Speciale behandeling voor gast Downey’s
„Dit restaurantje moet hier zijn, in het centrum van Amersfoort, om gasten te laten zien dat mensen met het downsyndroom waardevol zijn.” Anja Nieuwenhuis, moeder van Arjan, doelt op Downey’s, haar initiatief om haar zoon en andere jongelui met een beperking een goede werkplek te geven. Zaterdag opent wethouder Van Dalen het restaurant.
Gasten kunnen al sinds eind januari terecht in het restaurantje aan de Zuidsingel, maar vandaag knipt de wethouder het lintje pas door. Nieuwenhuis: „We wilden eerst kijken of het aansloeg.” Inmiddels weten heel wat mensen de weg naar Downey’s te vinden. Deze maand krijgt het restaurantje er ook een terrasje bij. Nieuwenhuis: „We denken daarmee nog meer klanten te trekken, die nu op een zonnige dag ons nog voorbijlopen.”Arjans moeder wil met Downey’s aantonen dat de kwaliteiten van mensen met het downsyndroom vaak onderschat worden. „Arjan heeft mij in de afgelopen achttien jaar veel meer geleerd dan ik hem heb kunnen leren. Dit is mijn manier om kinderen met down die nog niet geboren zijn te beschermen: door te laten zien hoeveel liefde ze je geven. Ze verdienen de kans om te leven en zich te ontplooien.”
Bij Downey’s krijgen de kinderen die kans. In de keuken staat Arjan in een beslagkom te roeren. Hij maakt brownies. Iemand anders heeft de ingrediënten voor hem afgewogen, maar de rest kan hij zelf. „Lekker, met chocoladesmaak”, grijnst hij.
De keuken is zo veilig mogelijk gemaakt: geen gasfornuis waar medewerkers hun vingers aan kunnen branden, geen snijmachine. Het koffiezetapparaat is heel eenvoudig te bedienen. In de ruimte voor de gasten staan de tafels en stoelen ruim opgesteld, zodat obers en serveersters er goed tussendoor kunnen lopen. Nieuwenhuis: „Natuurlijk snijden ze zich wel eens in de vinger of sneuvelt er een kopje. Dat moeten we gewoon accepteren.”
Vrolijk
De veiligheidsmaatregelen doen niets af aan de gezelligheid van Downey’s. De vrolijkheid van de medewerkers komt terug in het felgroene en oranje interieur. Op de tafels staan vaasjes met gerbera’s en er branden kaarsjes. Arjan showt zichtbaar trots zijn uniform in bijpassende kleuren: een feloranje shirt met een groene sloof.
De spontaniteit van Arjan en andere mensen met down vormde voor Nieuwenhuis de aanleiding om een restaurant te beginnen. „Ze willen graag voor andere mensen zorgen. Daarom past dit werk goed bij hen.” Heeft haar zoon altijd al in een restaurant willen werken? Arjan schudt heftig van nee. Nieuwenhuis: „Hij wilde werken bij FC Utrecht. Wat wilde je daar ook alweer doen?” vraagt ze. „Ballen schoonmaken en het licht uitdoen”, zegt Arjan met glanzende ogen.
Toch is Arjan ook dik tevreden met zijn huidige baan. Een dag in de week gaat hij nog naar school, waar hij les krijgt in het bedienen. „Koffie maken, dat is het leukst”, vindt Arjan.
De jongen raakt niet gestrest als alle tafeltjes vol zitten. Zijn moeder: „Dan mompelt hij iedere keer: rustig. Hij kent geen stress en dat is voor ons als ouders prettig.”
Toen Arjan klein was had zijn moeder niet zulke hoge verwachtingen van de prestaties van haar zoon. „Ik dacht vooral negatief”, zegt de docente Duits en muziek. „Hij zou nooit kunnen trouwen, niet kunnen autorijden. Ik had lang de tijd nodig om mijn verdriet te verwerken toen hij pas geboren was. Als er toen al standaard prenatale onderzoeken zouden zijn geweest, had ik me beter kunnen voorbereiden. In dat opzicht zijn die onderzoeken wel gunstig.”
Toen Arjan opgroeide gingen Nieuwenhuis’ ogen open voor de positieve kanten van down. „Ik zei eens tegen Arjans juf: „Als er aan de andere kant van de wereld een arts is die Arjan van down af kan helpen, zit ik vanavond nog in het vliegtuig.” Wat die juf toen tegen mij zei, zal ik nooit meer vergeten: „Maar dan heb jij je Arjan niet meer.” Sindsdien ervaren we Arjans aanwezigheid veel meer als een geschenk.”