Turkije wil dat Syrië en Rusland stoppen met bombardementen Syrië
De Turkse regering heeft van Rusland en Syrië geëist dat ze stoppen met luchtaanvallen in het noordwesten van Syrië. Daar hebben Syrische jihadisten in de provincie Idlib een laatste toevluchtsoord gevonden. Volgens Ankara hebben recente luchtaanvallen geleid tot de huidige escalatie van het conflict waarbij jihadisten in het offensief zijn gegaan tegen troepen van president Bashar al Assad.
Volgens waarnemingen van het in Engeland gevestigde Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zouden eenheden van jihadisten vrijdag buitenwijken van de stad Aleppo hebben bereikt. Het Russische leger bestrijdt de luchtaanvallen niet, maar zegt dat het gaat om aanvallen op „extremisten”.
In de sinds 2011 slepende Syrische burgeroorlog steunt Rusland de Syrische regering en Turkije steunt een aantal rebellengroepen. De twee landen hebben eerder een compromis gesloten waarmee er in de provincie Idlib een soort vrijhaven kwam waar jihadisten op de vlucht voor Assads troepen terechtkonden. Volgens de Turkse regering hebben Rusland en Syrië met recente aanvallen „ongewenste en escalerende spanningen” veroorzaakt die tot het opleven van de gevechten in de regio hebben geleid. Het zouden de bloedigste gevechten zijn sinds 2020. Het Syrische leger zegt dat de aanvallen van jihadisten worden afgeslagen.
Het Kremlin heeft de nieuwe aanvallen van de jihadisten veroordeeld als een aanval op de soevereiniteit van Syrië. Rusland hoopt dat de Syrische autoriteiten de orde in de regio snel herstellen. De Kremlinwoordvoerder zei niets over een eventuele Russische rol daarbij. Rusland heeft in 2015 op grote schaal militair ingegrepen in de Syrische burgeroorlog ten gunste van Assad, wiens leger op zijn laatste benen liep. Rusland was ook nauw betrokken bij de herovering van Aleppo in 2016. De Russische militaire aanwezigheid in Syrië is teruggeschroefd na de Russische aanval op Oekraïne in 2022.