De Europese aandelenbeurzen zijn vrijdag met winst aan de laatste handelsdag van deze week begonnen. Chipmachinefabrikant ASML stond bij de winnaars in de Amsterdamse AEX-index dankzij een adviesverhoging van de Belgische zakenbank KBC Securities. Verder wordt vooral uitgekeken naar een graadmeter voor de inflatie in de Verenigde Staten later op de dag. De inflatie speelt een belangrijke rol bij het rentebeleid van de Amerikaanse centrale bank.
De AEX noteerde in de ochtendhandel een plusje van 0,2 procent op 913,76 punten. De MidKap won 0,3 procent tot 897,86 punten. In Londen, Parijs en Frankfurt werden winsten op de koersenborden tot 0,2 procent gezet.
Zwaargewicht ASML klom 0,4 procent. Sectorgenoten ASMI en Besi boekten plussen tot 1,1 procent. Op donderdag zaten de chipfondsen ook al in de lift dankzij sterke cijfers en verwachtingen van het Amerikaanse Micron Technology.
Muziekbedrijf Universal Music Group (UMG) won 0,6 procent na een adviesverhoging van Kepler Cheuvreux.
Grootste dalers in de hoofdindex waren de financiële concerns ING, Aegon, ABN AMRO en NN Group met minnen tot 0,5 procent. Zorgtechnologiebedrijf Philips, brouwer Heineken, verfproducent AkzoNobel en uitzender Randstad namen de leiding in de AEX met winsten tot 1,6 procent.
In Frankrijk is volgens voorlopige cijfers van statistiekbureau Insee de inflatie deze maand gedaald naar 1,5 procent op jaarbasis, van 2,2 procent in augustus. Daarmee ligt de Franse inflatie voor het eerst sinds 2021 onder de 2 procent. Dat komt met name door de lagere energieprijzen. Volgende week komen voorlopige inflatiecijfers voor de gehele eurozone naar buiten.
In Frankfurt ging Commerzbank 1 procent omhoog. De Duitse bank gaat vrijdag voor het eerst praten met het Italiaanse UniCredit dat een groot belang in Commerzbank aan het opbouwen is. Er zijn speculaties dat UniCredit voor een volledige overname van Commerzbank kan gaan. De tweede bank van Duitsland heeft echter gezegd zelfstandig te willen blijven. UniCredit zakte 0,9 procent in Milaan.
De euro was 1,1113 dollar waard, tegenover 1,1183 dollar bij het slot van de Europese beurzen een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie zakte 0,3 procent in prijs tot 67,52 dollar. Brentolie werd ook iets goedkoper op 71,44 dollar per vat.
