Wijnboeren stevenen af op slechtste jaar sinds 1961
Wijnboeren koersen af op het slechtste jaar in ruim zestig jaar. Door vooral slecht weer daalt de wereldwijde productie van wijn met 2 procent ten opzichte van 2023, dat ook al een slecht wijnjaar was.
Volgens een raming van de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV) komt de opbrengst van wijngaarden dit jaar uit op 227 miljoen tot 235 miljoen hectoliter. Dat is de minste hoeveelheid wijn sinds 1961, toen wijnboeren wereldwijd 220 miljoen hectoliter produceerden.
De OIV, die zich baseert op oogstcijfers uit de 29 belangrijkste wijnlanden, meldt ook dat de hoeveelheid wijn dit jaar waarschijnlijk 13 procent lager zal zijn dan het gemiddelde van de afgelopen tien jaar.
„Opnieuw zijn klimatologische problemen belangrijke oorzaken achter een lager wereldwijd productievolume”, verklaart de OIV. Wijnboeren in onder andere Frankrijk kenden een sterke teruggang in de oogst door hevige regenval. Alle nattigheid zorgde er ook voor dat schadelijke ziektes zich sneller konden verspreiden.
In andere landen speelden „extreme of atypische” weersomstandigheden de wijnoogst ook parten, stelt de mondiale wijnorganisatie. Zo waren er ook landen met extreme droogte of een vroege periode van vorst, wat slecht uitpakt voor de druiven.
De Italiaanse wijnbouw herstelde slechts licht van vorig jaar, toen slechte weersomstandigheden voor een daling van de productie hadden gezorgd. Het Zuid-Europese land herovert daarmee de positie van ’s werelds grootste wijnproducent van Frankrijk.
Een handvol regio’s had dit jaar te maken met gunstigere omstandigheden voor de wijnproductie. Dit was onder meer het geval in de Verenigde Staten, Georgië, Hongarije en Moldavië.