.
In het zogeheten Kairosdocument roepen Palestijnse christelijke theologen christenen wereldwijd op de „bezettings-politiek” van Israël als zonde te bestempelen en een economische boycot tegen dit land in te stellen. Alleen dan is een rechtvaardige en blijvende vrede mogelijk, aldus de opstellers.De Protestantse Kerk in Nederland zal niet oproepen tot een consumentenboycot van Israël, zei scriba dr. A. J. Plaisier. „Wel zal ik de suggestie doen om in het kader van het Platform Verantwoord Ondernemen kritische vragen te stellen bij de vestiging of investeringen van bedrijven in Israëlische nederzettingen in bezette gebieden.”
Dr. Plaisier sprak uit dat de Protestantse Kerk zich „onopgeefbaar” verbonden weet met het Joodse volk. Liefde dekt volgens hem niet toe dat de bezetting van Palestijnse gebieden volgens internationaal recht illegaal is.
Ook de aartsbisschop van de Oud-Katholieke Kerk in Nederland, dr. J. A. O. L. Vercammen, ziet niets in een boycot van Israël. Dan zal het Israëlisch-Palestijns conflict alleen maar escaleren, zo zegt hij desgevraagd.
In het document ”Uur van de waarheid” hoort dr. Vercammen een „echo van liefde” van medechristenen die zoeken naar verzoening. „Dat we het document in ontvangst nemen, is een teken van solidariteit met mensen –tot welke groep ze ook behoren– die te lijden hebben van het conflict in het Midden-Oosten. Het onrecht wordt nog versterkt als we niet naar hun stem luisteren.”
Drs. Henk van Hout, voorzitter van de Raad van Kerken in Nederland, vindt ook dat christenen hun ogen niet voor de „hartverscheurende situatie van het Palestijnse lijden” mogen sluiten. Hij benadrukte echter dat het aannemen van het document geen volledige instemming betekent. „We nemen de onderliggende visie en strategie niet zomaar over. Daarvoor roept met name de gepresenteerde analyse van de situatie op het eerste gezicht te veel vragen op.”
Van Hout wierp de vraag op of de opstellers het geweld niet „te eenzijdig” toeschrijven aan Israël. „Ik vraag me af of een oproep tot beëindiging van de bezetting mogelijk is zonder erkenning van het bestaan van de staat Israël binnen veilige grenzen.”
De Raad van Kerken wil eraan meehelpen om „de muur van vijandschap” tussen Israël en de Palestijnen te helpen slechten. „Met onze aanwezigheid vandaag spreken we de bereidheid uit het gesprek te blijven aangaan over het leed aan beide kanten van de muur en daarin onze eigen positie te bepalen.”
Hij deed de toezegging de leden van de Raad van Kerken over ”Uur van de waarheid” te informeren. De Rooms-Katholieke Kerk zal het document eind januari bespreken, beloofde Gerard Kruis, secretaris-generaal van de Nederlandse Bisschoppenconferentie.
Joodse en christelijke organisaties uitten afgelopen week felle kritiek op het Kairosdocument. Zo riep het Centraal Joods Overleg (CJO) er maandag toe op om afstand te nemen van de uitspraken en de bepleite boycot tegen Israël. Het document staat volgens het CJO op gespannen voet met de „jarenlange goede relaties die er tussen de georganiseerde Joodse gemeenschap en de vertegenwoordigers van de christelijke kerken bestaan.”
De hervormde predikant dr. H. Veldhuis zei gisteren dat hij zich geërgerd heeft aan dergelijke reacties. „Nu roept het CJO dat de relatie met de kerken op het spel staat. Dat vind ik op het randje van chantage. Waarom noemen we dit het Kairosdocument? Omdat het de hoogste tijd is om actie te ondernemen. Het Palestijnse volk staat op de rand van de vernietiging. Ik betreur het dat ik nu allerlei beschouwingen op afstand hoor. Niemand heeft het over een boycot.”
De rooms-katholieke theoloog M. J. H. M. Poorthuis hoort in het Kairosdocument een noodkreet. Hij vindt de kritische reacties vanuit „kleine protestantse kerken” dan ook „dom en onmenselijk.” „De kerk moet geen belangenvereniging zijn maar een platform voor verschillende meningen over Israël en de Palestijnen. Als christenen hoeven we niet alles te onderschrijven. Maar we moeten wel gehoor geven aan een noodoproep van Palestijnse christenen. Er wordt op onze deur geklopt en wij zijn de enigen die kunnen opendoen.”