Verknocht aan Kruiningse Koperen Trom
Wuivende rietkragen. Ruisende, goudgele graanvelden. Een groene grasdijk en de Kruiningse kerktoren in gotische stijl. Dat is het uitzicht vanuit het huis van Kees en Alie Jansen. Zij wonen tussen Kruiningen en de Westerscheldedijk. „Met dit uitzicht hoeven wij niet op vakantie.”
De Koperen Trom, zo noemen Kruiningers het gebied ten zuidwesten van hun dorp. Het is een soort familiedomein. Van de zes huisjes zijn er zeker vier bewoond door familie. In de naastgelegen boerderij woont broer Ko Jansen. Vader Bart Jansen huist aan de overkant en verderop staat de woning van een oom en tante.„Het is heerlijk om in een omgeving te wonen met mensen van de eigen richting”, vindt Alie Jansen-Boone (50). „Nooit hebben we last van bijvoorbeeld buurtfeesten met veel herrie. Op zondag is het altijd heerlijk rustig en gaat iedereen naar de kerk. Iedereen gaat dan naar de gereformeerde gemeente in Kruiningen, hier anderhalve kilometer vandaan.”
De wortels van de Jansens liggen in Kruiningen. Kees Jansen (51): „Dit huis heeft mijn opa, ook een Kees Jansen, in 1958 laten bouwen.” Kees en Bart blijken echte familienamen te zijn. „Onze kleinzoon is een Kees van Bart van Kees. Dat gaat zo wel een keer of zes terug”, memoreert Kees. „De naam Jansen komt veel voor in Zeeland, zeker in Kruiningen.” Behalve de familie in ”De Koperen Trom” zijn er in Kruiningen in totaal 41 Jansens te vinden.
Niet alleen de wortels wijzen op een Zeeuwse achtergrond. „We praten ook echt Zeeuws”, klinkt het met een sterk accent. Ook de drie kinderen van het echtpaar spreken dialect. Alleen zoon Anton spreekt, door zijn huwelijk met een niet-Zeeuwse vrouw, ook Hollands.
Kees Jansen werkt bij Zeeland Zoomweg Coldstore B.V. (ZZC) in Vlissingen. Fruit, dat soms van de andere kant van de wereld komt, wordt door dit bedrijf gedistribueerd. „Als heftruckchauffeur is het mijn taak om het fruit te laden en te lossen.” Vergeleken met zijn vorige werk bij het loonbedrijf van zijn vader geniet Jansen van de vaste werktijden. „Een collega haalt me ’s ochtends rond tien voor halfzeven op. Rond vijf uur zit het werk er weer op.” Alie: „Vroeger zagen de kinderen hun vader haast nooit. Nu met dit werk is hij gelukkig vaker thuis.”
In zijn vrije tijd is Jansen vaak in de tuin de vinden. Het mooi verzorgde perceel heeft een oppervlakte van ruim 2000 vierkante meter. „Het kost veel tijd om alles te onderhouden. Zeker omdat we hier aan zee wonen. Door het zout dat met de wind wordt meegevoerd ontstaat veel schade aan het gewas. Ook moet ik de buitenboel daarom regelmatig schilderen. Aan verven heb ik een hekel. Maar als ik het doe, doe ik het wel gelijk goed.”
Alie Jansen heeft als liefhebberij koken en bakken. „We gaan alleen in noodgevallen naar de bakker”, zegt ze. Brood, gebak, bolussen, alles maakt de vrouw des huizes zelf. Ze staat soms wel een hele dag te bakken. „Als de kleinkinderen jarig zijn, bak ik altijd een msooie, een grote taart, voor hen.” Regelmatig geeft Jansen ook workshops bakken en koken aan dames uit de omgeving.
Jansen leent zich er in haar vrije tijd niet voor om een vaste dag in de week op de kleinkinderen te passen. „Opvoeden is de taak van de ouders zelf.” De drie gezinnetjes van de kinderen wonen allemaal dichtbij. Vandaar dat de vijf kleinkinderen wel regelmatig langskomen om te spelen. Die kunnen zich bij opa en oma prima vermaken, want behalve wat schommels en een grote trampoline hebben ze een groot gazon.
Op vakantie gaan doet het echtpaar niet vaak. „We komen niet veel buiten Zeeland. Het is hier zo geweldig. We genieten van onze vrijheid en de omgeving.”
Dit is het achtste deel in een serie portretten van Nederlanders die Jansen heten.