Alle veertienduizend Syrische militairen in Libanon worden voor het einde van deze maand van het noorden en midden van het land verplaatst naar de oostelijke Bekaa–vallei, tegen de grens met Syrië. Dat hebben de Syrische president Bashar Assad en zijn Libanese ambtgenoot Emile Lahoud maandag na overleg in Damascus bekendgemaakt.
De aankondiging volgt op zware internationale druk op Syrië om zijn bemoeienis in Libanon te staken. Het kan echter nog geruime tijd duren voordat de Syrische troepen definitief uit Libanon vertrekken. Militaire vertegenwoordigers van beide landen moeten binnen een maand na de verplaatsing overeenstemming zien te bereiken over „de omvang en de duur van het verblijf van de Syrische strijdkrachten” in de Bekaa en hun relatie tot de Libanese autoriteiten. Pas „aan het eind van de overeengekomen verblijfsduur” zullen de regeringen van Syrië en Libanon afspraken maken over de voltooiing van de terugtrekking.
Het is de vraag of de internationale gemeenschap met het ontbreken van een specifiek tijdsbestek voor de volledige terugtrekking van de Syrische eenheden genoegen neemt. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken zei dat er niet aan de eisen van een resolutie van de Veiligheidsraad wordt voldaan zolang er nog Syrische troepen en inlichtingenofficieren in Libanon zijn. Een woordvoerder van het Witte Huis veroordeelde het plan als halfslachtig en eiste van Syrië dat het al zijn troepen onmiddellijk terugtrekt.
De Syrische ambassadeur voor de VS, Imad Moustapha, zei tegen tv–zender CNN dat Syrië zijn troepen binnen enkele maanden en in twee fasen terugtrekt.
In Beiroet demonstreerden ten minste zeventigduizend demonstranten tegen de Syrische aanwezigheid in Libanon. Dat waren bijna drie keer zoveel demonstranten als vorige week, toen de pro–Syrische regering ten val werd gebracht. De hoogste schatting van het aantal demonstranten was tweehonderdduizend. De protesten verliepen vreedzaam.
Een Palestijnse delegatie gaan de komende dagen naar Beiroet om Libanese leiders te verzekeren dat de Palestijnse Autoriteit zich niet zal bemoeien met interne Libanese aangelegenheden. Ook zal de PA haar best doen om ervoor te zorgen dat Palestijnen in Libanon zich afzijdig houden, aldus vice–premier Nabil Shaath. Er wonen ongeveer 350.000 Palestijnen in Libanon.
De afgetreden Libanese regering sprak recentelijk de vrees uit dat de gewapende groeperingen die het in de Palestijnse vluchtelingenkampen voor het zeggen hebben, een bron van onrust vormen.
Syrië heeft sinds 1976 militairen in Libanon. Zij werden aanvankelijk als vredestroepen gestuurd tijdens de Libanese burgeroorlog van 1975–1990 en zijn daarna gebleven. Na de demonstraties van de Libanese oppositie tegen de aanwezigheid van de Syriërs en hun mogelijke rol bij de moordaanslag op ex–premier Rafik Hariri op 14 februari heeft de leider van de pro–Iraanse Hezbollah–beweging, sjeik Hassan Nasrallah, voor dinsdag een tegendemonstratie in het centrum van Beiroet aangekondigd om aanhankelijkheid aan Damascus te betuigen.
