Met name het grote aantal plofkraken in Duitsland, veelal gepleegd door Nederlanders, zorgde sinds 2022 voor een vertienvoudiging van het aantal inktonderzoeken door het NFI. Het forensisch onderzoeksinstituut analyseert op verzoek van de politie met veiligheidsinkt besmeurde bankbiljetten die in beslag zijn genomen tijdens huiszoekingen. Soms komen ze ook in het reguliere betalingsverkeer terecht.

Veiligheidsinkt is meestal donkerblauw of groen en soms paars, rood of zwart en is niet afwasbaar. Het zorgt ervoor dat het geld moeilijker is uit te geven. Het NFI kan in sommige gevallen aan de hand van chemische eigenschappen in de inkt de gestolen biljetten aan een bepaalde plofkraak linken. Ook kan er bij een plofkraak inkt terechtkomen op de kleding of huid van de daders. Met de databank kunnen de onderzoekers de veiligheidsinkt gemakkelijk vergelijken met inkt uit eerdere zaken, meldt het NFI vrijdag. Het NFI doet al langer onderzoek naar veiligheidsinkt, maar dat betrof aanvankelijk maar enkele onderzoeken per jaar.

In Duitsland zou de schade bij plofkraken de afgelopen vijf jaar al ruim 100 miljoen euro bedragen, volgens de Duitse federale recherchedienst (BKA). Nederlandse verdachten bliezen daar vorig jaar 367 keer een geldautomaat op, meldde de Nederlandse politie in april.

Inmiddels trekken Nederlandse plofkrakers steeds verder Europa in, naar bijvoorbeeld Zwitserland en Tsjechië. Het NFI zegt intensief samen te werken met opsporingsdiensten in verschillende landen. De inktdatabank bevindt zich nog in de startfase. „We bouwen aan iets nieuws, dat kost tijd, maar onze kennis groeit en de samenwerking tussen de landen verloopt steeds beter”, zegt NFI-deskundige Peter Zoon. Hij vindt het „hoog tijd” dat consumenten alerter worden. „Het is niet normaal om biljetten te hebben die besmeurd zijn met inkt.” De Europese Centrale Bank (ECB) adviseert bankbiljetten die bevlekt zijn met veiligheidsinkt niet te accepteren.