Ze reageren daarmee op een onderzoek van vier Groningse artsen van enkele weken geleden. Daaruit bleek dat justitie de artsen die het leven van deze kinderen beëindigen niet vervolgt. Een van de critici is prof. dr. H. van Alphen, oud-hoofd van de afdeling neurologie van het VU Medisch Centrum in Amsterdam. Hij stelt: „Ik ben het helemaal niet eens met het feit dat kinderen met spina bifida (open ruggetje, red.) van het leven worden beroofd. Ik ben er zeker van dat kinderen met die handicap later een redelijk vreugdevol leven kunnen leiden.”

Hoogleraren verwijten de Groningse artsen appels met peren te vergelijken. Zij stellen dat eerdere voorvallen waarbij deze kinderen met medeweten van justitie werden gedood ertoe hebben geleid dat de beeldvorming ten aanzien van deze kinderen ten onrechte negatief is. De Universiteit Nijmegen start binnenkort een groot onderzoek dat duidelijkheid moet geven over de levenservaringen van deze patiënt. Uitgangspunt van het onderzoek is dat spina bifida niet alleen mag worden gezien als een technisch probleem.

Ook prof. dr. P. Cobben, hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Tilburg, zegt zich zorgen te maken over de levensbeëindiging van zuigelingen met een open ruggetje. „We leven in een cultuur waarin iedereen in een mooi plaatje moet passen. Gehandicapten worden op die manier uit de samenleving verbannen.

Prof. dr. E. Beuls vindt dat Nederlandse neurologen meer moeten investeren in het behandelen van deze kinderen in de baarmoeder. Hij is verontwaardigd over het feit dat bepaalde artsen hierin terughoudend zijn omdat ze het leven van deze patiënten niet de moeite waard vinden.