In een advies over de invulling die Faber geeft aan de Europese afspraken, spreekt de Raad voor de Rechtspraak van een „opmerkelijke en verwarrende samenloop” met de asielwetten die Faber eerder naar de Kamer stuurde. Over die wetten oordeelde de raad een maand geleden ook al negatief. Faber kreeg het advies ze pas in te dienen als alle maatregelen uit het Europese migratiepact zijn uitgevoerd.

Net als een maand geleden wijst de raad erop dat het Europese migratiepact „op zichzelf al erg ingrijpend is voor het Nederlandse asielsysteem”. Ook de rechtspraak krijgt er nu al de handen vol aan. De gevolgen voor de werklast van rechtbanken „worden nog eens extra vergroot door de samenloop en overlap van de wetten”.

De raad noemt het tweestatusstelsel als voorbeeld. Het voorstel om onderscheid te maken tussen asielzoekers die op de vlucht zijn voor oorlog, en asielzoekers die vanwege bijvoorbeeld hun geloof, politieke opvatting of seksuele voorkeur persoonlijk gevaar lopen, komt zowel voor in het migratiepact als in de asielwetten van het kabinet. Dat kan leiden tot „onduidelijkheid en uitvoeringsproblemen”.

De raad benadrukt het belang van deugdelijke en uitvoerbare wetgeving. „Dit alles is extra van belang als deze wetten mensen raken die in een kwetsbare positie verkeren in relatie tot de overheid, zoals het geval is bij de bovengenoemde wetgeving.”