Hip en happy, zielig, of blij met vrijheid
Singles. Enkelen, afzonderlijken, zo zou het woord heel letterlijk te vertalen zijn. De mensen op wie het van toepassing is, zijn het er niet over eens of ze zo genoemd willen worden.
De Nederlandse variant van het woord is echter ook niet alles, vinden respondenten in het singleonderzoek van deze krant.
„Het woord alleen in alleengaand en −staand vind ik een zekere eenzaamheid uitdrukken, die ik niet in mij herken”, zegt iemand. Een ander pleit toch maar voor alleengaand. „Dat verwoordt beter de leegte van het alleen zijn.”
Een groot deel vindt dat er nog geen geschikt woord bestaat. Single zijn klinkt hip en happy, of popiejopie, zeggen sommigen, die zichzelf niet direct zo zouden omschrijven. Maar alleenstaand of -gaand is „oubollig.” En dat wil ook niemand zijn. Vrijgezel mag evenmin, dat lijkt te veel op ”gezellig”, „wat het alleenstaand zijn dus absoluut níét is.”
Singles zijn niet te vangen in één woord, blijkt uit de enquête. Ze vinden wel dat je beter alleen kunt zijn dan ongelukkig getrouwd. De omgang tussen echtparen en singles maakt de tongen los. „Ik ontmoet vooral onbegrip in de reformatorische kring”, bekent een single. „Verkering en trouwen is hier soms nog net zo vanzelfsprekend als met je schoenen aan op straat lopen. Loop je op je blote voeten, dan wijk je af. Zo ook de ongetrouwde.”
Kom niet bij een alleenstaande aan met beweringen als „Jij hoeft toch niets in het huishouden te doen, het wordt toch niet vies”, waarschuwt een ander. „Je was moet wel worden gedaan, je ramen gelapt. Gras en het onkruid groeien net zo hard in de tuin van een alleenstaande als in de tuin van een gezin.”
Beide groepen zien bij elkaar dat ze opgaan in hun eigen wereld. Ze waarderen elkaar wél. „Wat gaaf als juist die vrouwen die zo druk zijn met hun gezin lekker eens een avondje bij mij langskomen”, zegt een respondent. Iemand anders: „Met alleenstaande vrienden en vriendinnen heb ik vaak persoonlijker, diepgaander gesprekken dan met getrouwde vrienden. Het contact lijkt met de laatsten wat oppervlakkiger, doordat het regelmatig gaat over hun echtgenoot of kinderen in plaats van over henzelf.”