Gelderland ziet geen ‘verboden staatssteun’ bij uitkoop boeren
De provincie Gelderland stelt dat ze de Europese staatssteunregels niet heeft overtreden bij het uitkopen van veertien boerenbedrijven. Het programma EenVandaag meldde vrijdag dat mogelijk wel sprake is van verboden staatssteun. In dat geval zouden de uitgekochte boeren het ontvangen geld moeten terugbetalen. Het gaat om in totaal 28 miljoen euro, waarvan 16 miljoen kwam via een rijksregeling en bijna 12 miljoen via een provinciale regeling voor kalverhouderijen.
EenVandaag kreeg via een Woo-verzoek (Wet open overheid) een vertrouwelijk document uit 2023 in handen. Daarin schrijft de afdeling juridische zaken van de provincie dat de Europese Commissie de Gelderse uitkoop van veehouders, tussen eind 2020 en 2023, als staatssteun kan zien. De provincie had die aankopen vooraf ook niet gemeld bij Europa. De afdeling schetst drie mogelijke oplossingen: het geld terugvorderen, alsnog goedkeuring aanvragen bij de Europese Commissie of niets doen.
Gelderland koos voor de laatste optie, omdat de provincie volgens een woordvoerder „geen goede redenen” zag waarom sprake zou zijn van staatssteun. „De veehouderijen zijn voor een marktconforme prijs aangekocht. De markt is dus niet verstoord. We hebben om die reden geen actie ondernomen. We staan nog steeds achter deze keus en hebben ons doel behaald: de stikstofuitstoot in Gelderland verlagen.”
Het Rijk kwam vorig jaar met landelijke regelingen voor boeren die hun bedrijf willen verkopen. Die regelingen zijn goedgekeurd door Europa.
De BBB, de grootste partij in Gelderland, ziet volgens fractievoorzitter Rik Loeters geen reden om het dagelijks provinciebestuur om opheldering te vragen. „Het college heeft te goeder trouw gehandeld. De boeren zijn destijds voor marktconforme prijzen opgekocht, er is dus niets onrechtmatigs gebeurd”, aldus Loeters, die benadrukt dat de huidige regelingen „zelfs nog beter en gunstiger” zijn.