De Statenfracties van VVD, SGP en CDA hadden vragen gesteld over het artikel, waarin wordt gesteld dat Vael voorzichtig positief heeft gereageerd op de mogelijkheid de Oosterschelde zoet te maken. VVD-Statenlid Daniëlle de Clerck zei dat als het college van Gedeputeerde Staten met „een gedachtevorming speelt”, het daarmee naar Provinciale Staten moet komen. „Dat is de allereerste stap.”

Vael zei dat in de media ten onrechte wordt gesuggereerd dat hij een voorstander van een zoete Oosterschelde is. „Ik begrijp dat een grote groep mensen hierdoor gekwetst is, met name de vissers die hun bestaansrecht aan een zoute Oosterschelde ontlenen.”

De gedeputeerde zei dat hij vanuit zijn portefeuille klimaatadaptatie heeft aangegeven dat een zoete Oosterschelde een van de te bespreken opties is voor de verre toekomst van de provincie. „We moeten nadenken over onze veiligheid en bescherming tegen opkomend water.”

Vael zei dat hij zich realiseert dat hij wellicht iets te hard van stapel loopt en Provinciale Staten „te weinig meeneemt in de processen die hij graag zou willen bespreken”. De gedeputeerde zei dat hij graag in een sessie met de provinciale volksvertegenwoordigers van gedachten wil wisselen over kwesties als de kustverdediging voor de lange termijn.

De Oosterschelde is afgesloten door een 9 kilometer lange waterkering. Door beweegbare schuifdeuren in de kering is de instroom van zout water en eb en vloed behouden gebleven.