Een woordvoerder van het Nationaal Archief meldt dat het interne advies eerder al gedeeld is met partijen die daarvan op de hoogte moesten zijn, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Het advies is volgens haar dan ook niet met opzet uit de openbaarheid gehouden. Het Nationaal Archief ging ervan uit dat alle belanghebbenden geïnformeerd waren.

In het interne document worden privacybeschermende maatregelen geadviseerd, zoals het afschermen van persoonsgegevens. Volgens De Telegraaf is maar één advies opgevolgd: het CABR niet doorzoekbaar maken via Google. De woordvoerder van het Nationaal Archief beaamt dit, maar zegt dat bij meerdere instanties adviezen zijn ingewonnen over de manier waarop het archief digitaal toegankelijk gemaakt kon worden. De weg die uiteindelijk is gekozen, met aanvullende maatregelen, komt voort uit al die verschillende adviezen. Hierbij hebben de belangen van nabestaanden van slachtoffers en de toegankelijkheid voor mensen die niet makkelijk naar het archief kunnen komen „zwaar gewogen”, aldus de woordvoerder.

Dat het Nationaal Archief privacyrisico’s zou hebben genegeerd, zoals De Telegraaf donderdag stelde, is volgens haar dan ook niet waar. „De maatregelen zijn zorgvuldig afgewogen en eerder besproken en afgestemd met belangenverenigingen waarin zowel nabestaanden van slachtoffers en verdachten vertegenwoordigd zijn”, meldde het archief donderdag al naar aanleiding van berichtgeving van de krant.

De AP gaat volgens de krant actie ondernemen tegen de manier waarop het CABR digitaal toegankelijk wordt gemaakt. Het Nationaal Archief laat weten de ontwikkelingen af te wachten. De AP meldde al „enige tijd” in gesprek te zijn met het archief.

Het CABR bevat dossiers van ongeveer 425.000 Nederlanders die werden verdacht van collaboratie met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog. Het oorlogsarchief is vanaf 1 januari voor iedereen toegankelijk en komt vanaf dan ook stapsgewijs digitaal beschikbaar.