De Europese Unie heeft een maatregel genomen die toekomstige installaties voor de productie van groene waterstof minder afhankelijk moet maken van China. De Europese Waterstofbank, die subsidies uitdeelt voor nieuwe waterstofprojecten, eist voortaan dat ontvangers van het geld niet meer dan een kwart van de belangrijkste onderdelen voor hun nieuwe installaties uit het Aziatische land halen.
De EU richtte het financieringsmiddel op omdat het landenblok waterstof een belangrijk alternatief vindt voor fossiele brandstoffen in de industrie. Partijen kunnen meedingen naar subsidies van honderden miljoenen euro’s in aanbestedingen, waarbij ze voorstellen doen om voor zo laag mogelijke prijzen waterstof te maken met hernieuwbare energie.
Met veel materieel voor de energietransitie, zoals zonnepanelen en accu’s voor elektrische auto’s, is China de afgelopen jaren uitgegroeid tot mondiale marktleider. De EU voelt zich steeds minder comfortabel bij de eigen afhankelijkheid van China voor de energietransitie.
Ook op het gebied van zogeheten elektrolysers, die water opsplitsen in zuurstof en waterstof, voert China de productiecapaciteit volgens de EU razendsnel op. Daarom is de beperking nodig, schrijft de Waterstofbank in zijn overzicht met criteria voor nieuwe gegadigden voor subsidies. Het instituut spreekt van een „aanzienlijk risico van een toenemende en onomkeerbare afhankelijkheid van de import van elektrolysers uit China, die de leveringszekerheid van de EU kan bedreigen”.
