Fransen minder alleen na Nederlands ‘nee’
Frankrijk voelt zich minder alleen na zijn afwijzing van de Europese grondwet afgelopen zondag, nu Nederland dat ook heeft gedaan. Politici ontdekken evenwel dat de Nederlandse beweegredenen niet helemaal dezelfde zijn.
Met het Nederlandse ‘nee’ lijkt politiek Frankrijk met een klap wakker te zijn geschrokken: moet Frankrijk kiezen tussen Europa of louter eigenbelang? De doorsnee Fransman komt er ineens achter dat Nederland per hoofd van de bevolking zo’n 180 euro per jaar bijdraagt aan Europa, ruim driemaal meer dan in Frankrijk. Dat profiteert in ruime mate van Europa, bijvoorbeeld met de 10 miljard euro die het jaarlijks krijgt van Brussel als steun voor zijn boeren.
Ondanks de uitbreiding van de EU weigert Frankrijk méér bij te dragen dan wat het nu doet. Zoiets is ook niet te rijmen met aanhoudende beloftes van belastingverlaging van president Chirac.
In Frankrijk is nauwelijks weerstand tegen de euro, ook al rekent iedereen nog in de oude franc. Als de franc was gehandhaafd, was die al vele malen gekelderd wegens Chiracs aanpak, weten de Fransen heel goed. Want Chirac verandert volgens hen „even gemakkelijk van politiek als van overhemd". Die geluiden klinken evengoed in zijn eigen kamp als in dat van de oppositie. Op financieel gebied kost dat hem, dankzij de euro, eigenlijk niets. Daar draaien de anderen voor op.
De Franse bewustwording na het Nederlandse ‘nee’ van wat er aan de hand is, leidt tot ongerustheid. Temeer omdat Chirac de Fransen na de overwinning van de tegenstemmers zondag opnieuw een ingrijpende, nieuwe politieke koers heeft beloofd met als hoofdpunten: bestrijding van de werkloosheid, opgelopen tot boven de 10 procent, en behoud van de koopkracht.
Nederland, ontdekken de Fransen ook, is boos over de Frans-Duitse „motor van Europa" waar Chirac voortdurend op hamert als essentieel voor de EU, maar die Nederland kennelijk beschouwt als een te verwaarlozen minderheid. Dat geldt met name het Frans-Duitse gedrag rond het stabiliteitspact met zijn maximum 3- procents begrotingstekort. Frankrijk en Duitsland gaan daar al jaren overheen en willen dat nu naar boven bijstellen. Van andere landen, waaronder Nederland, is tot nu steeds geëist zich eraan te houden.