Carrièreswitcher Kaaij: Ik voelde me vroeger een werkslaaf
Hij werkte bij ING. Tijdens een sabbatical kwam Gertjan Kaaij erachter welke baan hij zocht. Niet iets financieels, maar wat maatschappelijks. Nu is hij manager in de zorgsector. Gedreven vertelt hij over zijn carrièreswitch.
Kraaij (39) vertrekt in oktober 2008 bij ING. Elf jaar werkt hij er dan. In 1997 begon hij er als trainee bij het facilitair bedrijf. Via de afdeling safety en security en de hypotheekafdeling van ING-dochter Nationale-Nederlanden werd Kaaij manager operationele zaken ING Bank. Uiteindelijk stuurt hij 120 mensen aan. „Maar na een paar jaar wilde ik iets creatiefs. Ik werd manager bij de afdeling business innovation, die voor ING-onderdelen creatieve producten bedenkt zoals de rol van ING in de virtuele wereld Second Life en in games.”Na een paar jaar ebt de belangstelling voor innovatie bij ING weg, aldus Kaaij. „We hadden goede creatieve ideeën, maar kregen niet veel voor elkaar. Er was meer aandacht voor de fusie tussen ING en de Postbank.”
Er komt een nieuwe baas op de afdeling. Die ziet voor Kaaij een projectleidersrol in de it weggelegd. „Dat was niets voor mij. Ik zat toen twaalf jaar bij ING. Ik ben toen met een wandelcoach en mijn baas gaan praten en heb in mei 2008 besloten om in oktober weg te gaan.”
De sabbatical van Kaaij begint terwijl de financiële crisis losbarst. „Ik wist toen nog niet wat ik precies wilde gaan doen. Ik had van ING wat geld meegekregen, dus kon het even uitzingen.”
Voor Kaaij staat vast dat hij niet weer in de financiële sector wil werken. „Ik zag ontwikkelingen waarmee ik niet kon leven. Klantwaarde was belangrijk, maar de producten waren niet klantvriendelijk. Ik voel me niet goed bij koopsom- en woekerpolissen.”
Iets maatschappelijks trekt Kaaij. „Ik had al lang de wens met kansarme jongeren een kasteel op te knappen in Frankrijk of de Ardennen. Dat heb ik geprobeerd op te zetten.” Door de crisis blijkt het lastig geld los te krijgen. „Terwijl ik ermee bezig was, kwam de vraag boven of ik het wel echt wilde. Uiteindelijk zei mijn vrouw niet mee te gaan. Ik vond mijn gezin juist het belangrijkst. Pas toen ik mijn droom probeerde te leven, kwam ik er achter wat ik echt belangrijk vond.”
Nadat het kasteelplan niet doorgaat, begint Kaaij „als een dolle” te solliciteren. „Ik kreeg niet één reactie. Ik stuurde plichtmatig brieven.” Tijdens een loopbaansessie vallen bij Kaaij een aantal puzzelstukjes op zijn plek. „Ik ben gerichter gaan solliciteren. Ik was al vijf jaar voetbalcoach van gehandicapte jongens en kreeg daar veel energie van. Van mijn omgeving hoorde dat ik goed was in coachen en leidinggeven. Een managementrol in een maatschappelijke omgeving zou goed bij me passen.”
De loopbaansessie werpt haar vruchten af. Kaaij wordt binnen een maand drie keer voor een gesprek uitgenodigd. „Ik had geleerd ook tijdens een sollicitatiegesprek mezelf te zijn en niet iemand naar de mond te spreken. Je kwetsbaar opstellen wordt gewaardeerd.”
In maart komt Kaaij terecht bij Spirit, een organisatie in de jeugdzorg. Na een halfjaar staat hij weer op straat. „Zes weken nadat ik binnenkwam, kwam er een reorganisatie. Er was geen plek voor mij. Daar baalde ik van. Ik voelde me ontslagen, terwijl ik dacht juist op mijn plek te zitten. Ik had met mijn hart gekozen en ik werd weer afgewezen.”
In september begint Kaaij bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), een brancheorganisatie voor gehandicaptenzorginstellingen. Hij is als manager organisatie verantwoordelijk voor de bedrijfsmatige kant. Inhoudelijk houdt hij zich weinig met zorg bezig. „Over een aantal jaar wil ik graag een managementbaan bij een gehandicapteninstelling of bejaardentehuis, of een functie in de hoek van coaching en mediation.”
Kaaij is blij met zijn nieuwe functie. „VGN zit in een veranderfase. Ik zie dat als een uitdaging. Het is leuk om niet in een gespreid bedje te komen. Het product van VGN past bij mijn gevoel. Bij ING was dat niet meer zo.” Ook financieel was de stap goed. „Ik ben er niet op achteruitgegaan.”
Elke dag fietst Kaaij naar zijn werk. „Daar krijg ik energie van. Ik voelde me vroeger een werkslaaf: met een koffertje liep ik mee in de stroom mensen. Nu zie ik de stad ontwaken. Heerlijk die ochtendlucht.”
Elke levensfase kent haar eigen behoeften, denkt Kaaij. „Er kwam sleetsheid in mijn dagelijks patroon. Nu zit ik weer in mijn kracht.”
Dit is het vierde deel in een serie over carrièreswitchers.