Suikerbieten
De prijs voor een pak suiker in de supermarkt ligt al jaren op hetzelfde niveau. En dat zal door het akkoord dat de Europese ministers van Landbouw gisteren bereikten over een fors lagere minimumprijs voor suiker niet veranderen. Ook het prijskaartje aan een flesje cola ziet er binnenkort niet vriendelijker uit, of het moet vanwege de supermarktoorlog zijn. Wellicht dat het EU-besluit snoepgoed een beetje goedkoper zal maken, want daar zit wel erg veel suiker in.
De consument zal dus niet wakker liggen van het suikerakkoord. Suikerbietentelers en de daaraan gelieerde industrie daarentegen krijgen een portie extra tegenwind te verwerken in de vorm van toenemende concurrentie vanuit de rest van de wereld. In Nederland gaat het om een flinke sector met 14.000 boeren. Het is ook een sector met -tot nu toe- rendabele teelten.De vraag is of dat zo blijft. Minister Veerman verwacht dat de Nederlandse boeren kunnen werken met een lagere suikerprijs, vooral omdat er de komende tien jaar sprake is van maatregelen die het inkomensverlies van akkerbouwers moeten compenseren. Dan moeten die boeren in de tussentijd wel inspelen op de veranderde omstandigheden, redeneert de minister.
De compensatiemaatregelen lijken op het eerste gezicht heel redelijk: 64,2 procent van het inkomensverlies wordt aangevuld. Maar er zijn EU-landen die tot 100 procent compensatie hebben weten binnen te halen. De kritiek vanuit de sector is dan ook wel begrijpelijk. Waarom meten met verschillende maten?
Aan de andere kant eist de Wereldhandelsorganisatie (WTO) dat Europa een eind maakt aan handelsbelemmerende en prijsverstorende steunmaatregelen. Boeren in armere delen van de wereld maken geen schijn van kans de concurrentie aan te gaan op het moment dat overheden de prijs van suiker kunstmatig hoog houden, veel hoger dan de daadwerkelijke kostprijs. Dat is in de EU het geval.
Om in de onderhandelingen over de liberalisering van de wereldhandel sterker te staan heeft Brussel in de loop der jaren het mes gezet in een heel aantal steunmaatregelen. De suikersector is de laatste in een reeks van belangrijke landbouwproducten.
De sector in Nederland is niet gerust op een goede afloop. Vanzelfsprekend: de maatregelen raken boeren en anderen rechtstreeks in hun portemonnee. Een kleinere inkomstenstroom is niet iets om de schouders over op te halen, vooral ook omdat de alternatieven in de agrarische sector niet voor het oprapen liggen. Zo goed gaat het niet met de akkerbouw in Nederland. Concurrentie vanuit nieuwe EU-landen als Polen maken het er niet makkelijker op.
Wie als relatieve buitenstaander de (oude) marktbeschermingstactieken van de EU goed op zich laat inwerken, moet vaststellen dat het om bijzondere mechanismen gaat. Waarom zou een boer EU-steun moeten krijgen en -bijvoorbeeld- een bouwondernemer niet? Dat is in ieder geval aan het grote publiek moeilijk uit te leggen.
De kwestie ligt echter veel ingewikkelder. Over de kostprijs van voedsel en over de bereidheid van de consument om een eerlijke prijs te betalen voor zijn dagelijks eten valt een hele boom op te zetten. En dan blijken landbouwsubsidies misschien zo vreemd nog niet.